Solliciteren in Schotland

Na het vertrek van mijn moeder konden we het iets rustiger aan doen op het Caledonisch kanaal. We besloten een dagje te blijven liggen in Fort Augustus om onze kansen om het monster van Loch Ness te zien te vergroten, maar vooral ook om een mooie wandeling te maken in de Highlands. Het eerste gedeelte van de wandeling bracht ons naar een mooie waterval. Het was opvallend dat we totaal geen andere mensen tegenkwamen, terwijl het in Fort Augustus barstte van de toeristen. En dat vonden we helemaal prima.

Vlak na de waterval kwamen we op een splitsing. Hier moesten we kiezen tussen de route terug of een flinke omweg. Ik was lekker vaag over de lengte van de omweg in de hoop dat het indrukwekkende landschap Lianne over de streep zou trekken er voor te gaan. Uiteindelijk kwam de teller op 26km wat zelfs voor mij wel een pittige kluif was. Maar het compleet lege landschap met kaalbegroeide bergen maakte het de moeite absoluut waard.

Onze volgende stop was het gehuchtje Dochgarroch aan de andere kant van Loch Ness. Tot onze teleurstelling zijn we het monster niet tegengekomen, maar onze dieptemeter gaf ergens halverwege wel een rare waarde aan, dus wie weet zwom Nessie wel onder ons door. Enfin, Dochgarroch is een bijzonder plaatsje gezien het feit dat er dagelijks bussen vol toeristen stoppen, terwijl er niet meer te zien is dan een sluis, een café en een viertal woningen. Toen ik de sluiswachter vroeg waarom er hier zoveel toeristen kwamen moest ze bekennen dat ze ook werkelijk geen idee had. Ze dacht misschien dat de bussen stopten om de toeristen de twee Schotse hooglanders te laten aanschouwen die de uitbaters van het café op een klein grasveldje hadden gezet. We moesten er hartelijk om lachen.

Maar ook Lianne en ik zijn niet immuun voor de charmes van een koe. Toen de avond viel, het café gesloten was en er geen toeristen meer te bekennen waren, zijn we met wat oude appeltjes naar de hooglanders toe gelopen. Ik had verwacht dat ze vlot in de gaten zouden hebben dat wij snacks kwamen brengen, maar niets bleek minder waar. Om wat aandacht te krijgen gooide ik een appeltje richting de koe. Ondanks dat de appel in de buurt landde, kregen we niet meer dan een verbaasde blik onze kant op geworpen. De tweede appel gooide ik nog dichter bij en dit bleek een succes. De koe had ineens in de gaten wat er allemaal speelde en kwam onze kant op sjokken. De twee appeltjes die we nog bij ons hadden werden dankbaar opgegeten.

Het laatste stukje naar Inverness was niet lang, maar we mochten wel weer een trap sluizen naar beneden, wat zonder de hulp van mijn moeder toch iets spannender was. Gelukkig hadden we inmiddels al de ervaring opgedaan om het soepel te laten verlopen. Inverness is een grote stad voor Schotse begrippen. Groot genoeg zelfs voor een vliegveld. En dat kwam ons goed uit. Want Lianne was de afgelopen dagen druk bezig geweest met solliciteren voor de functie Klinisch Chemicus (KC) in opleiding. En het ziekenhuis van Rotterdam liet als eerste weten dat ze vanuit een groot aantal sollicitanten geselecteerd was voor een gesprek. Na wat wikken en wegen om dit gesprek online te doen of persoonlijk langs te gaan in Rotterdam werd besloten dat een kort reisje naar Nederland de beste optie was. Ze zat er nota bene al een hele tijd aan te denken om KC te worden en het blijkt een gewilde positie te zijn. Ik werd weer alleen achtergelaten aan boord. Deze keer zonder zeilvrienden in de buurt. Het gesprek ging goed, maar helaas was er nog een net iets betere kandidaat.

Eenmaal terug in Inverness besloten we om nog een wandeling te gaan maken voordat we door zouden varen naar Peterhead. We konden namelijk makkelijk met de trein naar Aviemore vanuit waar we de tweede hoogste berg van Schotland konden beklimmen: de Ben Macdui. Uiteraard was er geen uitzicht bovenop de top, en het was steenkoud, maar wederom stelde Schotland niet teleur met schitterende uitzichten en ongerepte natuur.

De volgende stap vanuit Inverness op weg terug naar huis was een nachttochtje naar Peterhead. Deze grote vissershaven doet denken aan Scheveningen of Urk. Bovendien worden hier de grootste criminelen van Schotland achter de tralies gezet. Naast de fish en chips was dus het gevangenismuseum de grootste attractie van het anderzijds ongezellige Peterhead. Het was interessant om een kijkje te nemen in het leven van de gevangenen en over de historische significantie van de gevangenis te leren. Deze gevangenis is destijds nota bene gebouwd om de gevangenen te laten werken in een steengroeve voor de bouw van de golfbrekers van de haven. In Peterhead leerden we Ida kennen, en even later ook Reinhart en Mindy. Zij kwamen van de Orkney-eilanden en waren ook op weg naar het zuiden van Engeland. Voor de tocht naar Eyemouth vertrokken we gezamenlijk met drie boten uit Peterhead.

Eyemouth is misschien wel onze favoriete haven van de Engels/Schotse oostkust. Het havenpersoneel was ontzettend vriendelijk en er zwommen een aantal nieuwsgierige grote grijze zeehonden in de haven in de hoop wat vis toegeworpen te krijgen. Lianne had inmiddels weer een positieve reactie gekregen op haar sollicitatie in Leiden, maar op korte termijn terug naar Nederland was niet praktisch, dus mocht ze van het havenpersoneel gebruik maken van het kantoor van de directeur, die toevallig even op vakantie was. Toen ze niet veel later ook positief bericht kreeg van Groningen mocht ze er zelfs een tweede keer gebruik van maken! Het mag inmiddels wel duidelijk zijn dat Lianne heel graag de baan wilde en meerdere ijzers in het vuur had. De klik met Leiden was helaas niet zo aanwezig. Maar daarom misschien die met Groningen wel des te meer! En als we eerlijk zijn leek Groningen ons van tevoren ook al een veel leukere plaats om naar toe te verhuizen, dus dat kwam mooi uit. Groningen was zo enthousiast dat ze vlak na de sollicitatie opbelden om te vragen of Lianne langs zou kunnen komen, en na wat puzzelen leek het ons een mooie optie om vanuit Newcastle Upon Tyne de veerboot naar IJmuiden te pakken, want het weer liet het ons niet toe om rechtstreeks met Saga terug te varen.

Tussen al het solliciteren door hebben we nog met veel plezier de omgeving van Eyemouth verkend. Ten noorden lag het mooie plaatsje St. Abbs, waar een aantal scenes van de Avengers film is opgenomen. Ten zuiden hebben we een mooie wandeling gemaakt rondom het golfpark langs indrukwekkende kliffen. Tot slot hebben we een kort bezoekje gebracht aan Edinburgh met de trein. Hier hebben we vooral veel tijd doorgebracht in het natuurhistorisch museum, want het weer zat niet echt mee. En voor we het wisten stonden we alweer op het punt om Schotland te verlaten, richting Newcastle en de veerboot die ons weer op Nederlands grondgebied zou brengen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *