De grote oversteek

Het vertrek

Het begint nu echt werkelijkheid te worden. We gaan beginnen aan de grote oversteek. 2200 mijl blauwe zee en golven liggen letterlijk voor de boeg. Na een gezellige reünie met meerdere boten waarvan we sommige al in Porto Santo (Madeira) zijn tegengekomen en mijn thesis die eindelijk is ingeleverd kunnen we gaan! Nou ja, gaan… Er moeten altijd een aantal taakjes tot het laatste overblijven zoals, water bijvullen, alles op de boot stootvast maken, douchen, uitklaren bij douane, waterpolitie en haven, afscheid nemen van de Dutch Maffia en ga zo maar door.

In tegenstelling tot de rest van de Nederlandse (en Vlaamse) vloot besluiten wij om een dag eerder te vertrekken. Benno kan namelijk niet meer wachten en staat te trippelen op de kade. De dag ervoor hebben we allemaal groente en fruit ingeslagen. We wassen die eerst twee keer gronding voordat het een plekje krijgt in de netjes die uiteindelijk propvol hangen. Niet onlogisch natuurlijk want we willen zo lang mogelijk verse groenten en fruit eten als dat kan. Scheurbuik zullen we dan ook niet krijgen met de hoeveelheid die we hebben ingeslagen, alhoewel, hoelang het goed zal blijven in de netjes blijft natuurlijk de vraag. Na de laatste klusjes te hebben gedaan en onze Kaapverdische SIM kaart aan onze Amerikaanse buurman Stuart te hebben gegeven, waarvoor we een mooi flesje Grog (Kaapverdiaanse rum) terugkrijgen, kunnen we echt vertrekken. Stuart helpt onze even met de lijnen en zwaait ons uit, daar gaan we dus echt.

Na onze zeilen gehesen te hebben varen we met gemengde gevoelens en een lekker tempootje tussen de twee eilanden door. Benno is voornamelijk erg enthousiast en heeft er veel zin in, ikzelf ben wat gereserveerder. Aan de ene kant heb ik zin in het avontuur en de uitdaging die naar verwachting 17 dagen op zee zal duren, maar aan de andere kant zie ik ook de mindere aspecten zoals weinig contact met familie, verveling, slecht slapen, koken onder een hoek van 30°, noem maar op. Gelukkig overheerst ook mijn enthousiasme en we gaan zien hoelang het duurt voordat zwaarmoedigheid de overhand gaat krijgen, want dat zal ongetwijfeld ook komen. Dit is waarom het dit zo’n uitdaging maakt!

De 1e dag is het weer erg rustig en we kabbelen weg van Kaapverdië. Na 24h zijn we 120 mijl verder en weten we dat de NL vloot hoogstwaarschijnlijk ook is vertrokken. Waarachtig kunnen wij ze dan ook na 48h ontvangen op de VHF met een uitzonderlijk bereik van wel 80 mijl (blijkbaar waren de omstandigheden uitzonderlijk goed). Er is weinig wind en er wordt dan ook goed over geklaagd op de marifoon, veel rollen en weinig slaap zijn toch wel de dingen die iedereen bezighouden op de boot. Wijzelf vinden het wat minder erg, we vinden het eigenlijk wel fijn om even rustig in het ritme te komen dat we dagenlang zullen hebben.

Een dag in het leven van een zeezeiler

Als we het over een ritme hebben, wat betekent dit nou eigenlijk precies? Ten eerste proberen we een vast schema aan te houden voor de nachtshifts die we draaien. Ons nachtprogramma begint eigenlijk na het eten en de afwas. Ik duik dan van ongeveer half 8 tot half 10 erin om even te rusten of een dutje te doen als dat lukt. Dan zetten we om half tien tot half 11 de motor aan voor wat extra stroom want helaas kunnen de zonnepanelen de accu’s niet zo goed laden omdat de boot toch wel veel heen en weer deint. Benno duikt erin zodra de motor is gestart en dan begint mijn nachtshift die tot 4 uur ’s nachts loopt. Wij kiezen ervoor om lange shifts van 6 uur te doen in tegenstelling tot de meeste die een 4-4-4-4/4-3-3-4 schema doen, waarbij je dus 2x naar bed gaat en opstaat. Om 4 uur maak ik Benno wakker die dan zijn shift begint tot ongeveer 10 uur. De ene keer word ik eerder wakker en de andere keer wat later. We ontbijten vaak samen, nemen de nachtshifts door en bekijken de route die we hebben gevaren en de koers die we op dat moment varen. Benno probeert daarna nog even wat te slapen wat helaas niet altijd lukt door de warmte aan boord. Overdag passen we de zeilvoering wat aan indien nodig, wordt er lange tijd gefantaseerd over de lunch en avondeten van de dag, we lezen wat, doen een dutje, soms kijken we een serie of luisteren gedownloade muziek. In de namiddag halen we wat weerberichten binnen (of vragen naar het weer bij een schip in de buurt indien aanwezig) en bediscussiëren de zeilvoering voor de nacht. We proberen de zeilvoering zo te doen dat we deze niets of nauwelijks hoeven aan te passen zodat degene die slaapt niet gestoord wordt door krakende lieren of klapperende zeilen of hoeft te worden gewekt i.v.m. het grootzeil reven. De afspraak is, je mag de kuip ’s nachts niet uit i.v.m. veiligheid als de ander er niet is, dit betekent dat het grootzeil verminderen alleen gebeurt met zijn tweeën. Rond 5 uur beginnen we met koken wat natuurlijk wat langer duurt aangezien je door de golven op en neer wordt geslingerd. Ons kookstel in cardanisch, dus het kan overhellen van bakboord naar stuurboord, wat zeker nodig is anders schuiven de pannen direct van het fornuis. Na het eten met vaak een zonsondergang erbij, doen we de afwas, wat ook niet zonder uitdaging is natuurlijk. Dan beginnen onze nachtshift weer waarbij we om de 15/20 min een keer goed 360° om ons heen kijken, de koers checken en zien of er schepen in de buurt zijn op onze kaartplotter. Dit schema en ritme proberen we dan zo goed mogelijk aan te houden, totdat we weer ergens land in zicht hebben.

De eerste week

De eerste week verliep rustig, we hadden lichte wind, relatief lage en lange golven wat het leven aan boord wat prettiger maakt. De eerste dagen werden we een aantal keer positief opgeschrikt door af en toe een pppfffff (spuitgeluid) van dolfijnen die dan even enthousiast komen meezwemmen en soms het water uitspringen voor de boeg. Dit blijft een geweldig gezicht en vrolijkt je gigantisch op! Ook hebben we grienden langs de boot gehad. Dit zijn kleine walvissen (5-6 meter) met een bol hoofd en een afgeronde rugvin op 1/3e van het lichaam. Helaas hebben we geen andere zoogdieren de rest van de tocht gehad die ons met hun aanwezigheid verblijdden. Gelukkig hadden we wel de NL vloot, waar we nog met een paar schepen in VHF bereik waren. Voornamelijk met de Qeulinda hadden we veel contact, er wordt dan gesproken over zeilvoering, snelheid, koers, het weer, maar ook wat er op het menu staat die dag, of er nog wat vis gevangen is of wat voor lekkers er in de oven staat/stond. Helaas verloren we het bereik aan het einde van de 1e week en waren we echt op onszelf aangewezen. Aan de ene kant jammer maar aan de andere kant ook wel weer een uitdaging.

De tweede week, doodsangst

Na een aantal dagen beginnen de dagen in elkaar over te lopen en lijken ze erg op elkaar. Je probeert je te verheugen op bepaalde dagen zoals douchedag (we kunnen niet onbeperkt douchen met ‘’maar’’ 300 L water in de tank) of wanneer we een mooi getal hebben bereikt zoals 750 mijl (1/3), 1000 mijl, op de helft, 1500 mijl etc. Als we op de helft zijn haal in een amandeltaart tevoorschijn die ik al op La Palma heb gehaald en waar ik Benno meerdere keren van af heb moeten houden. We vieren deze mijlpaal dus met taart en een bakkie koffie.

In de 2e week begint ook de wind flink toe te nemen met 18-20 knopen en ook de zee begint onrustig te worden met hogere golven. We varen met een gereefd grootzeil en een strakke kotterfok om zo wat stabiliteit te krijgen, want de boot schudt van 120° naar 240° en weer terug, non stop, 24h lang en wat blijkt tot zo ongeveer de rest van de trip. Het voelt letterlijk als het liedje van voor naar achter van links naar rechts. Na een aantal dagen wen je er wel aan maar prettig is het niet, voornamelijk als je probeert te slapen is het lastig want je schudt alle kanten op. Als de wind wat begint te liggen proberen we toch de Genua uit te bomen om wat meer snelheid en hopelijk iets meer stabiliteit te genereren. Alles lijkt goed te gaan en we maken goede snelheid totdat we een gigantische knal horen. We zitten op dat moment nog zo’n 700 mijl uit de kust, zonder een schip in de buurt. Benno gilt dat ik omhoog moet komen zodat we gelijk de Genua kunnen inrollen. Terwijl ik naar boven kom zie ik door het luik een stag (roestvrijstalen kabel die onze mast op zijn plek houdt) slap hangen en ook Benno komt tot deze ontdekking, f*ck er de f*ck!!! Zo snel als we kunnen rollen we de Genua in en kijken wat er in hemelsnaam is gebeurd. Als we het dek op lopen zien we al gauw dat de wantputting, waar de stuurboordbabystag vastzat aan de boot verdwenen is. Benno rent gauw naar binnen voor een hele sterke Dyneema lijn en we zetten de babystag aan de rails van de boot. We zetten samen de stag opnieuw op spanning en dat lijkt te werken. Ook de kotterstag trekken we nog eens goed aan, waardoor de mast in ieder geval weer met 3 bevestigingspunten vast zit aan de boot. Langzaamaan begint de adrenaline wat minder te worden en krijg ik toch wel tranen in mijn ogen. Dit zou niet en nooit mogen gebeuren, hoe is het mogelijk? We hebben net nieuwe verstaging (maart) erop laten zetten en alles laten checken. Onze rigger heeft nog naar de wantputtingen gekeken en grapte nog dat bij andere boten die nog wel eens afbreken, maar dat wij daar niet bang voor hoefden te zijn, deze zijn dus niet vervangen. We hebben er niet veel aan om hier te veel bij stil te staan. In plaats daarvan hebben we het eerste uur onze giga kniptang in de kuip voor als de verstaging het toch begeeft en we de mast verliezen. Dan moet je de rest van de verstaging doorknippen anders kan de mast een gat in de boot beuken. Daarnaast zorgen we ervoor dat onze ‘’grab bags’’ (2 tassen met de paspoorten, handmarifoon, telefoons, klein zonnepaneel, powerbank, noodvuurwerk, etc) helemaal in orde zijn in het geval dat we ons schip moeten verlaten en in ons reddingsvlot moeten. Er wordt een lijstje gemaakt met de spullen die we last minute moeten meenemen in geval dat we van boord moeten. Gelukkig komt het niet zo ver. De eerste 24h zit de angst er goed in. We kiezen ervoor om wel ons schema aan te houden, ook al slapen we natuurlijk amper. De dagen erna krijgen we steeds meer vertrouwen in onze quickfix, maar we durven niet veel zeil aan de mast te hebben. Dit betekent dat we de rest van de tocht met alleen het grootzeil met een 2e rif hebben gevaren. Dit heeft natuurlijk veel invloed op onze snelheid die dus minder is. Het lijkt dat de wandputting is gebroken door metaalmoeheid. Dat betekent dat dit ook zo zou kunnen zijn bij de rest, geen prettig idee maar het is even zo. Gelukkig lijkt alles goed te gaan en kunnen we door (niet dat we een andere optie hebben maar goed..) en verwachten we er nog 5/6 dagen erover te doen. De laatste dagen wiegen we door richting Grenada. De laatste groenten beginnen minder goed te worden dus maak ik hiervan een wokschotel met nog wat extra groente uit pot. We hebben zoveel dat we de er lekker 2 dagen van kunnen eten. De 2e dag zitten we dan ook net onze eerste hapjes te eten totdat er onverwachts een grote golf zo de kuip in rolt. We zijn zeiknat van kin tot teen, de kuip is een voetbadje geworden, maar het vervelendste is dat de golf ook voor een deel naar binnen is gerold en de vloer met een deel van de bekleding heeft nat gemaakt, kak! Terwijl Benno naar binnen gaat om alles droog te maken, probeer ik ons eten te redden en er nog wat van te eten. Wat mij betreft was het iets te veel umami/zee water bij de noedels naar mijn smaak maar ik kon er nog genoeg langs eten. Gelukkig hebben we nog wat in de pan dus dat is voor Benno. Daarna ruilen we zodat ik mij ook kan verkleden en de rest kan droogmaken. Tja vervelend, maar het hoort erbij zeggen we tegen elkaar, morgen maar een extra douchedag inlassen!!

Land in zicht

Traag gaan we de laatste dagen tegemoed, die we maar al te graag aftellen. De laatste nacht krijgen we toch nog 30 knopen te verduren, maar het lijkt gelukkig geen probleem te geven. Dan maakt Benno mij om 5 uur wakker omdat we al dicht bij de kust komen. Als ik boven kom zie en ruik ik (ja dit is echt sensatie na 18 dagen) land! Toch wel een enorme opluchting! Langzaam varen we Prickly Bay in en zoeken een ankerplek. Het is relatief druk dus een plekje vinden in wat ondieper water is wat lastig maar uiteindelijk vinden we een spot, alleen iets of wat in de vaargeul, dus we verkassen nog een keer nadat er wat plek voor ons vrijkomt. Rick van de Ohana verderop komt even gedag zeggen en laat ons weten dat helaas inklaren bij Prickly Bay niet meer kan, het kantoor is sinds covid gesloten en niet meer opengegaan. Daarom gaat Benno naar de hoofdstad, helaas te voet, aangezien we nog geen East Caribean dollars hebben, en ik ga de boot eens even goed opruimen, ontzouten en schoonmaken zodat we fris voor anker kunnen liggen. Na een enorm goede nachtrust kunnen we de volgende dag volop genieten van het mooie weer met als hoogtepunt wingfoiling lessen in Prickly voor ons beiden van Rick! Als dat geen goed begin is van een mooie tijd in Grenada!

No stress, Cabo Verde

De voorbereidingen voor de oversteek van El Hierro naar Kaapverdië waren vlot getroffen. We hadden nog wat groenten en fruit ingeslagen, maar de meeste proviand was al in La Palma gekocht. De grootste klus voor vertrek was nog voor de kotterstag repareren, waar we tot nu toe steeds wat probleempjes mee hadden gehad. Ik heb uiteindelijk met 6 M3 boutjes de twee profieldelen van de kotterstag netjes kunnen verbinden. Vervolgens heb ik de boutjes afgeslepen met de Dremel om een mooi glad oppervlak te creëren. Inmiddels zijn we al behoorlijk handig met het in-en uit de mast klimmen, dus de klus was in een ochtend geklaard. Bovendien kon Lianne daarbij gelijk de mast, verstaging en lijnen controleren op onrechtmatigheden, iets wat we doen voor elke grote oversteek.

De oversteek van El Hierro naar Kaapverdië zou de langste worden die we tot dan toe gemaakt hadden, met zo’n 765NM. We verwachtten dat we er zou vijf tot zes dagen over zouden doen. We vertrokken vlak na het ontbijt en een rustig windje bracht ons lekker op snelheid. Paul en Charlotte van de Quelinda vertrokken ietsje later en liepen rustig op ons in. Het is wel leuk om met twee boten op te varen. We hadden regelmatig contact via de marifoon om zeilstrategieën te bespreken en elkaar op de hoogte te stellen van het zeeleven om ons heen. Een aantal uur na ons vertrek kregen we namelijk bezoek van twee walvissen, een kleine en een grote! Welke soort weten we niet precies, maar groot waren ze wel. De ene was zo groot dat Lianne het even in haar broek deed van de angst. Een indrukwekkende ervaring, want je ziet een gigantische schaduw (15 meter) groter dan de boot met de golf meesurfen. Helaas konden we ze niet goed op beeld vastleggen; we waren te druk onze ogen uit te kijken.

Hoewel Saga prima de snelheid erin had, besloten we twee dagen voor aankomst om te proberen onze snelheid wat te verlagen, zodat we in de ochtend aan zouden komen in Mindelo. De boeken adviseerden ons namelijk om niet ‘s nachts aan te komen in verband met slecht verlichtte boeien en wrakken in het havengebied. Dit leek makkelijker gezegd dan gedaan, want het reduceren van de zeilen leidde niet direct tot de snelheidsvermindering die we voor ogen hadden. Daarom zijn we daarnaast nog maar een stukje oostelijker gaan varen om de afstand ietsje langer te maken. De berekeningen bleken te kloppen en we kwamen precies met zonsopkomst aan in de baai van Mindelo. Onze eerste keer in Afrika!

Vanuit de nette marina loop je gelijk het centrum van Mindelo in. We merkten wel dat we inmiddels in een armer land aangekomen waren. Er stond een groepje mannen bij de haveningang om onze aandacht te vragen voor een tour over het eiland of door de stad. Maar wij waren met onze vermoeide hoofden daar nog niet aan toe. We wilden vooral eventjes rustig rondkijken en ergens een kopje koffie scoren. Maar voordat dat ons gegund werd, werden we eerst meegenomen in het verhaal van een jongeman op zoek naar schriften en schrijfgerei. Hij zou namelijk volgend jaar in september naar Nederland gaan om te studeren aan de universiteit van Wageningen. Wij zouden hem kunnen helpen door mee te gaan naar de boekenwinkel en wat voor hem te kopen. Uiteindelijk bleek de boekenwinkel dicht te zijn op zondag (natuurlijk) dus gaven we hem maar een euro, waar hij ons vriendelijk voor bedankte. Mocht het allemaal een uitgebreid verzonnen verhaal zijn geweest heb ik alsnog wel respect voor de details die hij kende van Nederland en Wageningen. Maar vooralsnog hopen we dat hij met zijn toekomstige kennis de agricultuur van Kaapverdië zal gaan verbeteren.

De eerste dagen stonden vooral in het teken van wat klusjes doen. Zo moest, je raadt het al, het gas weer bijgevuld worden en moesten er wat kleine reparaties gedaan worden aan Saga. Gelukkig was butaan makkelijk te verkrijgen in Mindelo, en deden ze er niet moeilijk over om butaan in een propaanfles te stoppen. Dit kan ook makkelijk, gezien butaan een lagere dampdruk heeft dan propaan. Op zichzelf was dit al wel weer een avontuur, want met minimaal Engels wisten ze me duidelijk te maken dat ze de fles wel zouden kunnen vullen en waar ik dan moest gaan betalen. Ik kreeg een pasje om drie verschillende bewaakte deuren door te gaan voordat ik bij de man kwam die verantwoordelijk was voor het geld. Van hem kreeg ik dan weer een heel boekje met bonnetjes die ik op verschillende punten in moest leveren voordat ik mijn gevulde gasfles weer mee terug aan boord mocht nemen. Net als bij de douane en immigratie gaat het erom zo veel mogelijk papierwerk te produceren blijkbaar. En misschien ook wel om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen. Hoe dan ook gaat alles heerlijk rustig en leven de meeste mensen onder het motto: No stress, Cabo Verde. Ik was in ieder geval blij met de volle fles. Zo hadden we twee volle flessen om de oceaan mee over te steken.

De volgende dagen werden we geïntroduceerd bij de grote groep Nederlandse zeezeilers die het tot Kaapverdië hadden geschopt en aan het wachten waren op goede omstandigheden voor de Atlantische oversteek. De voetbalwedstrijden in Simpatico Sports Bar waren een leuke gelegenheid om de anderen wat beter te leren kennen en plannen te maken om de omgeving nog wat meer te verkennen, waaronder een uitstapje naar het eiland aan de overkant van Mindelo.

Mindelo ligt op Ilha de São Vincente, maar Ilha de Santo Antão aan de overkant is gezegend met een veel grotere natuurlijke schoonheid door de hoogte van het eiland. In de sportsbar werd het plan gesmeed om met de veerboot over te steken, een taxi te pakken naar de vulkaan, en vanaf daar een wandeling het mooie dal in te maken. Lianne zou helaas aan boord blijven om verder te werken aan haar thesis.

Eenmaal aan de overkant gingen we onderhandelen met wat taxi’s. En uiteindelijk hadden we een goede deal gevonden. De taxi was in feite een pick-up truck met een bankje achterin geschroefd, maar daarmee konden we wel voordelig met negen personen de tocht afleggen en het was nog eens een stuk leuker ook. De wandeling zelf was een steile klim naar beneden met fantastische uitzichten. Het blijft fascinerend hoe de vulkanische eilanden toch allemaal weer enorm van elkaar verschillen. De droge kust, indrukwekkende valleien en vegetatie op de top van het eiland geven onderling een schitterend contrast. We hadden met de chauffeur afgesproken dat hij ons aan de andere kant van de wandeling op zou komen halen, maar dat bleek een beetje optimistisch te zijn van onze kant. Desalniettemin streken we rustig neer om even te lunchen en weer op kracht te komen. In het ergste geval zouden we wel een andere taxi kunnen vinden om ons naar de kust te brengen. En gezien de chauffeur wist welke route we gingen lopen zou hij ons ook wel tegemoet kunnen rijden. De oplossing was uiteindelijk een combinatie van beiden! Vlak na de lunch hadden we onder lichte tijdsdruk toch een taxi genomen richting de kust, en halverwege kwamen we onze eerdere taxichauffeur tegen. Even later sprongen we van de ene taxi in de andere en waren we onderweg naar de veerboot terug. Deze tocht bracht ons weer langs een andere kant van het eiland en we keken onze ogen uit vanuit de achterbak van de pick-up truck. Interessante observatie: de meeste pick-ups waren Toyota HiLux en de busjes Toyota HiAce.

Een paar dagen later gingen we weer met een groepje Nederlands onderweg, deze keer naar Turtle Beach. Bij dit strand worden de schildpadden gevoed door de lokale bevolking om vervolgens toeristen met een bootje naar ze toe te varen. Maar je kunt ook gewoon vanaf het strand het water in duiken en met de schildpadden zwemmen. De eerste paar keer was het wel even spannend om zo dicht bij deze bijzondere dieren te komen. Maar zodra ze in de gaten hebben dat je geen eten hebt zijn ze eigenlijk niet zo in je geïnteresseerd. Met alle elegantie van de wereld zwemmen ze dan rustig bij je vandaan en moet je zelf met volle macht er achteraan zwemmen om ze in het oog te houden, ondanks dat we zwemvliezen aan hadden. Toch wel een hele mooie ervaring weer.

De volgende dag kwamen Jules en Femke ons opzoeken aan boord van Saga, maar daar kun je hier meer over lezen!

Inmiddels was het alweer bijna tijd voor Sinterklaas en zeker Paul en Charlotte wilden dat niet zomaar voorbij laten gaan. De hele Dutch Maffia, zoals onze Amerikaanse buurman Steward in de haven het goedschiks noemde, mocht daarom samenkomen voor een dobbelspel in een strandbar. De bedoeling was dat iedereen een cadeautje mee zou nemen ter waarde van zo’n drie euro waar dan om gestreden zou worden. Zelf gingen we aan boord op zoek naar leuke cadeaus. Omdat ik in Portugal een redelijk hoeveelheid Dyneema lijn had gekocht om allerlei handige touwtjes mee te maken besloot ik om twee soft-shackles te gaan splitsen. Dit zijn een soort van karabijnhaken, maar dan van touw, en heel sterk. Het andere cadeau was een grote pot pindakaas. Tot het grote plezier van Lianne en mij werd er fel gestreden voor de Dyneema lijntjes. Maar tot overmaat van ramp eindigden ze weer bij Lianne toen het spel voorbij was! Omdat we natuurlijk niet met onze eigen cadeaus naar de boot wilden gaan hadden we ze uiteindelijk weggegeven. Gezien de grote interesse werd voor de volgende ochtend een mini-cursus soft-shackles maken ingelast. Waar de dag ervoor de knopen vanzelf leken te gaan, bleek dat echter de volgende ochtend een onmogelijke opgave. Ook brachten de boeken als cadeau Lianne op het idee om de volgende ochtend een boekenruil te organiseren, welke een groter succes was dan de mini-cursus. Hoe dan ook was het een Sinterklaasfeest om nooit te vergeten!

Langzamerhand begon het weer steeds aantrekkelijker te worden om de oversteek te starten, en de onrust om te vertrekken begon flink te groeien, vooral bij mij. De knoop werd doorgehakt om op donderdag 8 december te vertrekken voor onze grote oversteek. De avond van tevoren gingen we nog eenmaal naar het chique restaurantje waar we met Jules en Femke gegeten hadden en keken we terug op een hele mooie tijd op Kaapverdië.

Het verhaal van La Palma (en El Hierro)

Het begon allemaal zo’n vier jaar geleden. Lianne was al een paar maandjes onderweg met haar PhD en ik was net afgestudeerd en begonnen met mijn baan in Brugge. Omdat we dat jaar onze zomervakantie maar heel beperkt hebben kunnen vieren vanwege de studies leek het ons een mooi plan om naar een warme bestemming te gaan tijdens de kerstvakantie. Lonneke kwam uiteindelijk met de gouden tip: een schattig appartementje in La Palma, inclusief huurauto en vlucht voor 8 dagen. Als Lonneke toch eens had geweten wat de gevolgen zouden zijn van haar tip…

Wij hadden het enorm naar onze zin op La Palma. Voor mij was het überhaupt voor het eerst dat ik op Spaans grondgebied was en de natuur, het eten en drinken en de cultuur bevielen enorm. We hadden twee dagen van te voren wandelschoenen gekocht bij de ANWB, en dat was blijkbaar niet voor niets. De wandelpaden waren goed onderhouden, maar het was wel eventjes wat anders dan een ochtendwandeling door de Soesterduinen. We keken onze ogen uit.

Één van de activiteiten was een bezoek aan de zoutpannen op het zuidelijkste punt van het eiland. De zoutpannen waren op zichzelf wel interessant, maar wat ons echt fascineerde was het grote zeilschip dat vlak onder de kust voorbij zeilde. We vroegen ons af: “Hoe vet zou het zijn om hier ooit zelf te zeilen?” En die vraag heeft ons niet los gelaten nadat we weer het vliegtuig uit waren gestapt in Nederland. De spreadsheets werden gevuld. De planningen werden gemaakt. Saga werd gekocht en juni dit jaar gooiden we de trossen los in Kampen.

De bewuste zeilboot vier jaar geleden.

Om gelijk maar de vraag te beantwoorden: het is super vet om hier zelf te zeilen! Toen we La Palma in zicht kregen gaf dat door onze vorige reis toch nog een specialer gevoel dan dat we kregen bij de andere Canarische Eilanden. Het is tenslotte niet elke dag dat een droom zo direct wordt verwezenlijkt.

Nadat Boris weer was vertrokken van boord, na een hele gezellige tijd, waren we weer op onszelf aangewezen. Of nou ja, Justin en Nicola van Zoe lagen ook in dezelfde haven. Lianne werkte meestal overdag aan haar thesis en ‘s avonds dronken we dan een biertje of aten we een pizzaatje met de crew van Zoe. Wanneer Lianne niet aan het werk was vergezelden we Justin, Nicola en hun tweejarige dochtertje Robin op tripjes door La Palma.

Maar ook daar kwam een einde aan toen Zoe vertrok richting La Gomera. Dus waren we weer op onszelf aangewezen. Of nou ja, Laura en Allen van de Ora Pai vroegen of we toevallig zin hadden om een hapje te eten in Santa Cruz de La Palma. Jullie weten allemaal vast dat Lianne en ik altijd zin hebben in lekker eten dus dat lieten we ons geen twee keer vragen. We gingen met z’n vieren voor een grote schaal paella en we konden weer een gezellige avond aan onze lijst toevoegen.

De slot hadden we dan echt even de tijd aan onszelf. Maar stilzitten is niet een van onze sterkste kanten dus we snelden naar de autoverhuur om voor een weekje een auto te huren. We waren niet ontevreden over de Fiat 500 die we aangeboden kregen en zijn gelijk het eiland rond gaan scheuren. De volgende dag zijn we gestart aan een mooie wandeling die we voor een deel vier jaar geleden ook hadden gemaakt. Deze wandeling brengt je naar één van de hoogste bergtoppen op het eiland waarbij je een schitterend uitzicht hebt over de Cumbre Vieja, de indrukwekkende vulkaanrug van La Palma. Maar in tegenstelling tot onze tocht van vier jaar geleden zijn we niet via dezelfde weg terug naar beneden gelopen, maar vervolgden we onze weg naar de Roque de los Muchachos, de hoogste piek van La Palma, in de hoop dat we daar een lift terug naar de parkeerplaats van onze Fiat zouden kunnen vinden. De wandeling liet niets te wensen over en het liften was ook eenvoudig. Onze lift werkte zelfs voor de observatoria van La Palma, dus wij waren een en al oor naar zijn verhalen. Zijn gehoest merkte we maar nauwelijks op.

Ook de volgende dagen waren we weer in touw om mooie wandelingen te maken en de natuurschoonheid van La Palma volledig in ons op te nemen. Maar er was wel iets geks aan de hand. Ik begon steeds minder energie te krijgen. En op een gegeven moment een kuchje. Toen Steve en Paul van zeilboot Tamboura uit de V.S. ons vroegen of we zin hadden om een klein biertje te komen drinken voordat ze aan hun oversteek naar Antigua begonnen heb ik toch maar de afstand bewaard en hebben we onze verhalen gedeeld vanaf de steiger. De volgende ochtend bleek dit een goede beslissing: ik testte positief voor corona.

Voor mij was corona een echte mannengriep. Ik kon niets meer en was heel zielig. Lianne moest maar voor mij zorgen. En ze deed niet alleen dat. Met de Fiat is ze drie dagen lang op en neer naar de Lidl, Hiperdino en Mercadona gereden om Saga af te toppen met proviand. Gelukkig mocht dat allemaal van de Spaanse coronaregels. De enige momenten dat ik buiten kwam was om Lianne te helpen met het sjouwen van de tassen. Na twee dagen koorts begon ik me alweer beter te voelen, en de laatste dag dat we de auto hadden zijn we nog eens de vulkaanrug opgereden om de sterren te bekijken. We hadden lichte twijfel of dat zou lukken omdat het volle maan was, maar de teleurstelling van het gebrek aan sterren werd overschaduwd door het magische licht dat de maan scheen op de Cumbre Vieja. We waren blij dat we er nog op uit waren gegaan.

En met het vertrek van mijn covid vertrokken we ook uit La Palma richting El Hierro. Een eiland waar we eigenlijk niet zoveel over hadden gehoord en ook geen hoge verwachtingen bij hadden. De zeiltocht was eindelijk weer eens plezierig en Saga deed het enorm goed. We voeren over een periode van vijf uur gemiddeld 7.1 knopen over de grond met zo’n 12-18 knopen wind. De haven was voor de verandering eens rustig en we mochten zelf een plekje uitzoeken. Diezelfde avond zijn we weer naar de autoverhuur gegaan om onszelf in staat te stellen het eiland te verkennen in drie dagen.

El Hierro is voor ons het laatste Canarische Eiland, maar zeker niet de minste. Sterker nog, we zouden het op een gedeelde tweede plaats zetten met La Gomera na La Palma. Het minimale toerisme, de groene hoogvlaktes en de piepkleine dorpjes maken het weer een compleet andere ervaring dan de andere eilanden. We hadden een toeristenpaspoort aangeschaft waarmee we alle 7 toeristische attracties van het eiland konden bezoeken. En op de eerste dag hadden we er al vier afgestreept, waaronder de heilige boom van het eiland, een openluchtmuseum met reuzenhagedissen, een geologisch museum en een geografisch museum. Binnen een dag kun je dus een behoorlijk idee krijgen van het ontstaan van El Hierro en de bijzondere eigenschappen van het eiland. We kunnen iedereen die eens tot rust wil komen op een bijzondere en afgelegen plek zeker El Hierro aanraden. Daarnaast hebben we Paul en Charlotte van zeilboot Quelinda ontmoet. Grappig genoeg zijn zij het eerste Nederlandse koppel bij wie we aan boord een biertje hebben gedronken. Zo ben je ver van huis eigenlijk nooit alleen. Er is altijd wel een boot te vinden waarmee je een gezellige avond kan beleven.

Bezoek in La Gomera en La Palma

Na vaker contact te hebben gehad met Bernhard en Lianne om langs te komen tijdens hun wereldreis, hadden we relatief last minute de knoop door gehakt dat ik van 8 tot 16 oktober 2022 zou langskomen in La Gomera en La Palma. Ik had er veel zin in en het was uiteindelijk ook een erg mooie reis. Hieronder een verhaaltje over de dagen die we samen hebben doorgebracht.

8 oktober – Aankomst en cocktails

Na een erg lange reis en weinig slaap kwam ik rond einde middag aan op het vliegveld in La Gomera. Daar stonden Ben en Lianne enthousiast te zwaaien – ze kwamen me ophalen van het airport met de huurauto. Na dit warme welkom zijn we nog een stukje over het eiland gaan rijden, hebben we lekker gegeten (tapas met o.a. ‘pulpo’), een zogenaamde ‘barraquito’ gedronken (erg lekker) en gingen we later cocktails drinken op een blijkbaar al goed bekende plek vlakbij Marina La Gomera. Hierna hebben Ben en ik nog een kleine uitstap gemaakt naar de latinobar bij de Marina waar de muziek op ongeveer 140 decibel stond. Gelukkig kwam er op een gegeven moment een einde aan; de muziek ging plots uit en alle lichten aan en braaf ging iedereen naar huis.

9 oktober – Auto

Licht geradbraakt van de avond ervoor stonden we op. We hadden de auto nóg een dag, dus we moesten wel goed gebruik daarvan gaan maken en weer op pad. We hebben vrij uitgebreid over het eiland gereden. Hierbij hebben we af een toe een korte wandeling gemaakt en hebben we de prachtige natuur van La Gomera mogen aanschouwen. Van een toevalligerwijs eerder La Gomera-bezoek kende ik nog een soort verlaten natuurzwembad waar we ook heen zijn geweest, hier heb ik een duik genomen.

10 oktober – Wahoo

Voor wat ik me herinner was 10 oktober een wat rustigere dag waarbij we voorbereidingen troffen voor de oversteek naar La Palma. Nog wat gesnorkeld en later op de dag kwamen Lianne en ik mensen tegen in de haven die net terugkwamen van ‘big game’ fishing met een aantal grote ‘wahoos’. Toevallig kende ik de soort vis, want de baseball club in Pensacola waar ik gestudeerd heb heette de ‘Blue Wahoos’. Ze boden ons gelijk een homp vis aan van zo’n 2kg – volgens de vissers een van de lekkerste vissen die er bestaat. En dit hebben we geweten. We hadden ceviche gemaakt als voorgerecht en daarna een enorm grote moot in boter gebakken. Ik denk een van de lekkerste vismaaltijden die ik ooit heb gehad.

11 oktober – Zeilen

Na de goede maaltijd de dag ervoor waren we helemaal op krachten gekomen om ’s ochtends vroeg uit de veren te gaan om naar La Palma te zeilen. Het was nog een overweging om naar Puerto Tazacorte te gaan of Marina La Palma, maar doordat Tazacorte vol zat moest de marina het wel worden. We werden goed Marina La Gomera uit begeleid door de erg behulpzame port control. Vervolgens hebben we een redelijk stuk gemotord onder La Gomera door. Door de hoogtes van de Canarische Eilanden zijn er bepaalde plekken waar het bijna helemaal windstil is, terwijl het aan de andere kant van het eiland keihard kan waaien. Wij zaten eerst in de luwte, waarna de wind nog redelijk aantrok. Vervolgens hebben we vrij hoog aan de wind met prima snelheid naar La Palma gevaren. Daar aangekomen nog even wat gegeten en op tijd gaan slapen.

12 oktober – Santa Cruz de la Palma en hike

De eerste echte dag in La Palma gingen we ’s ochends de stad verkennen. Uiteraard nog even een lekkere barraquito gedronken en genoten van de erg betaalbare broodjes. ’s Middags hebben Ben en ik op prima tempo een hike gedaan waarna we na een paar uurtjes weer thuis waren.

13 oktober – Werken

Door de last minute geplande vakantie gecombineerd met de drukte op werk moest ik een dagje werken tijdens de reis. Lianne heeft deze dag ook nog aan haar PhD gewerkt, een ook nog openstaande taak tijdens de trip.

14 oktober – Scooters dag 1 en Roque de los Muchachos

Op vrijdag gingen we ‘s ochtends met de bus naar El Paso (aan de andere kant van het eiland) om daar scooters te huren voor 2 dagen voor 20 euro per dag. Na de start, de berg op met een prachtig uitzicht, begon de scooter waar Ben en Lianne op zaten kuren te vertonen. Ik probeerde daarna nog even met de scooter door te rijden maar hij viel toen helemaal stil. Gelukkig waren we gestrand bij een goede bocadillo en barraquito tent (erg veel goede gezien tijdens de week). Na een broodje was de scooterverhuurder gelijk ter plaatse met een nieuwe scooter – vrij goed geregeld. Hierna waren we zonder panne Roque de los Muchachos opgereden (hoogste berg in La Palma). Het was er prachtig, maar ook heel erg koud en nat (later beneden kostte het nog even tijd om weer op temperatuur te komen). Op de Roque stonden veel bijzondere telescopen – een van de grootste observatoria in Europa.

15 oktober – Scooters dag 2 en vulkaan

De laatste echte dag (16 oktober zou ik ’s ochtends vroeg vertrekken). We zijn naar het zuiden van het eiland gereden met erg mooie uitzichten onderweg. Eenmaal op de zuiderlijke punt aangekomen hebben we gesnorkeld bij een prachtige plek met veel onderwater rotsen. Vervolgens zijn we gaan lunchen bij een heel goede tapas bar. Hierna kwam het bijzondere moment van de dag. Achteraf bleek het niet helemaal de bedoeling te zijn, maar we waren tijdens een hike vrij (te) dicht bij de actieve vulkaan te komen en hiervoor ook op onze vingers getikt door een beveiliger die in Almere had gewoond. Onderweg terug naar de verhuur zijn we door een gebied gereden dat nog vol lag met vulkanisch as. Hierna nog even hamburgers gegeten en naar huis gegaan.

16 oktober – Terugreis

Na een erg goede week ’s ochtends weer terug naar Nederland! Erg bedankt voor de leuke tijd en veel succes tijdens het verdere verloop van dit bijzondere avontuur!

Tenerife & La Gomera

Helaas had Lonneke het goede weer meegenomen naar Nederland en zaten we de volgende dagen opgescheept met ongekend slecht weer voor september in Tenerife. Er werd gewaarschuwd voor zware regenbuien, overstromingen en windstoten. Gelukkig lag Saga goed in de haven van Santa Cruz en hebben we ons niet hoeven vervelen. Laura en Allen, onze zeilvrienden die we ontmoet hebben in Porto Santo, lagen namelijk ook in de haven. Toen Lonneke nog aan boord was waren we al een keertje uitgenodigd om bij hun aan boord een drankje te komen drinken. Allen toverde allerlei lekkere drankjes naar boven en ik liet me geen twee keer vragen of ik nog iets wilde proberen. Als tegenprestatie had Lianne een paar dagen later een lekkere zeevruchtenpasta gekookt, die zeer gewaardeerd werd. Uiteindelijk hebben we nog een laatste mooie wandeling gemaakt in Tenerife voordat we de trossen los gooiden om naar La Gomera te zeilen.

De zeiltocht naar La Gomera was niet echt vermakelijk. De weersvoorspelling gaf goed weer aan, maar met de ervaring van het zeilen tussen de eilanden tot nu toe wisten we dat we daar niet helemaal vanuit konden gaan. We begonnen met het tweede rif in het grootzeil en de genua op de boom aan een voordewindse koers. Net de haven uit was de wind zo’n 15 knopen. Maar hoe verder we naar het zuiden van Tenerife gingen, hoe sterker deze aantrok. Op een gegeven moment voeren we met 35 knopen wind en besloten we de genua in te rollen. De golven waren niet hoog, maar zorgden er wel voor dat Saga net vervelend aan het rollen was. Dit duurde echter niet lang. Toen we net de zuidelijke kaap bij Tenerife om waren viel de wind ineens weg. We kwamen achter de luwte van El Teide. En ondanks dat de voorspelling dit wel had aangegeven waren we alsnog verbaasd dat de wind langzaam uit de andere richting aan begon te trekken. Het laatste stuk naar La Gomera werd dus een aandewindse koers. En ook hier was de wind verre van stabiel. Eerst was het windstil, toen 10 knopen en uiteindelijk vlak voor La Gomera was het weer 25 knopen. Zo bleven we bezig met de zeilen aanpassen. Dat zeilen tussen de eilanden blijft nog wennen.

Toen we La Gomera binnen kwamen varen waren we gelijk onder de indruk van de schoonheid van het eiland. De steile bruine kliffen zijn bekleed met groen en langs de hoogste kliffen glijden de witte wolken naar beneden. Het stadje San Sebastián de La Gomera heeft een belangrijke rol gespeeld voor ontdekkingsreizigers en je merkt dat deze geschiedenis nog steeds een belangrijke rol speelt voor het plaatsje. Met tot slot de twee mooie stranden in de buurt van de haven maakt dat La Gomera een mooie eiland is om een tijdje te blijven.

Een Koopmans 40 met de naam Zeezot trok natuurlijk onze aandacht in de haven. Dit bleek de boot te zijn van Anne en Marcel, die al een jaartje langer dan ons op pad zijn. Waar zij ooit hetzelfde plan hadden als ons, zijn ze zo betoverd geraakt door La Gomera dat ze er zijn gebleven en momenteel zelfs een huis aan het kopen zijn. Via hun hebben we ook Herwig en Lut leren kennen, twee Belgen die zich uiteindelijk meer thuis voelden op La Gomera dan in België. Tijdens de cocktails bij Cuba Libre (hier kreeg je de goedkoopste cocktails van de stad, wist Herwig te vertellen), werd ons bijgebracht wat de mooiste plekjes van het eiland waren, waar je het mooist kon snorkelen, waar je het mooist kon wandelen en welke activiteiten op het schema stonden van het festival. Zo hebben we La Gomera echt een beetje kunnen leren kennen.

Eindelijk is het dan zover….

Na een dag vol keuzestress wat wel en wat niet mee te nemen op mijn reis naar Madeira en de Canarische eilanden aan boord van Saga, heb ik (Lonneke, moeder van Lianne) mij op 6 september op station Apeldoorn door Jurre laten afzetten om de laatste trein naar Schiphol te nemen. Ruim op tijd, om in alle rust met de vlucht van 7 uur te vertrekken naar Funchal op Madeira. Best wel spannend zo allemaal in mijn eentje. Maar ik heb er enorm veel zin in om deze bijzondere vakantie zo samen met Bernhard en Lianne aan boord van Saga door te brengen. Om 10.30 uur landde ik op Madeira en daar stonden de 2 enthousiaste wereldreizigers mij al zwaaiend op te wachten. Wat een heerlijk weerzien, Lianne heeft inmiddels een mooi kleurtje gekregen en Bernhard begint op een echte stoere Viking te lijken.

De eerste dag hebben we gebruikt om aan boord van Saga met een heerlijke brownie nog even stil te staan bij mijn 60e verjaardag, om vervolgens in de auto te stappen en mij alvast kennis te laten maken met het mooie Madeira. Her en der zijn we uitgestapt om van de mooie uitzichten te genieten. Langs de vele kronkelweggetjes staan overal de blauwe en witte Hortensia’s uitbundig te bloeien. Vervolgens hebben we een bezoekje gebracht aan de natuurlijke zwembaden in Porto Moniz. Deze dag hebben we afgesloten in het oude centrum van Funchal, waar Lianne en Bernhard genoten hebben van een maaltijd met diepzeevis (zwarte degenvis).

Dag 2

Vandaag staat een flinke wandeling op het programma. De wandeling PR1 Verada do Areeiro, deze gaat van Pico de Areeiro naar Pico Ruivo en wordt door ons heen en terug gelopen. Daar we de zonsopkomst op Pico de Areeiro wilden zien ging de wekker al om 06.15 uur. Na een rit in het donker over slingerende bergweggetjes waren we precies op tijd voor het prachtige schouwspel. Een mooie oranje gekleurde horizon boven een dik wolkendek dat in het dal hangt.

Vervolgens hebben we het beginpunt opgezocht van de hike en met frisse moed (letterlijk en figuurlijk) begonnen we aan de mooie, maar voor mij ook zware tocht, waarvan Bernhard even dacht dat ik het misschien niet zou halen. Maar ik laat mij natuurlijk niet kennen, en na vele prachtige valleien en ruige bergketens komt de top van Pico Ruivo in zicht alwaar wij het bergrestaurantje bezoeken voor een welverdiende koffie en verfrissing.

Bernhard besluit om er nog een kleine route aan toe te voegen voor hemzelf, Lianne en ik nemen dezelfde route terug na wel de autosleutels in ontvangst te nemen voor het geval Bernhard ergens zou stranden en wij niet in de auto konden. Halverwege de terugtocht krijgen we inderdaad een telefoontje dat hij in een dorpje is maar dat de route terug onbegaanbaar is en wij hem daar moeten ophalen als wij klaar zijn. Genoten, maar ook vermoeid geraakt, hebben we in totaal zo’n 14 kilometer afgelegd en 1200 hoogtemeters gemaakt. De spierpijn kondigt zich al snel aan.

Dag 3

Vandaag staat in het teken van de voorbereidingen voor ons vertrek van de volgende dag. Eerst hebben we de huurauto teruggebracht naar het leuke plaatsje Machico. Hier hebben we een heerlijke cappucino gedronken en een laatste pastel del nata gegeten. Ondertussen wordt de haven in Lanzarote besproken en een vaarschema gemaakt. Daarna boodschappen doen en met lokale bus (ook een beleving op zich) weer terug naar Quinta do Lorde, waar ook ons leuke haventje is. Quinta do Lorde is eigenlijk een heel lief klein vakantie resort met allemaal gekleurde huisjes, kleine straatjes, een kerkje, maar staat sinds Corona leeg. Na aankomst hebben we nog bij het strandje van de haven gesnorkeld en veel mooie visjes gezien. Vervolgens werd het avondeten bereid en de boot opgeruimd. De spierpijn is inmiddels alom aanwezig.

Dag 4,5 en 6

Om 12 uur gooien we de trossen los. Vaarwel Madeira en op naar Lanzarote. Ik vind het nog wel een beetje spannend. Het wordt een tocht van 2 dagen en 2 nachten. Er is gelukkig een matig windje en de zee is redelijk vlak. Na een half uurtje kunnen de zeilen gehesen worden en varen we gem 4,5 knp langs Ilhas Desertas waar de laatste groep met Monniksrobben woont en dus alleen met gids bezocht mag worden. Voorlangs zwemt een groepje dolfijnen, maar ze hebben geen interesse in ons. Jammer, de rest van de vakantie ook geen meer gezien.

Gelukkig heb ik totaal geen last van zeeziekte. Ook niet als ik binnen ben. De reis verloopt zeer rustig. We varen met de windvaan dus lekker chillen. Samen met Lianne heb ik de eerste nachtshift gedaan: beetje kletsen en veel knikkebollen en om de tien minuten kijken of koers nog oké is en er geen andere schepen in de buurt zijn. Vanwege mijn werk ben ik wel bekend met nachtdiensten, maar dit is vermoeiender. Om 3 uur neemt Bernhard de wacht over en blijft alles rustig. Van Lianne heb ik wat tips gekregen hoe ik beste kon gaan liggen in mijn kooi om te slapen. Door alle geluiden van het water en werken van de boot valt dat nog niet mee. De zondag verloopt rustig. Maandag ochtend komen rond half 7 de eerste eilandjes van Lanzarote in zicht. De vaart zit er lekker in. Maar dan ineens liggen we stil, totaal geen wind meer. We besluiten een stukje op de motor te varen. Paniek!!!! De vislijn was vergeten en deze slaat om de schroef. Wat nu? Bernhard gaat bewapend met touw, duikbril en mes te water en heeft het probleem binnen 5 minuten verholpen en kunnen we weer verder. Om 18 uur varen we de haven op Lanzarote binnen.

Dag 7 en 8

Na een goede nachtrust zijn we weer op pad gegaan om Lanzarote te verkennen. Wat een contrast met Madeira. Lanzarote bestaat uit een bizar maanlandschap met brokstukken gestold lava en vulkanen bedekt met fijn gruis. De begroeiing bestaat uit cactussen, Aloë Vera planten en zielige druivenranken. We hebben de Cueva de los Verdes bezocht. Dit is een 6 km lang gangenstelsel in de lava, te bereiken via een grot. Ook hebben we het nationaal park Timanfaya een bezoekje gebracht. Een gebied dat is ontstaan door talloze vulkaanuitbarstingen in de 18e eeuw en waar nauwelijks leven mogelijk is. Bij Los Hervideros beukt de oceaan op de ruige kust.

Dag 9 en 10

Donderdag 15 september werden de zeilen weer gehesen en gingen we op weg naar Gran Canaria. De wind was inmiddels flink aangetrokken waardoor we niet al te veel zeil voeren, anders komen we midden in de nacht aan op G.C. Alles gaat voorspoedig, we varen gem. 6 knopen en hebben, vind ik, behoorlijke golven van zo’n 2 meter hoog. Halverwege de nacht wordt het nog onstuimiger en moet er een shippinglane gepasseerd worden, dus extra opletten. Gelukkig werd ik niet zeeziek, ook niet binnen op de bank om een dutje te doen. Omkleden was er voor mij niet bij: totaal geen zeebenen met deze golven. Het binnen lopen in de haven was ook pittig vanwege vrachtschepen en ferries die ook tegelijk aankwamen. Om 8 uur meren we aan bij de steiger in Puerto las Palmas de Gran Canaria.

Dag 11

Voor vandaag staat er een wandeling op het programma naar Roque Nublo. Eerst een stuk rijden met de auto en onderweg zijn we gestopt in Santa Brigida, wat een lieflijk plaatsje is. Hier op het terras hebben we een kopje koffie gedronken met Churros. Op zijn allerbeste Spaans heeft Bernhard een aardig gesprekje gevoerd met Juan, een gepensioneerde professor geologie. Deze vertelde ons nog leuke bijzonderheden over het plaatsje. Na nog de lokale bakker te hebben bezocht voor heerlijke broodjes en deze voor de wandeling te hebben genuttigd, konden we dan eindelijk gaan lopen en genieten van de mooie uitzichten.

Dag 12 en 13

Na het ontbijt hebben we de auto gepakt en richting het binnenland van het eiland gereden via een mooie kloof, de Barranco de Guayadeque, en het mooie plaatsje Aguimes bezocht. In dit gebied zie je nog veel grotwoningen van de allereerste bewoners van het eiland. Daarna je raad het al, weer een wandeling gemaakt. Deze keer naar de Pico de las Nieves. Ook hier hadden we weer spectaculaire uitzichten. In de avond was er eindelijk tijd voor een spelletje Frank’s Zoo, Lianne wint. De volgende dag maken we een tour langs westkust met mooie valleien, ruige bergen en kustlijn. Uiteindelijk komen we aan in Las Maspalomas, een bijzonder gebied met zandduinen. Je waant je in de Sahara, alleen de kamelen ontbraken. Hier hebben we het strand opgezocht en een duik in de prachtige golven genomen.

Dag 14

We zijn op tijd opgestaan want om 7 uur vertrekken we uit de haven van Gran Canaria op weg naar Tenerife. Vanwege drukte in de haven met grote schepen die uit/binnen varen is de spanning voelbaar. Maar na een uurtje motoren kunnen we de zeilen hijsen en met een matig windje hebben we de overtocht in 13 uur afgelegd. Het was een relaxte tocht en Bernhard en Lianne hebben onderweg met de prachtige Sextant kunnen oefenen. Ze zaten er maar 15 mijl naast, niet slecht voor beginners.

Dag 15

Vandaag een rustige dag, heerlijk slenteren door Santa Cruz waar we in de haven liggen. Natuurlijk de Decathlon bezocht wat volgens mij de meest favoriete winkel van Bernhard is. In het oude centrum van de stad hebben we de overdekte Afrikaanse markt bezocht en ook nog spulletjes voor de boot gekocht, waaronder een 50 meter lange ankerketting.

Dag 16

Het einde van mijn vakantie aan boord van Saga komt in zicht. Vandaag zijn we weer op pad met de auto om vervolgens te genieten van het mooie Tenerife. Wederom heeft Bernhard een mooie wandeling uitgezocht aan de voet van de vulkaan El Teide. De El Teide is zo’n 3700 meter hoog en de op 3 na hoogste vulkaan op onze planeet. De laatste uitbarsting was 113 jaar geleden en de vulkaan is nog steeds actief. Dit landschap ziet er toch weer anders uit met meer kleur en ander gesteente. ’s Avonds hebben we ter afsluiting in het oude centrum heerlijk gegeten.

Dag 17

Vrijdag 23 september, om 7 uur heb ik voor de laatste keer voet aan wal gezet vanaf Saga (na 14 dagen ben ik hier steeds handiger in geworden) en op naar het vliegveld. Om 9 uur is het dan toch echt tijd om met een lach en een traan afscheid te nemen van onze prachtige kinderen, de “wereldreizigers”.

Lieve Lianne en Bernhard bedankt dat ik tijdens mijn vakantie bij jullie mocht aanmonsteren als zeilmaatje en deze voor mij bijzondere en mooie ervaring als zeezeiler met jullie en Saga mocht beleven. Het is een onvergetelijke reis geworden.

Dank jullie wel!!!

Verder wens ik jullie een behouden vaart en geniet met volle teugen van jullie grootse avontuur.

Met nog een laatste blik op de El Teide neem ik afscheid.

Van Porto Santo naar Madeira

Uiteindelijk zijn we maar liefst 18 dagen op Porto Santo gebleven. Toen we eenmaal het eiland naar wens verkend hadden, konden we het tempo een beetje terugschroeven en wat meer tijd besteden aan lezen, zwemmen en, helaas voor Lianne, werken. Het leuke van de steiger voor passanten was dat we veel aanspraak hadden. Eerst met onze Noorse buurman aan stuurboord, die typisch rond 11:00u al vrolijk aan de Heineken zat, daarna met de twee Britse Spanjaarden aan bakboord, die toch wel benieuwd waren hoe wij ons op onze jonge leeftijd al zo’n schitterende tocht kunnen veroorloven. Toen zij vertrokken, kregen we Laura en Allen met hun Amel 54 langszij, waarmee we inmiddels een leuke band hebben opgebouwd. Een paar dagen later kwamen de Vlamingen Lennert en Marieke de haven van Porto Santo binnen, welke ons direct uitnodigden voor een fruitsalade en later voor een pintje. De laatste dagen hebben we ook nog Justin en zijn vader Chris leren kennen uit Engeland met hun Hallberg-Rassy 36. Ons sociale schema zat op een gegeven moment zo vol dat we Laura en Allen moesten teleurstellen omdat we al naar Lennert en Marieke gingen om samen met Justin nog wat te drinken, de dag voor vertrek naar Madeira. Hier had Justin het plan gesmeed om een wedstrijd te zeilen. Saga tegen Zoë, de Rassy 36. Op papier zouden we aan elkaar gewaagd moeten zijn. Ongeveer hetzelfde gewicht en dezelfde lengte waterlijn. Lianne en ik hadden op dat moment voldoende Dutch courage, dus we zagen dat wel zitten.

Zes uur later ging de wekker en de start was om 09:00u. De weersvoorspelling werd nog een laatste keer gecheckt, de tactiek, en überhaupt hoe je moet wedstrijdzeilen, werd besproken en het ontbijt werd rustig naar binnen gewerkt. Zoë voer tegelijkertijd met ons uit en Lennert had de wedstrijdleiding op zich genomen en gaf ons via de marifoon het 5-minuten sein. Ik had wel een timer op mijn horloge gezet, maar wist eigenlijk niet zo goed hoe ik die moest aflezen. In de tussentijd was ik teveel bezig met het uitbomen van de genua om het oversteken van de start te perfectioneren. Het resultaat was dat we met uitstekende zeilvoering de start overkwamen, maar wel zo’n 100 meter achter de Hallberg-Rassy. Ik nam het niet persoonlijk op. Justin en zijn vader zijn fervente wedstrijdzeilers die ooit 5e zijn geworden bij de race rond de Solent, dus zeker geen koekenbakkers. Dat we gestaag op ze inliepen versterkte het zelfvertrouwen. Het was zeker niet boven me om ze de wind uit de zeilen te varen, dus dat is precies wat we deden met de ruime koers richting Madeira. Ik kan het niet anders verwoorden dan dat we over ze heen denderden met de 8 tot 10 knopen wind die we tot onze beschikking hadden. Nadat we zo’n vijf minuten aan de leiding lagen, zetten Justin en Chris letterlijk alle zeilen bij. Het grootzeil over stuurboord, de fok over bakboord en de gennaker over stuurboord. Een schitterend gezicht. Als ze niet op ons in waren gelopen had ik misschien niet de moeite genomen om ook de gennaker erbij te zetten, maar ingehaald worden konden we niet laten gebeuren. Het werd daarom al snel duidelijk dat wij ook onze gennaker moesten gaan hijsen. En wat een schitterend gezicht was dat. Saga vol zeil, vijf knopen snelheid met 8 knopen wind en in de leiding, we waren zeer content.

Helaas zakte de wind aan het einde van de oversteek zodanig af dat Zoë de motor erbij moest zetten, en wij volgden hun initiatief een half uurtje later. Toen we nog enkel het grootzeil hadden staan, zagen we vlak onder de noordkust van Madeira het water opgespoten worden door walvissen. Met de verrekijker konden we hun rug met korte vin en kop boven water zien. Achteraf denken we dat het brydevinvissen waren. Ook werden we begroet door een Atlantische gevlekte dolfijn.

Met de indrukwekkende kliffen van Madeira dichtbij op de achtergrond konden we ons er niet druk om maken dat we niet meer konden zeilen. We hadden een mooie plek in marina Quinta do Lorde en onze avonturen op Madeira stonden op het punt van beginnen. We hadden Justin en Chris uitgenodigd voor eten en Lianne’s signature dish spaghetti carbonara viel zeker in smaak.

Lonneke, de moeder van Lianne, zou vier dagen later aankomen om haar vakantie bij ons aan boord door te brengen. Tegen die tijd zouden we een auto huren om het eiland rond te reizen. Maar in de tussentijd moesten we het doen met de bus en de benenwagen. Eerst hebben we dus de bus genomen naar het stadje Machico, vanaf waar we een wandeling zijn gestart terug naar de marina via het vissersdorp Canical. Het bleek een iets pittigere wandeling dan gedacht, maar de uitzichten waren schitterend. In Canical hebben we onszelf getrakteerd op een etentje bij een visrestaurantje waar we heerlijke tapas hebben gegeten. Het was ook wel nodig om weer even op adem te komen, want het was nog wel een stukje wandelen richting de haven.

De volgende dag besloten we rustig aan te doen, maar die belofte werd rond lunchtijd alweer verbroken omdat het mij wel vet leek om een nachtwandeling te doen richting het meest oostelijke puntje van Madeira. Het plan was om de zonsondergang te bekijken, maar als ik wat beter mijn best had gedaan, had ik wel kunnen weten dat die vanaf daar alsnog achter het eiland onder de horizon zou zakken. Ach, ook dat maakte niet uit, de kleuren van de lucht, de rotsen en de zee waren nog steeds adembenemend. Op de terugweg observeerde Lianne tot haar ongenoegen dat de ogen van alle spinnen haar hoofdlamp reflecteerde. Even stilstaan en naar de sterrenhemel kijken was er daarom niet bij, maar een schitterende sterrenhemel was het desalniettemin.

De volgende ochtend konden we de auto ophalen bij het havenkantoor en de volgende wandeling stond alweer gepland. Onderweg naar de wandeling gingen we blindelings af op de navigatie met onze Volkswagen Up. Maar plots werden de weggetjes wel erg smal en bovendien stijl. Ik reed af op een T-splitsing waar ik niet vol gas in z’n eerste versnelling doorheen durfde te rijden. Toen ik stopte om te kijken of er geen ander verkeer aankwam, kwam de Up niet meer van zijn plek. Oeps… Een buurtbewoner kwam met een brede grijns zijn huisje uit en bood ons aan de splitsing vrij te houden van verkeer. Wij zouden dan een aanloopje moeten nemen en het opnieuw moeten proberen. Maar ondanks mijn behendige voetenwerk kreeg ik de Up niet van zijn plek en begon de koppeling te ruiken naar verbrande spek. Ik liet me daarom nog maar verder van de heuvel afzakken en gelukkig kon ik uiteindelijk voldoende snelheid krijgen om de bocht door te halen, waar de man nog netjes de uitkijk hield. Ik vond het allemaal wel vermakelijk, maar Lianne heeft er een licht trauma aan overgehouden. Spannende weggetjes rijden door de bergen zal voor haar nooit meer hetzelfde zijn.

Maargoed, terug naar de wandeling. De wandeling van de 25 fontes stond gepland. In onze onwetendheid namen we aan dat het een wandeling zou zijn langs 25 watervallen, maar in de realiteit was het een enkele poel waarin min of meer 25 kleine watervalletjes stroomden. Gelukkig beperkte onze wandeling zich niet tot dit enkele punt, maar hadden we een ruime omweg genomen langs andere interessante punten. Onder andere langs een poel waarin een enkele grote waterval eindigde. Ik pakte mijn kans om een douche onder de waterval te nemen. Het was koud, en deed een beetje pijn, maar het was ook heel vet. Op dit moment was het al duidelijk: Madeira is een adembenemend mooi eiland. Vermoeid kwamen we terug, onder de aanname dat we het wat rustiger aan zouden doen als Lonneke zou arriveren en we wel weer wat rust zouden kunnen pakken. We hadden ons niet minder kunnen vergissen.

Thuis ver van huis: Porto Santo

In alle eerlijkheid zagen we een klein beetje op tegen onze overtocht. De vorige keer dat we een overtocht van 4 dagen hadden gepland, kwamen we met flinke wind uit voor A Coruña. Ook nu was de weersverwachting niet exact perfect. Als we gemiddeld ietsje minder dan 5 knopen zouden halen, zouden we de laatste nacht en dag zo’n 25 knopen wind kunnen verwachten en wie weet zou het wel meer worden. Maar we durfden het wel aan en we gooiden de trossen los op zaterdag 13 augustus.

En wat bleek nou, we zaten ons om niets druk te maken. We vertrokken met een lekkere halfwindse bries van zo’n 15 tot 16 knopen. Net niet teveel om zeil te hoeven minderen, ruim voldoende om Saga op haar rompsnelheid (maximale snelheid) te krijgen. De snelheidsmeter zat dikwijls boven de 7 knopen, dus we maakten enorm goede voortgang. In de eerste 24 uur hadden we ongeveer 150 mijl afgelegd. En het kon bijna niet beter. De volgende dagen werd de wind ietsje minder, waardoor de snelheid iets omlaag ging, maar het comfort juist iets omhoog. Nog steeds kwam de snelheidsmeter zelden onder de 5 knopen, dus het begon erop te lijken dat we in Porto Santo aan zouden komen voordat de wind weer aan zou trekken.

Lianne kon lange nachtshifts maken waardoor ik goed kon slapen. Het koken ging probleemloos en het enige waar we over mochten klagen was dat we nog steeds geen tonijn hadden gevangen, ook al lag de lijn regelmatig uit – het wordt tijd dat we eens een ander aasvisje gaan proberen. De dolfijnen kwamen ons weer regelmatig bezoeken en voor we het wisten kwam Porto Santo in zicht. Land in zicht was een bijzonder gevoel. Eerst wisten we niet of we nou alle eilanden tegelijk zagen en of Porto Santo er nou maar een klein onderdeel van was, maar al snel werd het duidelijk dat alle zichtbare pieken tot Porto Santo behoorden. De eerste nacht moesten we even voor anker in de harde wind, maar dit was geen probleem. De volgende dag kregen we een mooi plekje toegewezen in de haven waar we de komende weken zullen blijven liggen.

In eerste instantie waren we helemaal niet van plan om lang in Porto Santo te blijven en zouden we vlot onze weg vervolgen naar Madeira Grande. Maar de relaxte eilandsfeer, de adembenemende natuur en de mogelijkheid voor Lianne om stappen te maken met haar thesis, maakt dit wel een hele aantrekkelijk plek om eventjes wat langer te blijven. Inmiddels hebben we alle hoge pieken van het eiland beklommen, hebben we voor een dag een motorscooter gehuurd waarmee we het eiland zijn rond gescheurd en hebben we elke dag toch wel een stuk gezwommen of gesnorkeld. Columbus heeft hier in de 15e eeuw een tijd gewoond en wij snappen wel waarom. Porto Santo is een paradijsje op aarde.

Nog even Algarve

Voordat we op reis vertrokken, hebben we vaak gefantaseerd over spullen die we graag wilden hebben voor aan boord. Sommige spullen noodzakelijk, zoals een rubberboot om aan wal te komen. Andere puur voor ons plezier, zoals een Stand Up Paddle board (SUP) of kajak. Omdat we onszelf nog niet helemaal hadden kunnen overtuigen dat we een van deze écht wilden, hadden we ook nog maar niets gekocht. Sterker nog, wat zou voor ons beter geschikt zijn? Een SUP of een kajak? De oplossing kwam snel door het varen in de Algarve. De indrukwekkende kliffen trokken massa’s toeristen met kajaks, SUPs en rondvaartboten. Dat leek ons ook wel wat. Tel daarbij op dat het opblazen van de rubberboot op dek nog wel een klusje is terwijl het opblazen van een SUP of kajak een stuk simpeler is. Het probleem van de keuze zou pas in de Decathlon beslecht worden, maar daarvoor moesten we eerst Albufeira verlaten en koers zetten richting Portimão.

Dit was een kort, maar heerlijk zeiltochtje. Eenmaal netjes aangemeerd in de haven, vertrokken we naar de andere kant van de stad, waar de Decathlon is. We zijn, ben ik bang, een beetje verwend geraakt en we waren niet echt meer onder de indruk van Portimão na Lagos, Albufeira en Faro. Dat de tocht door een verlaten havengebied en industriegebied liep zal ook niet echt meegeholpen hebben. Maar eenmaal aangekomen in de Decathlon waren we als kinderen in een snoepwinkel! Deze Decathlon had nota bene meerdere stellingen gericht op watersport, maar dan voor goede prijzen. Ik denk dat we wel een uur voor het schap met SUPs en kajaks hebben gestaan. En ter plekke hebben we maar de knoop doorgehakt dat de kajak toch een betere optie voor ons zou zijn, omdat we hier met z’n tweetjes in kunnen, wat langere tochten mee kunnen maken en wat bagage mee kunnen nemen.

Trots als twee apen liepen we dus met onze nieuwe boot terug naar het centrum van Portimão. We hadden maar bedacht dat we ergens wat sardines gingen scoren om onze trek te kalmeren. Lianne had een mooi restaurantje gevonden waar ze ons gelukkig niet wegstuurden met onze peddels en grote rugtas waar de kajak inzat. Het eten, zoals je mag verwachten van Portugal, was weer subliem.

Maar we hadden geen intenties om nog langer in Portimão te blijven. We wilden naar Lagos om onze nieuwe kajak uit te proberen onder de mooie kliffen. Dus hebben we de koers weer gezet en wederom hadden we een heerlijk, maar nog korter zeiltochtje dan van Albufeira naar Portimão. Om onze uitgaven een beetje te compenseren hadden we besloten voor anker te gaan voor het grote strand van Lagos om vanuit daar onze kajaktocht te starten. En in tegenstelling tot onze eerdere ankerplaatsen ging hier niet alles volgens plan. Ten eerste zagen we drie gele boeien in het water liggen, waarvan het ons niet helemaal duidelijk was waarvoor ze dienden. Een half uurtje nadat we het anker uit hadden gegooid en de kajak inmiddels opgeblazen was werd het duidelijk: het is een parcours voor de huur jet-ski’s. Ondanks dat we er een meter of twintig vanaf lagen, was het voor de onwennige bestuurders een opgave om niet dicht bij Saga in de buurt te komen. Maargoed, wij hadden onze zinnen gezet op onze kajaktocht, en er was ook niet veel meer ruimte in de ankerplaats om ergens anders te gaan liggen. Dus we hadden het ankeralarm gezet en begonnen onze tocht. Het kajakken was natuurlijk geniaal. Totdat het tweede probleem zich aandeed en het ankeralarm afging! Zonder twijfel maakten we rechtsomkeer naar Saga en kwamen er gelijk achter hoe hard we met z’n tweeën in de kajak konden varen. De wind was flink aangetrokken dus we waren rap terug. Tot overmaat van ramp was Saga nu middenin het parcours beland. De boot van de jet skiverhuur wuifde ons vriendelijk toe met het verzoek Saga weer uit het parcours te varen, wat wij natuurlijk zo snel mogelijk deden. Gelukkig waren er een aantal plekjes vrijgekomen verderop in de ankerplaats dus we zorgden voor zoveel mogelijk afstand tussen ons en de jet-ski’s. En hoewel de wind verder niet afnam hebben we de nacht wel muurvast gelegen op het anker, misschien was het gewoon een beetje pech.

De volgende dag zijn we wel weer naar de marina van Lagos gevaren om ons voor te bereiden op de oversteek naar ons eerste Atlantische eiland: Porto Santo. Lianne is de mast in geklommen voor een controle, we hebben boodschappen ingeslagen en de route bestudeerd. Het werd tijd om het vaste land achter ons te laten.

Alles regelen in Albufeira

Albufeira stond bij ons vooral bekend als vakantiebestemming voor jongerenvakanties, of liever gezegd: zuipvakanties. Het viel ons wat dat betreft alleszins mee dat de marina geen overlast ondervond van zwaar drinkende 16-jarigen. Ondanks het toeristische karakter van de haven en het komen en gaan van rondvaartboten vonden we het er toch redelijk vertoeven. Zelfs de twijfelachtige architectuur konden we ergens wel waarderen. Uiteindelijk zijn we een paar dagen in Albufeira blijven liggen. Niet per se omdat we het nou zo’n geweldige haven vonden, maar omdat Marja en Henk-Jan onderdelen mee hadden genomen vanuit Nederland en we hier gelijk maar mee aan de slag wilden.

Als je al wat meer berichten op deze site hebt gelezen ben je misschien wel bekend met ons grootste probleem: gas. In onze naïviteit hadden we wel gedacht dat we overal aan gas zouden kunnen komen. Maar waar we totaal niet op hadden gerekend is dat elk land zijn eigen systeem heeft en dat het helemaal niet eenvoudig, of zelfs legaal is om gasflessen te vullen. Het enige systeem waar je echt op kunt rekenen is Campigaz. Deze blauwe flessen zijn overal verkrijgbaar. Het nadeel is echter dat deze relatief duur zijn, en laten wij nou net van relatief goedkoop houden. Desalniettemin is regelmatig ‘s avonds buiten de boot eten relatief nog duurder, dus we hadden besloten om toch maar eens te zien of we niet over zouden kunnen stappen op een ander systeem, of desnoods het dure Campingaz. Vanuit Nederland hebben we dus een hele set aan verbindingsstukjes, bajonetkoppelingen en drukregelaars laten overvliegen om zo flexibel mogelijk te zijn voor lokale systemen, en desnoods Campigaz.

Dus de zoektocht naar gas kon weer beginnen in Albufeira.

Aan de overkant van de toeristische kade was een klein stukje jachtjesindustrie. Hier bevonden zich wat kleine scheepswinkels en reparatiecentra, en ik was op zoek naar een lokale ‘Cepsa’ gasfles. Van buitenaf was het niet echt duidelijk wat voor producten of diensten elk winkeltje aanbood, dus na een paar keer onverrichte zaken weer naar buiten te zijn gelopen, kwam ik op een gegeven moment bij een zaakje die wel wat ijzerwaren en touwwerk verkocht. Jammer genoeg had hij (natuurlijk) alleen maar Campingaz, maar ik was nog net even niet klaar om over te stappen op dit dure Franse gas. Na wat gepalaver kwam echter een nieuwe optie op tafel! Deze beste man wist namelijk wel ergens een adresje waar bijna alle types gasflessen beschikbaar waren! Dat is dan weer het voordeel van al dat toerisme uit Nederland. Het enige probleem was dat dit 20 km buiten Albufeira was. Maar zelfs daar had hij een oplossing voor. Een van zijn medewerkers zou de volgende ochtend wel met de auto daarheen kunnen rijden. Wat een service. Lang verhaal kort: de volgende dag hadden wij 10 kg verse propaan aan boord, eindelijk!

In de tussentijd had de motor alweer net ietsje meer dan 100 draaiuren gemaakt. Dus terwijl de gasflessen op safari waren hebben Lianne en ik de motor weer even opgefrist met verse olie en filters. Op dezelfde dag hebben we bovendien nog de blokken op de giek voor de reeflijnen vervangen om het kleiner maken van het zeil nog iets eenvoudiger te maken. Dat was dus een efficiënt dagje.

Zo blijf je bezig, maar als uiteindelijk alles is gelukt geeft dat wel een goed gevoel. We hoeven ons in ieder geval de komende weken niet meer te bekommeren over gas en de komende maanden niet over de motor. Maar wees niet bang dat we lui worden. Het volgende klusje zal zich ongetwijfeld spoedig weer aanmelden.