… werk je dood. Het is een bekend gezegde waarmee iedere aspirant booteigenaar wordt gewaarschuwd. En hoewel ik van dichtbij heb gezien hoeveel tijd mijn ouders door de jaren heen in hun boten hebben gestopt, is het me toch tegengevallen om zelf die verantwoordelijkheid te dragen. Afgelopen week heb ik namelijk met zeer welkome hulp van mijn vader verder aan Saga gewerkt. Het werk is nog niet helemaal gedaan (dat is het eigenlijk nooit), maar de resultaten mogen er inmiddels wel zijn.
Wat krijg je dus terug voor zes dagen werk?
Om te beginnen hebben we een schoon onderwaterschip nodig. De antifouling die hierop wordt aangebracht is nogal giftig en zorgt voor sterk verminderde aangroei van planten en schelpdieren. Met vier lagen Primocon (die zilveren verf die in het vorige bericht te zien was) en twee lagen antifouling zouden we de komende twee jaar zonder problemen door moeten kunnen.
Daarnaast hebben we ook boven de waterlijn Saga onderhouden. De blauwe verf op de stalen rand is opnieuw aangebracht en rondom de kajuit hebben we nieuwe kit met een verse witte verflaag aangebracht om de waterdichtheid te garanderen. Hier en daar hebben we plekjes aangepakt die wat extra aandacht nodig hadden. Bovendien zijn we gestart met het verven van het hele dek. Dit biedt ons niet alleen extra grip, het ziet er ook nog eens heel mooi uit.
Het tapen, schuren, ontvetten en verven kost dus echt veel tijd in vergelijking met het plaatsen van zonnepanelen of het vervangen van het vetkoord in de schroefas. Maar om Saga goed in orde te houden is het een noodzakelijke onderneming en uiteindelijk zeker de moeite waard.