Tijdens onze voorbereidingen hebben we eigenlijk maar weinig aandacht geschonken aan de Engelse zuidkust. De Britten leken ons simpelweg wat sympatieker dan de Fransen. Maar wat is het hier mooi! In dit bericht lees je hoe we vanuit Eastbourne verder zijn gevaren naar Portsmouth, Yarmouth, Chapman’s Pool en Dartmouth. Deze keer met een korte video van onze tocht tussen Eastbourne en Portsmouth. We waren eerst van plan in een streep door te varen naar Dartmouth, maar onweer en onvoorspelbaar weer maakte dat we toch zijn uitgeweken naar Portsmouth. Gelukkig hadden we dat als optie voorbereid en het heeft ons niet teleurgesteld dat we niet in een keer naar Dartmouth zijn gevaren.
We kwamen pas laat aan in Portsmouth, maar de jachthavenrecepties zijn hier dikwijls 24u per dag geopend, omdat zeilers typisch optimaal gebruik proberen te maken van het tij, en daarom soms ’s nachts pas de haven binnen komen varen. Voor het formaat van Portsmouth (stedelijk gebied ongeveer 1,5 miljoen inwoners) was er eigenlijk relatief weinig te doen. Naast de SpinnakerTower en de historische scheepswerf, heeft het niet echt een oud stadscentrum of andere toeristische attracties. Maar we waren de stad niet ingegaan met als hoofddoel om de toerist uit te hangen. Lianne wilde graag de PhD-verdediging van een collega bijwonen. Dus we hebben een mooi café uitgezocht met WiFi voor Lianne en een uitgebreide selectie bier aan de tap voor mij.
De grote stad hebben we de afgelopen jaren wel genoeg gezien, dus we gingen snel door. Yarmouth, een klein plaatsje op het eiland Wight, stond op de planning. Naast dat we enigszins vroeg op moesten staan om goed gebruik te kunnen maken van de stroming was het een rustige tocht. We kwamen voor de lunch aan, betaalden snel de havenmeester en trokken vervolgens onze wandelschoenen aan. En wat een schitterende wandeling hebben we gemaakt over het eiland. Langs strandjes, krijtrotsen, heide en bos. Een van de hoogtepunten waren de ‘Needles’. Dit is een reeks scherpe krijtrotsen met op het puntje een vuurtoren. De Needles zijn vooral berucht vanwege het moeilijke vaarwater onder de zeilers. Omdat de diepgang vrij plotseling afneemt van 40 naar 20 meter en het water uit de hele Solent hier langs stroomt, moet je bij wat hardere winden en springtij erg goed oppassen. Jammer genoeg is het ook een enorme toeristische attractie. Er is een hele kermis opgezet op het puntje en mensen komen met bussen aan. Ik vroeg me af in welke mate zij de omgeving anders zagen dan wij.
Op de terugweg via Freshwater Bay zijn we nog even gestopt in een pub, de Red Lion, die ons was aangeraden door de buurman in de haven. We hadden al zo’n 15km gewandeld, dus we vonden dat een biertje welverdiend was. Het laatste stukje langs de river Yar was dus met ietsje zwaardere benen, maar wel met frisse moed.
Het enige nadeel van de Engelse zuidkust is dat het erg duur is. De haven in Yarmouth kostte bijvoorbeeld wel €60 voor een enkele nacht! Dus het werd tijd dat we weer eens op ons eigen anker zouden liggen. Het originele plan was Lulworth Cove, een mooi baaitje. Op de kaart stond wel aangegeven dat deze baai in militair oefengebied ligt. Met het akkefietje tussen ons en de Nederlandse mijnenveger op de route naar Engeland in het hoofd nemen we dat tegenwoordig toch wel wat serieuzer. En dat bleek niet overbodig. We werden al onderschept door een ‘safety vessel’, een speedboat met een grote rode vlag. Ik wist dat we op marifoon kanaal VHF 08 moesten uitluisteren, dus ik besloot ze maar op te roepen en te vragen of we anders naar Chapman’s Pool mochten varen. De Britten konden het wel waarderen dat ze de onderschepping konden staken en vertelden dat het geen probleem was dat we naar Chapman’s Pool zouden varen.
In de tussentijd hadden we de hele tijd een vislijn uitstaan om makrelen mee te vangen. We waren niet in de veronderstelling dat we iets hadden gevangen, maar voordat we het anker uit gingen gooien, leek het ons wel verstandig om de lijn binnen te halen. En tot onze verbazing zat er wel een makreel aan! Ik heb de vis maar snel een klap met de lierhendel gegeven, zodat we verder konden met het ankeren. Toen we eenmaal lagen kon Lianne niet wachten om de vis schoon te maken en het rookoventje erbij te pakken. Nog geen uur later was de vis gerookt en hebben we hem heerlijk zitten oppeuzelen. Verser dan dit wordt het niet, toch?
Lianne bleef aan boord om rustig een boekje te lezen. Ik kon de rust niet vinden in deze fascinerende omgeving en wilde de kliffen beklimmen. Met wandelschoenen boven mijn hoofd zwom ik naar de kant om weer een mooie wandeling te maken. Saga lag mooi in het baaitje. Ik hoorde in de verte de schoten van het Britse leger. Het uitzicht was fantastisch. Het enige minpunt was mijn zoute, net iets te strakke zwembroek, die het wandelen wat minder comfortabel maakte. ’s Avonds kwam er nog een zeehondje met zijn vangst in de baai spelen en kregen we een mooie zonsondergang cadeau. Wellicht zullen we nooit weten hoe mooi Lulworth Cove is, Chapman’s Pool was in ieder geval de moeite waard!
Jammer genoeg was de weersvoorspelling niet ideaal om hier te blijven liggen: er kwam een flinke Zuidwester aan. Dat maakte het voor ons hoog tijd om toch maar de route voort te zetten naar Dartmouth. We hadden bedacht dat we daar in de nacht heen zouden zeilen. Dat leek beter uit te komen met het weer en het scheelt uiteindelijk weer een nachtje havengeld. Het zeilen was niet echt comfortabel. De wind draaide eerder naar ZW en trok meer aan dan voorspeld. Al snel besloten we het eerste rif te zetten. Voor de nacht werd de genua ingewisseld voor de kotterfok. Ik dacht dat ik een slimme zet had gemaakt om over stuurboord te blijven varen: de stroom zou ons immers moeten helpen om het laatste stuk richting Dartmouth te laveren (zie het kaartje). Maar de stroom kwam niet zoals verwacht en laveren tegen wind en stroom was wel taai. Daardoor werd een tocht van 60 mijl een tocht van 80 mijl. In combinatie met de onrustige zee, waardoor we niet echt goed uit hebben kunnen rusten, kwamen we vermoeid in Dartmouth aan.
Toch konden we het natuurlijk niet laten om nog even rond te wandelen. En ook Dartmouth is weer prachtig. Het lijkt bijna of we met elke mijl verder van huis in mooier vaarwater terecht komen. Nu de Golf van Biskaje snel dichtbij begint te komen, houden we dagelijks goed het weer in de gaten. Ons plan is om nog iets verder westelijk te varen, naar Falmouth, en vanuit hier de oversteek te maken. Spannend? Zeker. Maar we kijken er ook naar uit.