Antigua en Barbuda: de mooiste stranden

Vanaf Deshaies in Guadeloupe naar Jolly Harbour in Antigua is iets meer dan 45 zeemijl varen, een mooi dagtochtje dus. We werden wakker met zonsopkomst en haalden voor het ontbijt ons anker op om rustig weg te varen. Ondanks dat we ondertussen onze techniek verbeterd hebben, waarbij Lianne onderin de punt van de boot kruipt om de ketting naar binnen te geleiden en ik op het voordek sta om het anker naar binnen te lieren, blijft het een vervelend klusje. Maar alles verliep relatief soepel en we waren weer onderweg naar een nieuw eiland. Deze keer met een nog vrijer gevoel dan normaal, want Lianne had geen PhD meer aan haar hoofd.

Het zeilen ging lekker. We haalden een mooie snelheid met ons dubbelgereefde grootzeil en de fok op. Iets meer zeil had prima gekund, het waaide immers niet meer dan 20 knopen, maar dat was het comfort niet perse ten goede gekomen en we gingen hard genoeg. Het aanlopen van Jolly Harbour vonden we nog wel spannend. Sinds lange tijd zouden we namelijk weer over ondiep water zeilen! De laatste vijf mijl van onze tocht stond de diepte op de kaart aangegeven tussen de 6 en 3 meter diep. Ergens was het gek dat we hier ons een beetje druk om maakten, op het IJsselmeer is het namelijk bijna overal minder diep dan 3 meter, maar aan de andere kant loop je daar misschien vast in wat modder in plaats van een stuk koraal. Gelukkig waren onze (digitale) kaarten goed in orde en kwamen we ongeschonden aan in de ankerplaats, net voor de Satisfaction, die een paar uur na ons vertrokken was uit Deshaies.

De volgende dag werd de kajak opgeblazen en was het weer tijd om bij de douane in te klaren. Van zeilvrienden hadden we begrepen dat Jolly Harbour hiervoor de beste en goedkoopste plek op het eiland is met zo’n 85 EC$. In English of Falmouth Harbour konden de kosten schijnbaar oplopen tot 100 USD! Ook waren we al gewaarschuwd dat het douanepersoneel op Antigua niet erg vriendelijk kan zijn. Gelukkig viel het bij ons best mee ook al kostte het wel veel tijd. We moesten langs de douane, immigratie, gezondheidsdienst en de havenautoriteiten en iedereen werkte op eilandsnelheid, maar we werden vriendelijk geholpen en na anderhalf uur was alles geregeld. We maakten gelijk gebruik van ons nieuw verworven recht om vrij over het eiland te bewegen en gingen naar de bootjeswinkel voor een tube kit. Er stond ons namelijk nog de klus te wachten om de wantputtingen te installeren die mijn oom voor ons had gemaakt. Zeker omdat Job van de Satisfaction professioneel verstager is en ons had aangeboden om te helpen, leek het ons nuttig om ze zo snel mogelijk te monteren. Het leek hem namelijk wel een leuke klus om de verstaging weer netjes op spanning te zetten nadat alles gemonteerd was. Als dank voor zijn hulp hadden we aangeboden om lekker voor ze te koken aan boord van Saga.

De volgende dag zijn we weer aan wal gegaan om het eiland een beetje te verkennen. Omdat het nogal een eind kajakken was naar de bijbootaanlegsteiger van de jachthaven, leek het ons wel een aardig idee om de kajak het schitterende witte strand op te varen bij het luxe resort aan de nabijgelegen baai. Na een mooie strandwandeling langs luxe appartementen kwamen we aan bij de bus waarmee we het eiland een beetje wilden verkennen. De bus bracht ons eerst naar Saint John, de hoofdplaats van het eiland. Hier zijn we snel nog even op zoek gegaan naar een winkel die de simkaart van onze mobiele telefoon misschien aan de praat zou kunnen krijgen, maar we hadden geen zin om in de rij te gaan staan en na een korte boodschap voor twee flesjes drinken stapte we in een andere bus richting English Harbour en Falmouth Harbour. Deze twee baaien zijn namelijk het watersporthoogtepunt van Antigua, en misschien wel van de hele Carieb. Luxe jachten van over de hele wereld, maar vooral vanuit Engeland, verzamelen zich hier voor de regatta van Antigua. Dat wilden we dus wel zien.

We moesten nog even wachten tot de bus vol zat voordat de buschauffeur begon met rijden. De radio draaide Christelijke gospel en de bus maakte een nette indruk. Maar toen de buschauffeur begon te rijden, hielden we ons hart vast. Een snelheidslimiet kende hij niet en inhalen was zijn favoriete manoeuvre. De enige reden dat de stichtelijke muziek niet werd overstemd door het gehuil van de motor was omdat het volume, natuurlijk, vol open stond. Toen we bijna aan waren gekomen bij de havens en wij nog de enige twee personen in de bus waren, vertelde de buschauffeur triomfantelijk dat dit wel een vlot ritje was. Wij waren blij dat we heelhuids waren aangekomen, maar ik kon er wel om lachen.

Vanuit de bus liepen we gelijk tegen Nelson’s Dockyard aan. We wilden eens weten of we entreegeld moesten betalen en hoeveel dat dan zou zijn. 15 USD per persoon kregen we te horen. Na wat overleg, we waren immers helemaal hierheen gereden om een kijkje te nemen, besloten we toch dat we dit wat te gortig vonden en gingen ons eigen plan volgen. Ik had mijn wandelkaartjes erbij gepakt en zag dat er even verderop een pad startte die uit zou komen bovenop een berg, waarvanuit waar we een mooi uitzicht zouden hebben op zowel English Harbour en Falmouth Harbour. Dus we begonnen weer aan een klein avontuurtje, en dat betaalde zich dik uit. We kwamen nota bene via de andere kant uit op Nelson’s Dockyard zonder een cent te betalen! En de uitzichten waren nog eens geweldig ook. We liepen nog even langs de superjachten en door de historische bootwerf, maar al met al waren we niet zo onder de indruk van de sfeer. Het meest indrukwekkende vonden we het bord met de eindtijden van de Atlantische roeiers, meer dan 30 dagen doen ze erover! Maar daar hadden we zeker geen 15 USD voor willen betalen. Voor noppes was het echter een zeer geslaagd uitje!

Toen we terugkwamen kregen we van de Satisfaction te horen dat er een drankje gedronken zou worden op een strandje in de buurt. Dat leek ons wel wat natuurlijk. En ik wilde al heel lang weer eens een vuurtje stoken, dus de aansteker ging mee. Ook onze Vlaamse vrienden van de Escapade waren van de partij met hun twee opstappers. Iedereen vond het schitterend dat we een mooi vuurtje op het strand hadden, maar de rook werd af en toe wat minder gewaardeerd wat tot een stoelendans leidde. Helaas was de eerste ronde biertjes snel achter de kiezen en begon iedereen wat trek te krijgen in avondeten. Maar dat mocht de pret niet drukken. Twee rubberboten gingen langs de boten in de baai om nieuwe drankjes, gasbranders, pannen en complete avondmaaltijden mee terug te nemen. De mango-passievrucht rum die wij aan boord hadden werd ook zeker gewaardeerd. Toen het tijd werd om terug te gaan kregen we nog een sleepje zodat we niet zelf hoefden te peddelen en doken we snel ons bedje in.

Toch kregen we na een paar dagen wel het gevoel dat Antigua niet zoveel meer voor ons te bieden had zonder de portemonnee flink open te trekken, dus nieuwe plannen werden gemaakt. Barbuda lonkte met haar maagdelijke stranden afgelegenheid. Ergens vonden we het wel spannend om hierheen te varen, omdat er veel koraalriffen om de stranden heen liggen, maar het leek ons wel de moeite waard. Vanuit Jolly Harbour vertrokken we naar Cocao Point en we vonden een mooi plekje om voor anker te gaan. Er lag een tiental andere boten waaronder de andere Nederlandse boot .G. Niet veel later kwamen ook de Satisfaction, de Escapade en de Bojangles de baai binnen varen. Bojangles waren we al in Kaapverdië tegengekomen en het was erg leuk om ze hier weer te spreken! Vincent van de Bojangles had ons overtuigd om kreeft te gaan eten bij de bar aan het enorme, schitterende strand. Het mooie was dat we zelf ons servies en bijgerechten mee moesten nemen, want alleen de kreeft en een aardappel was voorzien. Wat was dit een schitterende avond op een idyllisch plekje met leuke mensen om ons heen. Mooier wordt het niet.

De volgende dag hebben we geprobeerd om het binnenland in te gaan om eens te zien of daar wat te zien was, maar dat viel vies tegen. Schijnbaar is de enige reden dat mensen hierheen komen voor de Fregatvogel, en die was er al niet meer. Verder waren er alleen maar de restanten van orkaan Irma en wat moerassig ziltig landschap, afgewisseld met droge zandwegen. We gingen maar vlot terug richting onze kajak om een beetje te zwemmen en vervolgens terug te gaan naar Saga. In de tussentijd hadden we vernomen dat er zwaar weer aan zat te komen. De verwachting was onweer met windstoten en dat vonden we niet zo geniaal, omdat de mastjes in de baai de hoogste punten waren van praktisch het hele eiland. De .G had voorgesteld om maar alvast te gaan uitchecken in het hoofdplaatsje Codrington zodat we zouden kunnen vertrekken wanneer het weer zich daar toe zou lenen. Samen met Vincent en Jojanneke van de Bojangles mochten we dus aan boord van de .G van Kim en Barbara met hun twee kindjes om naar een baaitje verderop te varen en vanuit daar een taxibusje te pakken naar Codrington. Dit was natuurlijk best een gezellige bedoeling en omdat we tijdens lunchtijd aankwamen was het douanekantoor natuurlijk dicht, dus zijn met z’n allen eerst gezellig gaan lunchen.

Na de lunch gingen we snel naar het douanekantoor en het uitchecken was nog nooit zo vlot gegaan. Voor we het wisten zaten we na een kleine boodschap weer terug in de taxibus en sprongen we aan boord van de .G. De lucht begon een beetje te betrekken en ik werd een beetje nerveus. Tot zo’n 20 knopen heeft Saga namelijk altijd wel netjes voor anker gelegen, maar de wind begon aan te trekken tot wel 35 knopen. Iedereen zat een beetje de draak met me aan te steken, maar toen ze in de gaten kregen dat ik het echt niet comfortabel vond werd de AIS aangezet om eens te kijken of Saga nog netjes op haar plekje lag. Natuurlijk was dat het geval en ik werd weer iets rustiger. Maar ik was blij om weer aan boord te zijn. Gelukkig trok de bui snel over en kwam er niet veel meer uit dan wind en wat regen. Het onweer zat hoog in de lucht en we konden het alleen maar heel ver in de verte zien. Het was een comfortabel gevoel om uitgeklaard te zijn: we konden gaan en staan waar we wilden. Ook al moet je technisch gezien binnen 24 uur wegwezen, maar een controle zagen we zo snel niet gebeuren op Barbuda.

Uiteindelijk zijn we stiekem ook wel wat langer dan 24 uur gebleven. De Satisfaction is ‘s avonds nog een keertje bij ons aan boord gekomen voor een potje Frank’s Zoo en we hebben nog mooi gesnorkeld waarbij we pijlstaartroggen en schildpadden tegenkwamen. De baai vulde zich verder met nog meer Nederlanders. Björn en Linda van de Sirena, die we tegen waren gekomen in Dominica, kwamen ook de baai in varen, samen met de Inuk. Zo lagen er opeens 6 Nederlandse boten op dit afgelegen stukje aarde. Maar het weer klaarde op en wij wilden graag terug naar Nederlandse bodem. Samen met Bojangles vertrokken we de volgende ochtend uit Barbuda. Zij naar Saint Barthélemy, wij naar Sint Eustatius.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *