De eerste echte tocht

En daar zitten we weer, nog steeds wachtend op een goede wind naar Engeland. Ondertussen zijn we een stukje Nederlandse kust afgevaren en in Scheveningen beland. En wat doe je in Scheveningen? Menig Westerhof zal dit antwoord wel weten, je gaat vis (vr)eten bij Simonis. Onder het genot van een harinkje, rode poon en sliptongetjes denken we nostalgisch terug aan een van onze eerste dates die we hier hebben gehad.

Na nog wat kleine voorbereidingen is de wind gedraaid en kunnen we in ieder geval een heel eind richting Engeland varen op de zeilen, dus besluiten we om te vertrekken. Volgens de planning zullen we ongeveer 40 uur onderweg zijn, dat betekent met onze planning: 2 nachten en 1,5 dag. Met een mooie zeilwind vertrekken we uit Scheveningen en de reis gaat voorspoedig. Op het moment dat we Hoek van Holland langsvaren (de vaarroute richting de Rotterdamse haven) is het vrij rustig met de grote schepen en zijn we er voorbij zonder problemen. We dachten dat we het drukste punt wel voorbij waren, maar niks bleek minder waar. Net toen mijn nachtshift begon werden we plotseling opgeroepen door pilot Maas, wat onze intenties waren en of we van plan waren deze koers door te varen. Wat bleek, de koers die we hadden uitgezet mocht niet. Blijkbaar gingen we dan tegen het vaarverkeer in, iets wat niet op onze verschillende kaarten stond aangegeven. We moesten met spoed naar het zuiden, het liefst met wat extra gas van de motor. Braaf als we zijn deden we dit direct, maar al snel bleek dat we onze route flink moesten aanpassen. Nadat Benno een nieuwe route had gemaakt, terwijl ik om windmolenparken heen voer, kon Benno eindelijk naar bed. Helaas voor hem wekte ik hem voordat ie goed en wel kon slapen, want ik moest een tankersnelweg oversteken. Op dat moment was het erg druk. We moesten rekening houden met 6 grote tankers, stuk voor stuk minstens 20x groter dan ons, maar gelukkig met wat gemanoeuvreer kwamen we er wel uit, waarna Benno rustig kon slapen.

Na mijn nachtshift was het Benno zijn beurt voor nieuwe ervaringen. Terwijl ik knock-out op de bank aan het slapen was werden we opgeroepen door de Nederlands Marine, of we even wat meer afstand konden houden van hun schip, aangezien ze met kanonnen aan het schieten waren (buiten het militaire oefen terrein zo’n 2 mijl verderop..), wat zowel te horen als te zien was. Aangezien we geen interesse hadden om als schietschijf te dienen werd voor de 2e keer de koers verlegd en helaas met de motor want de wind nam snel af. Zo hebben we onze laatste 16 uur helaas op de motor moeten varen, maar we werden wel beloond met een zon die onderging achter de Engelse krijtrotsen en hebben we zelfs 3 (waarschijnlijk) bruinvissen gespot die op een afstandje onze boot passeerde.

Al met al een drukke en leerrijke tocht waarbij we nu in Eastbourne liggen. Hier hebben we al kunnen genieten van de Engelse pubs en Benno’s 28ste verjaardag kunnen vieren met een goed stuk taart! Overmorgen zullen we (als de wind zo blijft natuurlijk..) verder richting het westen varen, zodat we een goede uitgangspositie hebben voor de lange tocht richting Spanje.

De trossen zijn los

Het is eindelijk zover. We zijn vertrokken! De wind heeft ons nog niet verder gebracht dan Amsterdam, maar dat is eigenlijk niet zo erg. We kunnen hier rustig de laatste puntjes op de i zetten en wachten tot de wind zich vanuit het zuidwesten naar een gunstiger richting begeeft. In de tussentijd zal ik je op de hoogte brengen van wat er de afgelopen weken is gebeurd.

Afgelopen winter hebben we onze mast ondergebracht in Enkhuizen waar deze is nagekeken en voorzien van nieuwe verstaging. Dit is namelijk geen onderdeel waar we risico’s mee willen nemen. Lianne moest gewoon nog werken, dus ik had mijn broertje, Henk-Jan, gevraagd of hij op 23 mei al vroeg aanwezig kon zijn om te helpen en de boot terug te varen naar Kampen. Henk-Jan was natuurlijk op tijd, maar helaas werd het door wat miscommunicatie over de mastkraan pas na de lunch voordat de mast gezet kon worden.

Dus het werd spannend om op tijd in Kampen aan te komen. En tot overmaat van ramp was het weer ook niet echt geweldig. Toen de mast eenmaal stond en we de sluis uit waren, hadden we berekend dat we de opening van de Ketelbrug om 18:50 uur wel konden halen. De Eilandbrug door voor 20:30 uur zou dan ook wel lukken. Dus met flink wat gas erop voeren we het IJsselmeer op.

De vaart zat er goed in en we kwamen op het geplande tijdstip bij de Ketelbrug aan. Het slechte nieuws was echter dat we achter de Ketelbrug de luchten flink dicht zagen trekken. We waren goed en wel de brug door en het begon te regenen. Eerst zachtjes, daarna harder en uiteindeiljk kwam het met pijpenstelen de lucht uit. Op zich geen groot probleem. Ik had mijn regenkleding aan en Henk-Jan zat binnen broodjes met warmgerookte zalm klaar te maken. Maar toen het begon te onweren, werd het allemaal toch wel wat grimmiger. Lichtflitsen, direct gevolgd door een klap: het onweer was dichtbij. Gelukkig bleef sloeg het nergens in. Saga was, zeker weten, het hoogste punt met de vers geïnstalleerde aluminium bliksemgeleider van ongeveer 18m hoog.

Donkere luchten op het Ketelmeer

En toen begon het volgende hoofdstuk, of liever gezegd, werd het vorige hoofdstuk afgesloten. We gingen verhuizen uit Brussel. Dat zal we meevallen, dacht ik. We hadden namelijk een groot deel van onze inboedel verkocht aan de onderburen. Maar mijn inschattingsvermogen bleek maar weer eens ietsjes te optimistisch. Gelukkig hadden we toch de XL-verhuisbus gehuurd en hadden we zes extra handjes bij de verhuizing, want anders was er niets van terecht gekomen. Wat ik ook had onderschat is hoeveel nog mee zou gaan aan boord. Blijkbaar heb je toch best wel wat spullen nodig als je op een boot wilt gaan wonen.

Een bus vol met spullen voor aan boord.

Sinds 1 juni 2022 wonen we nu aan boord. En dat bevalt zo slecht nog niet. Elke dag raakt de boot ietsje meer opgeruimd en worden meer klusjes afgerond. Zo heb ik onder andere klosjes gemaakt om de mast te stabiliseren ter hoogte van het dek, een klusje waar mijn opa me nog goed advies in heeft kunnen geven. Op zaterdag 4 juni is er spontaan wat familie verzameld om ons uit te zwaaien en hebben we rond 12:00u de trossen losgegooid om echt te starten met de reis! Dat we het nog niet verder hebben geschopt dan Lelystad en Amsterdam maakt niet uit. We hebben geen haast en wachten wel tot de wind ons gunstig gezind is!

We hebben wat te vieren!

Het is gebeurd. Na maanden van voorbereiding, hulp van familie en vrienden en de nodige uitgaven was het moment eindelijk daar. Nee, we hebben het niet over onze bruiloft van 29 april… Saga ligt weer in het water!

Maar alle gekheid op een stokje, het is dus eigenlijk dubbel feest. Tussen al het kluswerk door hebben we een fantastische huwelijksdag gehad met onze familie en vrienden. Maar een huwelijksreis tijdens onze wittebroodsweken is voor ons niet weggelegd. Nee, het was nog even hard werken. Zeker voor Lianne, die nu echt met de laatste stappen van haar PhD bezig is.

En er moest natuurlijk nog gewerkt worden aan Saga. De laatste likjes verf zijn aangebracht (voor nu…) en het smeersysteem van de schroefas is nog nagekeken. De schroefas van Saga is nog vetgesmeerd, in tegenstelling tot de modernere watergesmeerde systemen. Toen we technisch advies hadden ingewonnen om een watergesmeerde schroefas te plaatsen werd ons afgeraden om dit te doen omdat er eigenlijk geen ruimte voor beschikbaar is. In plaats daarvan werd ons aangeraden om een handmatige vetpomp te installeren en de vetkoorden te vervangen. Natuurlijk dacht ik: hoe moeilijk kan dat zijn?

De eerste stap, het vervangen van de vetkoorden, viel reuze mee. Achteraf gezien was dit misschien niet eens nodig omdat ze er nog behoorlijk netjes uitzagen. Het aanpassen van het vetsysteem bleek echter een veel grotere opgave. Ten eerste wilde ik testen of de elektrische vetpomp nog voldoende vet wist te pompen. Met dit doel had ik de aanvoerslang losgekoppeld aan de schroefas. Door de pomp aan te zetten met de slang losgekoppeld kon ik zien hoeveel vet er naar de schroefas gepompt zou worden. En dit viel me behoorlijk tegen. Met het advies van de monteur en de tijdsdruk in mijn achterhoofd besloot ik een vetnippel te installeren op de toevoer naar de schroefas. Dus ik nam de toevoerslang en een schuifmaat mee naar huis zodat ik op mijn gemakje kon kijken wat voor onderdeeltje ik nodig zou hebben, en dan zou het allemaal zo gepiept zijn.

Maar ik had me niet meer kunnen vergissen. Toen ik het schroefdraad in detail begon te bestuderen werden de mysteries steeds groter. Ik had nog nooit gehoord van taps schroefdraad. De diameter richting de nippel was groter dan de diameter aan het begin van het schroefdraad. En de spoed, dit is de afstand tussen de groeven in het schroefdraad, leek ook geen logische maat te zijn. Ik was ten einde raad en trok zelfs mijn kwaliteiten als ingenieur in twijfel. Maar door een gouden tip van een collega kwam ik op een website terecht waar je enkele maten van je schroefdraad kan ingeven en deze geeft vervolgens alle mogelijke opties terug. Het resultaat: 1/4″ NPT. Een Amerikaanse standaard voor taps draad in pijpen. Specifiek geschikt voor hogedruk hydraulica. En in Rotterdam hadden ze een onderdeeltje met precies dit draad en een vetnippel!

Dus Saga was klaar, en op 14 mei ging ze te water. Ze stond ’s ochtends nog mooi te glimmen op de wal en een paar uurtjes later was ze een motorboot in de kanalen van Flevoland. We hebben maar van de gelegenheid gebruik gemaakt en zijn binnendoor van Lelystad naar Ketelhaven gevaren en vanuit daar door naar onze thuishaven in Kampen. Onze reis komt nu echt dichtbij.

Koop een boot…

… werk je dood. Het is een bekend gezegde waarmee iedere aspirant booteigenaar wordt gewaarschuwd. En hoewel ik van dichtbij heb gezien hoeveel tijd mijn ouders door de jaren heen in hun boten hebben gestopt, is het me toch tegengevallen om zelf die verantwoordelijkheid te dragen. Afgelopen week heb ik namelijk met zeer welkome hulp van mijn vader verder aan Saga gewerkt. Het werk is nog niet helemaal gedaan (dat is het eigenlijk nooit), maar de resultaten mogen er inmiddels wel zijn.

Wat krijg je dus terug voor zes dagen werk?

Om te beginnen hebben we een schoon onderwaterschip nodig. De antifouling die hierop wordt aangebracht is nogal giftig en zorgt voor sterk verminderde aangroei van planten en schelpdieren. Met vier lagen Primocon (die zilveren verf die in het vorige bericht te zien was) en twee lagen antifouling zouden we de komende twee jaar zonder problemen door moeten kunnen.

Daarnaast hebben we ook boven de waterlijn Saga onderhouden. De blauwe verf op de stalen rand is opnieuw aangebracht en rondom de kajuit hebben we nieuwe kit met een verse witte verflaag aangebracht om de waterdichtheid te garanderen. Hier en daar hebben we plekjes aangepakt die wat extra aandacht nodig hadden. Bovendien zijn we gestart met het verven van het hele dek. Dit biedt ons niet alleen extra grip, het ziet er ook nog eens heel mooi uit.

Het tapen, schuren, ontvetten en verven kost dus echt veel tijd in vergelijking met het plaatsen van zonnepanelen of het vervangen van het vetkoord in de schroefas. Maar om Saga goed in orde te houden is het een noodzakelijke onderneming en uiteindelijk zeker de moeite waard.

Start van de lente

Afgelopen weekend hebben we eindelijk weer de tijd kunnen nemen om aan Saga en onze reisplannen te werken. Het was namelijk een behoorlijk drukke tijd na de kerstvakantie. Ik ben voor vijf weken naar Noord-Zweden geweest om prototype voertuigen te testen en Lianne heeft hard aan haar laatste paper en thesis gewerkt. Daarnaast zijn we ook bezig geweest met het plannen van onze bruiloft, dus vrije tijd was wat ver te zoeken. Daarom hebben we een lang weekend uitgetrokken om weer een beetje vaart achter het onderhoud en onze voorbereidingen te zetten.

Ons weekend startte al op donderdag na de lunch. We hadden namelijk eindelijk bericht gekregen van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) dat we uitgenodigd waren voor het GMDSS-SRC examen. In ons vorige bericht hebben we verteld over de cursus die we hiervoor gedaan hadden in Nieuwpoort. We waren beiden overtuigd dat we hard genoeg hadden gestudeerd voor het examen, maar toch was het op het moment zelf wel weer spannend. Ik was als eerste klaar van de examengroep en met lichte nervositeit drukte ik op de knop om het examen af te sluiten. De printer begon gelijk mijn resultaten af te drukken en met hoge verwachtingen liep ik naar de medewerker van het BIPT toe. Jammer genoeg kon ik niet aan zijn gezicht aflezen of ik nou geslaagd was. En gezien de rest van de groep nog geconcentreerd examen aan het maken was, kon ik het ook niet ronduit vragen. Met dezelfde gebarentaal waarmee een Romeinse keizer het lot van een gladiator bepaald werd het duidelijk: ik was geslaagd! Nog geen vijf minuten later volgde Lianne uit de examenzaal met een brede glimlach. Het weekend was daarmee goed begonnen.

Met de mooie resultaten op zak zijn we tijdens het weekend langs de bootjeswinkel gegaan om veiligheidsmateriaal en onderhoudsproducten te kopen. Het belangrijkste wat je kunt doen voor je veiligheid is niet overboord vallen en niet zinken. Maar mocht een van beiden jammer genoeg toch gebeuren zijn we daar nu op voorbereid. Voor het overboord vallen hebben we goede reddingsvesten gekocht en deze uitgerust met een AIS-MOB noodbaken. Dit baken zendt een signaal met positie uit naar Saga in het geval dat Lianne of ik overboord valt. Zeker midden op de Oceaan is dit een belangrijke functionaliteit gezien er geen andere schepen in de buurt zijn en de eerste hulp van het schip zelf moet komen. Daarnaast hebben we een EPIRB aangeschaft. De EPIRB zendt via een speciaal satellietsysteem ook de positie en andere identificatiegegevens van het schip door aan de reddingsdiensten. Mochten we dus begonnen zijn met zinken nemen we de EPIRB en onze Garmin InReach mee in ons reddingsvlot en wachten we rustig af op redding.

Reddingsvest met geinstalleerde AIS-MOB

De eerste klus die ik heb aangepakt was het installeren van de zonnepanelen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een commerciele oplossing voor het frame omdat zelf lassen ook de nodige kosten met zich mee zou brengen en het resultaat een stuk zwaarder zou uitvallen. De panelen zijn nu in hoek verstelbaar en makkelijk de verwijderen. Hoe we precies een box in gaan varen zullen we nog maar moeten zien, het grootste voordeel is wel dat we nu veel langer voor anker kunnen blijven liggen.

Als tweede klus hebben we een lasnaad opgevuld bij de kiel. Deze lasnaad is onstaan doordat een vorige eigenaar een verstevigingsplaat op de kiel had gelast. Omdat deze plaat vooraan de kiel zit heeft het een negatieve invloed op de hydrodynamische vorm van de kiel. Met andere woorden, een negatieve invloed op snelheid en de maximale hoogte die je kunt lopen. Maar de lasnaad kon niet op tegen een pot glasvezelplamuur. Zowel het glasvezelplamuur als alle plekjes op de romp die wat extra aandacht nodig hebben zijn behandeld met Primocon, een soort grondverf.

Daarnaast hebben we nog wat andere kleine klusjes gedaan en is het onderhoud nu echt begonnen. Maar we zijn nog lang niet klaar. De komende weekenden zullen voor het grootste deel in het teken staan van Saga en andere voorbereidingen van onze reis.

Kerstvakantie als booteigenaar

Onze kerstvakantie startte al op vrijdag 17 december. Het beloofde een vakantie te worden van organiseren, klussen, eten en familie. Zelfs al varen de meeste mensen niet meer midden in de winter, er zijn nog genoeg ondewerpen waarmee je je als booteigenaar mee bezig kunt houden.

Van Jacobs LifeSaving in Strijen hadden we een telefoontje gekregen dat het reddingsvlot geinspecteerd was en klaar was om op te halen. Op vrijdag ben ik dus op en neer gereden om het vlot op te halen. Alles was in orde, maar we hebben het vlot wel laten aanvullen met noodrantsoenen en water. Tot mijn verassing kregen we de oude batterijen, zeeziektetabletten en noodvuurwerk mee. Voor het vuurwerk kwam het wel van pas dat oud en nieuw in zicht was. Dat is natuurlijk een mooi moment om eens te testen hoe dat werkt zonder over te komen als een hooligan.

De volgende dag stond alweer in het teken van reisvoorbereidingen. Lianne en ik waren ’s ochtends naar Nieuwpoort gereden om deel te nemen aan de cursus SRC-GMDSS (Short Range Certificate – Global Marine Distress & Safety System). Nota bene, we hebben een DSC marifoon aan boord waar je officieel wel dit certificaat voor nodig hebt. Het SRC-GMDSS certificaat staat gelijk aan Marcom B. De instructeur van de Vlaamse Vaarschool heeft ons gedurende 8 uur de nodige stof bijgebracht om mee te kunnen nemen aan het theorie examen. Gelukkig met een goeie dosis humor en wat praktische oefeningen, anders was het wel een lange zit geweest. Voor degene die nog eens in de buurt van Nieuwpoort zijn: de garnalenkroketten zijn daar echt geniaal.

Cursus volgen in de haven van Nieuwpoort

Uiteindelijk zijn we op maandag pas afgereisd naar Nederland om aan de boot te werken in Lelystad. Helaas was het te koud om te schilderen (zelfs in de verwarmde loods) dus zijn we vooral bezig geweest met de installatie van de zonnepanelen en het inventariseren van alle andere onderhoudsklussen die we nog willen uitvoeren. Als het straks weer wat warmer is in het voorjaar gaan we het dek wat aanpakken en natuurlijk een verse laag anti-fouling aanbrengen.

Naast het werken aan de boot heeft Lianne zich ten doel gesteld om het klein vaarbewijs 1+2 te halen. Dus tussen alle kerstdiners door moest ze elk moment benutten om zich bekend te maken met de stof. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, want vaarbewijs 1+2 vergt veel studietijd en oefening. Sterker nog, de avond voor het examen moesten les 7 en 8 nog helemaal doorgenomen worden. Gelukkig startte het examen in Goes pas om 12:00u en kon Lianne de autorit nog gebruiken om de laatste stof tot zich te nemen. En niet zonder resultaat: uiteindelijk is ze met vlag en wimpel geslaagd.

Hard studeren voor het vaarbewijs.