In IJmuiden aangekomen leggen we de boot vast en gaan we op zoek naar wat te eten. We zijn erg moe van onze trip en er is helaas niet veel in de buurt te bekennen. Uiteindelijk stappen we een louche (zoals de Belgen dat zo mooi kunnen uitdrukken, het betekent shady in het Engels) snackbar in die alleen maar patat met mayo en een beperkt assortiment snacks heeft, op zich geen probleem natuurlijk. Nadat we onze patat krijgen, waarbij de mayo iets te stijf staat en de kroket iets te krokant (=uitgedroogd) is en de frikandel ook te wensen overlaat, zijn we allang blij dat we de volgende dag er niet ziek van zijn geworden. We vertrekken die ochtend met goede moed richting Amsterdam met daarachter het vertrouwde IJsselmeer. In het Noordzeekanaal worden we opgeroepen via de marifoon met de vraag of we ons schip stil kunnen leggen en worden we uiteindelijk even tegengehouden door een boot van de Port of Amsterdam. Er moest een zeeschip een van de havens wordt uitgesleept. Het blijft altijd indrukwekkend om deze grote schepen (deze kwam uit Nassau, Bahama’s) van dichtbij te zien. Nadat we langs Amsterdam Centraal zijn gevaren en we kort het bruisende Amsterdam met de vele sloepjes en veerboten achter ons hebben gelaten, komen we uiteindelijk weer bij het IJsselmeer. Met een mooi windje in de rug varen we langs Pampus richting de haven van Muiden, waar ook prinses Beatrix haar boot heeft liggen. Met een prachtig uitzicht op het Muiderslot zijn we dan ook erg gecharmeerd van dit haventje. Na heerlijk gegeten te hebben in het centrum van Muiden vertrekken we de volgende dag richting Lelystad waar een nieuwe gasfles op ons staat te wachten. We hadden ons laatste gas al verbruikt tijdens onze tocht richting IJmuiden. Met een nieuwe gasfles hebben we een heerlijk maaltijdje kunnen koken voor Henk-Jan, die ons met zijn mooie nieuwe motor is komen opzoeken. Vanuit Lelystad gaan we vervolgens de volgende dag richting Stavoren, waar we het anker uitgooien en daarbij helaas ons bijbootje lekprikken met onze windvaaninstallatie. Na een spoedreparatie kunnen we gelukkig nog wel van boord voor boodschapjes en om onze vrienden Feije en Laura op te halen. Er weinig wind dus dobberen we richting Workum, waar we weer voor anker gaan zodat we lekker kunnen zwemmen. Na veel wijn en lekker eten genieten we van de zonsondergang en kruipen dan ons bedje in. We zetten Laura en Feije weer af in Stavoren en varen zelf door naar Urk zodat we alweer dichterbij huis zijn. In de haven van Urk staan we verbijsterd van de drukte, maar ook van het scheepje dat tegen de wal aan schuurt omdat er iets mis is met de motor (?). We kunnen gelukkig nog net een plaatsje vinden en duiken nog weer eens Urk in met zijn aparte maar prettige visserssfeer (of hoe je het ook kan noemen). Vanuit Urk varen we onze laatste tocht van onze zeer geslaagde vakantie richting Kampen waarbij we ons verbazen (ook al hadden we wel wat verwacht) van de enorme sterke stroming van soms wel 2,5 knopen door de hevige regenval in de Benelux. We kijken terug op een geweldige vakantie, waarin we veel hebben geleerd, maar ook enorm hebben genoten van het zeilen en het avontuur. We kunnen dan ook wel stellen dat dit ons zeker niet heeft afgeschrokken en dat dit naar meer smaakt!!
Helgoland – Norderney – IJmuiden
Na 30 uur zeilen en onze langste tocht tot nu toe krijgen we Helgoland eindelijk in zicht. Met de machtige rode rotskust en lange Anna (rotspunt) is het toch een bijzonder gezicht om op af te varen. Na wat moeilijke communicatie met de havenmeester weten we dan toch de tankplaats te vinden om (gierige Hollanders die we zijn) gelijk onze tank aan te vullen met belastingvrije diesel. Met volle tanks varen we opnieuw de haven in om een plekje te vinden naast een mooie Vindö. Zo actief als we nog zijn na onze eerste nachttocht verkennen we ’s avonds gelijk het eiland en gaan we al snel op jacht naar de zonsondergang die, net zoals de stank van de Jan van Genten, adembenemend is. We ontdekken al snel dat het eiland klein maar erg bijzonder is. Je kan enorm dichtbij de gigantische Jan van Genten komen die veel herrie maken en stinken, maar ook de zeehondjes en robben zijn niet bang van een paar mensen en liggen heerlijk te chillen op het strand (leuke feitje: dit doen ze voor de aanmaak van Vitamine D). Naast de dieren zijn de rode rotspartijen die uit het waterschieten even indrukwekkend als prachtig en is het een leuke wandeling om een rondje om het eiland te lopen.
Met een rondje te hebben gevaren om Helgoland is het tijd om verder te gaan en vertrekken we richting het Duitse Waddeneiland Norderney (of Nordny zoals ik vrijwel zeg). De tocht verloopt (te) rustig en we moesten helaas wat motoren. We kwamen redelijk vroeg aan tijdens opkomend tij. Dit betekende dat we het toch wel spannend vonden om via het Dovetief binnen te varen, maar met nog een dikke 70 cm water onder de kiel varen we uiteindelijk toch veilig het diepere water en de haven tegemoet. De volgende ochtend wacht ons een COVID test zodat we ook daadwerkelijk op het eiland en in de haven mogen verblijven. De test is gelukkig negatief en we kunnen het eiland met zijn mooie duinen en ontelbare konijntjes verkennen. De tweede dag gaan we lekker chillen met een lekkere frisse maar gelukkig niet al te koude duik in de zee. We besluiten die dag daarna te vertrekken maar de weergoden zitten ons niet mee. Tijdens onze eerste poging om het eiland te verlaten komen we terecht in een dikke mist. Zo dicht dat de tonnen vlak voor onze boot uit de mist opduiken en we minder dan 50m ver zien. Na meerdere websites te hebben geraadpleegd besluiten we dan om terug te varen naar de haven. Hier zullen we door een zomerstorm dan nog een paar daagjes moeten blijven liggen tot onze spijt. Ondertussen vermaken we ons met Duitse biertjes drinken en taart eten. Ook niet verkeerd.
Nadat de storm is gaan liggen wagen we ons door het krappe geultje met hoge golven waarbij onze magen gelukkig niet al te veel omdraaien. De koers wordt gezet richting IJmuiden/Amsterdam: zo’n 160 mijl en 30 tot 35 uur varen. Tijdens de nacht wordt Benno meer heen en weer geschud dan dat hij kan slapen. Uiteindelijk neemt hij om half drie ’s nachts het roer van mij over, waarbij hij nog net de Melkweg kan bewonderen voordat de zon begint op te komen. De tocht verloopt voorspoedig maar helaas zit de haven van Amsterdam volgens de havenmeester zo vol dat we blijven hangen in IJmuiden.