Avontuur op Dominica

Omdat we vanuit het zuiden van Martinique in één keer naar Dominica wilden varen, besloten we tegen de avond te vertrekken om zo de volgende dag na zonsopkomst aan te komen. Het zeilen was weer niet om over naar huis te schrijven, omdat we een groot deel achter de bergen van Martinique moesten varen, dus ik zal er dan ook maar geen woorden aan vuil maken.

We kwamen rond 09:00u in de ochtend aan in Dominica, iets ten zuiden van het hoofdplaatsje Roseau. Officieel zouden we eigenlijk zo snel mogelijk richting de douane moeten gaan om in te klaren, maar we hadden gehoord dat ze hier forse bedragen rekenen in het weekend en voor overuren. Daarom besloten we maar om ons quarantainevlaggetje gehesen te houden en te wachten tot maandag, zonder van boord te gaan natuurlijk. Dat gaf ons gelijk mooi de gelegenheid om wat bij te komen van ons nachttochtje. We waren aan een ankerbal van de zogenaamde Seacat gaan liggen. Omdat we relatief vroeg waren, was dit onze eerste gelegenheid om zelf een bal op te pakken. Eigenlijk ging dat een stuk makkelijker dan dat er een agressieve bootjongen op je af komt met de kans je boot te beschadigen… Niet lang daarna kwam Troy, één van Seacat’s bootjongens, naar ons toe om het geld te innen. Na wat onderhandelen kwamen we uit op een prijsje van 140 $EC voor drie nachten. Later hoorden we van Björn en Linda van de Sirena, een Nederlandse boot op wereldreis, dat het ook wel te doen was om hier te ankeren, maar Lianne en ik zijn wat dat betreft nog steeds geen helden. Hoe dan ook lagen we prima en ik begon de kajak op te pompen.

Maandagochtend vertrok ik richting Roseau om de formaliteiten af te handelen. De dag ervoor was ik al helemaal naar de stad gekajakt, maar ik kon geen geschikte plek vinden om de kajak achter te laten. Van Troy begreep ik dat ik de kajak achter kon laten bij de duikwinkel, dus dat ging ik maar proberen. Het was een drukte van belang omdat de boten werden voorbereid voor de duiktoeristen. Ik kreeg wat complimenten over de kajak en werd gevraagd of ik één van de duikinstructeurs naar een boot kon brengen die iets verderop aan een ankerbal lag. Natuurlijk geen enkel probleem. Maar om de een of andere reden kreeg ik de kajak maar moeilijk in een rechte lijn! Met wat moeite had ik de instructeur afgezet en ik peddelde terug naar de duikschool om daar de kajak achter te laten. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig. Ze wilden niet dat ik de kajak op slot zou doen aan het steigertje omdat daarvandaan de duikboten vertrokken. Ik wilde hem natuurlijk niet onbeheerd achterlaten zonder slot. Uiteindelijk heb ik hem de kant op getrokken. Grappig genoeg kwam ik er toen achter waarom ik zo scheef zat te varen: ik was vergeten de vinnetjes eronder te installeren.

Enfin, ik was eindelijk aan wal en stopte de eerste de beste bus die richting Roseau ging. Eenmaal daar aangekomen bleek het douanekantoor nog niet open te zijn en tot overmaat van ramp stond er een lange rij van cruiseschiptoeristen, die het eiland wilden verkennen en daarom ook in moesten klaren. Even tussendoor, deze werden dus vanaf het cruiseschip met een busje naar het kantoortje gependeld over een afstand van zo’n 600m. Ik zag het nog niet zo voor me dat deze mensen een wandeling in het oerwoud zouden gaan maken. Hoe dan ook, ik ging maar even een koffietje drinken met uitzicht op het kantoortje en toen er wat actie in de brouwerij kwam bewoog ik me langzaam die kant op. Blijkbaar zag ik er toch wat anders uit dan de cruisetoeristen, want één van de medewerkers kwam naar me toe in de rij en vroeg wat ik nodig had. Ik vertelde dat ik wilde inklaren voor mijn boot, waarop zij mij vertelde dat ik maar ergens achterom het gebouwtje moest lopen om daar de douanemedewerkers te vinden. Ik probeerde haar instructies op te volgen, maar kwam via een steegje uit in een verlaten ontvangstruimte waar nog geen activiteit te bekennen was. Plotseling kwam er ergens een jonge vrouw vandaan die mij waarschijnlijk verdwaald heeft rond zien kijken. Ik vertelde haar dat ik op zoek was naar de douane, waarna zij ergens op een deur klopte waar ik maar naar binnen moest. Hier zaten twee mannen op hun gemakje sport te kijken. Ik overhandigde ze de papieren en alles was vlot geregeld. Ik hoefde zelfs niet terug te komen om uit te klaren, dat was ook al voor elkaar. Verbaasd dat ik niet uren in de rij had hoeven staan en dat alles snel geregeld was ging ik nog even langs de supermarkt om wat lunch en avondeten mee te nemen. Lianne was in de tussentijd druk bezig met de presentatie van haar PhD verdediging, dus deze maandagochtend was efficiënt besteed.

De eerste activiteit die we hadden ondernomen was snorkelen bij Champagne Reef. Hier komen door de geothermische activiteit van het eiland gasbubbeltjes naar boven in het zeewater. Dit trekt dan weer een grote diversiteit aan vissen aan. Het was een mooi stukje kajakken en we mochten de kajak aan een boeitje leggen van een gids die daar een groepje toeristen mee naar toe had genomen. We raakten aan de praat en kregen een paar tips voor het snorkelen. Ook lieten we hem weten dat we van plan waren om de “Boiling Lake Trail” te bewandelen. Zonder gids, want de vorige keer in St. Lucia bleek dat niet echt nodig, en een gids voor deze wandeling zou ons zo’n 100 euro kosten. Hij vertelde dat dit op zich wel kon, maar dat er onlangs nog een vrouw verloren was geraakt op een ander pad op het eiland. Een beetje oppassen dus. Het snorkelen zelf was wel gaaf, maar helaas hadden we niet zoveel bubbeltjes omdat de thermische activiteit niet zo hoog was. Verder kwamen we in het diepere gedeelte een hele grote barracuda tegen waar Lianne en ik allebei een beetje schrik voor hadden. Bovendien hield hij ons de hele tijd in de gaten. We zijn er dus maar met een boogje omheen gezwommen naar een gedeelte waar de oceaan plots heel diep werd. Helemaal comfortabel waren we ook hier beiden niet met het uitzicht op een schijnbaar oneindige diepe oceaan, maar het was wel een mooie gelegenheid om mijn duikvaardigheden eens op de proef te stellen en langs de afgrond naar beneden te duiken. Mijn vriend Boris had me op La Palma geleerd hoe je het beste recht naar beneden kan duiken en alle oefening baarde wel wat kunst. Na een paar keer kwam ik echt diep zonder al te veel moeite en liet ik me met de uitgeblazen belletjes omhoog drijven, terwijl ik de flora en fauna van de rotswand kon aanschouwen.

De volgende dag ging ik op eigen houtje weer naar Roseau. Zo kon ik Lianne rustig laten werken aan haar presentatie. Ik wilde het kleine museum over Dominica bezoeken en op zoek gaan naar de bus waarmee we tot aan de start van de Boiling Lake wandeling konden komen. Waarom zou je namelijk betalen voor een dure taxi als er ook busjes rijden? We moeten het onszelf niet te makkelijk maken natuurlijk. Na wat rondvragen had ik ergens achteraf de vertrekplaats van het busje richting de wandeling gevonden en kon zelfs aan de buschauffeur vragen hoe laat de bus de volgende ochtend zou vertrekken. 06:30u en 09:00u was het antwoord. Dat werd dus vroeg opstaan. In de buurt was een mooi park waar ik nog even rond heb gewandeld. Hier vond ik een pad dat een mooi uitzicht bood op Roseau. Op de terugweg sloeg ik nog wat boodschapjes in en kon ik weer een geslaagde dag op mijn lijstje zetten.

Lianne gunde zichzelf een dagje vrij om de wandeling naar het Boiling Lake te maken. We vertrokken vanaf Saga toen de zon nog niet was opgekomen om op tijd bij het busje aan te komen. We hadden mazzel dat er net een taxi op weg naar het vliegveld voorbij reed waar we gratis mee mochten liften richting Roseau. Zo waren we ruim op tijd bij het busje. Bijna iedereen die ons daar zag wachten op het busje liet ons weten dat de bus er spoedig aan zou komen. Grappig genoeg had de bus wel iets vertraging omdat de buschauffeur waarschijnlijk nog ietsje langer in zijn bed was blijven liggen, maar voor ons maakte dat allemaal niet uit. We waren de eersten die die dag waren vertrokken op de wandeling. Onderweg werden we nog meerdere malen gewaarschuwd voor de wandeling en werd ons op het hart gedrukt dat we met een gids moesten gaan, maar wij zagen het allemaal wel goedkomen.

De wandeling was erg spectaculair. Het eerste gedeelte ging door de jungle en werd opgevolgd door een meer bergachtig landschap met schitterende uitzichten. Hoe dichter we bij het Boiling Lake kwamen, hoe sterker de zwavelgeur en hoe meer tekenen van geothermische activiteit. De rotsen kleurden hier en daar geel van de zwavel en op andere plekken kregen ze bijna alle kleuren van de regenboog. De grijswitte beekjes transporteerden enorm mineraalrijk water en de begroeiing hieromheen had ook bijzondere kleuren. Na dit bijzondere landschap vond ik het Boiling Lake niet eens zo indrukwekkend meer, maar daar doe ik het eigenlijk wel mee te kort. We werden nog gewaarschuwd dat we er niet in moesten gaan zwemmen, maar ik kan me niet voorstellen dat iemand dat überhaupt in zijn hoofd zou halen. Toen we weer terug waren bij de start van de wandeling namen we nog een duik in de groeve met op het einde een waterval. Heerlijk verfrissend na zo’n lange wandeling. We vroegen een dame die hier wat drankjes aan het verkopen was of ze wist hoe laat het busje naar Roseau vertrok. Ze vertelde dat als we op dat moment zouden beginnen met rennen, we het nog wel zouden halen. Enigszins gehaast holden we die kant op, maar we kwamen op de parkeerplaats ook twee Amerikanen tegen die we op de wandeling hadden gezien en we vroegen om een lift. Het was geen probleem om ons af te zetten in Roseau en we hadden een leuk gesprek onderweg.

Die avond hadden we niet echt zin meer om te koken en besloten we maar om het geld dat we hadden bespaard door geen gids en taxi te nemen te spenderen aan lekker eten in het restaurantje naast de duikwinkel. We vroegen Björn en Linda van de Sirena of ze het leuk vonden om ons te vergezellen en voor we het wisten zaten we gezellig aan de heerlijke vis met uitzicht op onze boten in de baai.

Na Roseau vertrokken we richting Portsmouth, een ruime baai in het noorden van Dominica. Hiervandaan konden we dan weer makkelijk oversteken richting Guadeloupe. Een activiteit die hier vaak wordt aangeraden is het opvaren van de Indian River. Dit mag je echter niet met je eigen bijboot of kajak doen omdat de lokale bevolking hier wat geld aan wil verdienen. We hadden nog wel de tip gekregen om hier met onze kajak op te varen voordat de toeristenboten wakker worden en dat leek ons wel wat, maar we vonden het toch niet kunnen om de lokale bevolking daarmee tegen de borst te stoten. Als alternatief had ik op onze wandelkaarten gezien dat er een wandelpad een behoorlijk eindje langs de rivier liep, dus we zijn dat maar gaan proberen. Dit bleek een prima pad en we konden verder komen dan de mensen met de boten. Uiteindelijk werd het pad wel erg onbegaanbaar en besloten we dat het ook niet echt de moeite meer waard was om met de kajak de rivier op te peddelen. Desalniettemin was het wel erg mooi!

We moesten nog een dagje spenderen voordat we welkom waren in de jachthaven van Guadeloupe, dus we zijn nog met een busje de bergen in gegaan op zoek naar een kleinere geothermische bron. Hier zagen we wederom de zwavelachtige lucht uit de grond spuiten en het was een stuk minder ver lopen dan naar het Boiling Lake. We probeerden nog terug te wandelen naar Portsmouth, maar eigenlijk hadden we al wel genoeg avontuurlijke paadjes op Dominica gezien, dus zijn we maar gewoon met het busje teruggegaan. In ieder geval zijn we er wel achter gekomen dat dit eiland het meest te bieden heeft voor de avontuurlijke wandelaar en duiker. We gaan hier zeker nog wel eens terug komen om het eiland nog beter te ontdekken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *