2317 Mijl hoog aan de wind naar de Azoren

De wekker ging ‘s ochtends af om zeven uur. We hadden heerlijk geslapen ondanks de gezonde spanning. We dronken nog even een kopje koffie en aten een simpel ontbijt, maar eigenlijk stonden we te springen om te gaan vertrekken. Omdat we de avond ervoor aan een ankerboei waren gaan liggen, was de voorbereiding om af te varen minimaal. Na een uurtje waren we er klaar voor en gooiden we onszelf los. We voeren rustig op de motor het ankerveld uit en de zeiltjes werden zo snel mogelijk gehesen. We zagen dat de JestX al was afgevaren en dat de Escapade bezig was om het anker op te halen. De komende dagen zou de koers hoog aan de wind zijn met een prettige windkracht drie tot vier. We hadden er zin in.

Ons eerste doel was om zo hoog mogelijk te varen en vlak langs Anguilla te varen zonder over stag te hoeven gaan. JestX ging ons net voor en, omdat zij iets lichter en moderner zijn dan Saga, konden ze makkelijker hoogte houden. Maar het lukte ons ook om de juiste koers te houden en we kwamen goed uit om de open oceaan op te varen. Tot onze verbazing liep de JestX op dit moment niet eens zo ver meer op ons uit. Het zeewier kwam namelijk in het roer van hun windvaan vast te zitten en zorgde voor veel extra weerstand. Tegen het einde van de dag lagen we zo’n 20 mijl op hun voor. Wij waren wel in onze nopjes, want onder normale omstandigheden zou dat helemaal niet onverdienstelijk zijn!

De weersvoorspelling zag er goed uit voor de komende dagen. Het leek erop of we min of meer rechtstreeks op ons doel af konden varen. En misschien klinkt dit überhaupt heel logisch om te doen, maar onder normale omstandigheden ligt er een groot hogedrukgebied midden in de Atlantische Oceaan waar heel weinig wind is. Dit hogedrukgebied wordt ook wel het Azoren hoog genoemd. Traditioneel varen zeilschepen daarom eerst richting het noorden vanaf de Carieb om vervolgens westelijke winden op te pakken. Als je geen toegang hebt tot recente weerberichten zou het met onze huidige aanpak kunnen dat je middenin het Azoren hoog beland en meerdere weken zonder enige wind zit! We hoorden zelfs een horrorverhaal van een zeiler die 50 dagen in het Azoren hoog heeft rondgedobberd voordat hij van een containerschip diesel had gekregen om het laatste stuk op de motor voort te zetten. Met deze kennis in ons achterhoofd keken we een beetje argwanend naar de voorspellingen. Maar alle weermodellen wezen dezelfde kant op, dus wij maakten er hartelijk gebruik van.

Omdat de omstandigheden mild waren konden we snel wennen aan onze shifts. De eerste dagen eten koken ging makkelijk en we maakten goede voortgang zonder veel zeilwissels door te hoeven voeren. We bleven steeds dicht in de buurt van de JestX, welke ons steeds sneller in begon te halen naargelang de hoeveelheid zeewier in het water af begon te nemen. We hadden regelmatig contact via de marifoon om de tactiek door te spreken. Met ons nieuwe systeem, de Iridium, konden we nu namelijk dagelijks nieuwe weerberichten binnenhalen en deze gebruiken om onze route te bepalen. Een naderend hogedrukgebied leek echter niet te vermijden. De wind begon af te nemen en JestX nam langzamerhand afstand van ons. Omdat we nog niet ver in onze oversteek waren wilden we onze diesel sparen, streken we de zeilen en gingen we lekker dobberen op open zee. In eerste instantie was dit wel even wennen, maar toen de golfslag ook af begon te nemen was het eigenlijk best comfortabel. We maakten van de gelegenheid gebruik om even in het water te springen en even te douchen. Het was wel even spannend om in 6000m diep water te zwemmen, maar uiteindelijk merk je daar natuurlijk niets van. We hadden nog een klein stukje kotterfok uit staan om de rol van de boot wat te dempen. En als de wind een klein beetje begon te waaien rolden we meestal de fok uit om toch net één of twee knoopjes snelheid te kunnen halen. Het ging langzaam, maar we konden ons wel vermaken.

De volgende dag waaide de wind nog steeds niet, dus we dobberden rustig verder. Maar opeens zagen we een schip op onze AIS. Ik zette de radar er maar bij aan om daar eens me te oefenen, en gelukkig kwam ik daar tot dezelfde conclusie: dit schip komt op ons af. We zagen op ons systeem dat het een Frans schip was en ik besloot ze op te roepen. Soms is dat nog best een uitdaging, want niet alle Fransen spreken voldoende Engels. En mijn Frans zou ook wel eens niet al te best over kunnen komen over de radio. Gelukkig was er een Brusselaar aan boord waar we goed mee konden communiceren en ze kondigde aan dat ze aan cadeautje voor ons hadden. Even later manoeuvreerde de kapitein zijn catamaran vlak in de buurt van Saga en kregen we twee heerlijke Belgische biertjes van ze cadeau! Als dank gooide we ze een paar van onze cakejes toe. Wel bijzonder, zo’n ontmoeting midden op de oceaan.

Die avond begon de wind weer wat aan te trekken en kondigde de start aan van een paar dagen schitterend zeilen. Met een gemiddelde windsnelheid van ongeveer 10 knopen konden we heerlijk vol zeil varen en een mooie snelheid halen zonder al te veel comfort in te leveren. De koers was nog steeds aan de wind en we probeerden zoveel mogelijk oostelijk te blijven varen terwijl de wind ons meer naar het noorden probeerde te drukken. We probeerden af te toe overstag te gaan om te zien of we daarmee een betere koers konden varen, maar door de golven werd de snelheid er teveel uitgehaald, dus we bleven voornamelijk over de bakboord door varen. Desalniettemin maakte we mooie vooruitgang en de weerberichten lieten zien dat we met deze tactiek nog wel even door konden varen.

De dagen begonnen inmiddels elkaar snel op te volgen. Ik werd steeds ‘s ochtends om 04:00u gewekt door Lianne om de shift over te nemen. Tot een uurtje of 8 deed ik dan hazenslaapjes waarbij de wekker elke 20 minuten af ging. Ik speurde dan steeds de horizon af naar lichtjes of andere tekens van naburige schepen, maar eigenlijk was er nooit wat te zien. De volgende stap was dan om op onze digitale kaarten te kijken of daar andere schepen zichtbaar waren via AIS, maar vaak waren die ver weg of voeren ze dezelfde koers, dus meestal hoefde ik me daar niet zo druk over te maken. Als ik me wel voldoende uitgerust voelde stopte ik met de hazenslaapjes en ging ik mailtjes en weerberichten binnenhalen via de Iridium GO!. Via de Iridium hielden we namelijk contact met de andere schepen in de buurt. Dagelijks om 17:00u UTC stuurde iedereen hun positie door naar Tomas en Lindy op de Extress, waarna zij later de posities van iedereen naar alle schepen doorstuurden. Af en toe stuurde Adam van de Hannah Penn dan nog een afbeelding door met de posities van alle schepen getekend op een kaartje. Nadat ik dat allemaal had doorgenomen en de koers voor de dag had bepaald ging ik meestal binnen een kopje koffie zetten en wat ontbijt fabriceren. Lianne lag dan meestal nog lekker te slapen. Rond een uurtje of 11 kwam ze meestal haar bed uit en wisselden we elkaar regelmatig af met uitzicht houden. In de tussentijd lazen we vooral veel boeken op onze e-readers, maar Lianne luisterde ook wel naar podcasts. We probeerden meestal veel aandacht te besteden aan het avondeten, maar als de golfslag het leven binnen wat oncomfortabeler maakte, wilden we ook nog wel eens een blik ravioli of coq au vin erbij pakken. Zodra de zon onderging, maakte ik me meestal al vlug klaar om te gaan slapen. Lianne nam dan de shift over van 22:00u tot 04:00u, waarbij ze lezen op haar e-reader afwisselde met series en films kijken op haar telefoon.

Nadat we over de helft waren begonnen we veel meer zeeleven te zien. Verschillende soorten dolfijnen kwamen bijna dagelijks langs de boot zwemmen om een kijkje te nemen en bleven soms wel 10 tot 20 minuten meezwemmen. We hebben tonijnen uit het water zien springen en tijdens een windstilte zelfs een zwaardvis. Van andere schepen hadden we al gehoord dat ze walvissen hadden gezien, dus we speurden regelmatig de horizon af naar deze majestueuze zeegiganten. Tot onze vreugde zagen we op een gegeven moment ver in de verte water hoog op spuiten. Toen we wat beter gingen kijken zagen we hier dat grote walvissen uit het water aan het springen waren en daarmee de grote plonsen aan het maken waren. Helaas was het zo ver weg dat we het type niet konden onderscheiden, maar indrukwekkend was het zeker. Een paar dagen later zagen we een walvis juist heel dicht bij de boot en konden we hem een stuk beter bekijken. Deze walvis had een klein stomp vinnetje, maar was zeker meer dan 10 meter lang. Jammer genoeg is onze kennis op het vlak van zeedieren beperkt, dus we hebben de walvis niet kunnen identificeren, maar we waren wel enorm gefascineerd geraakt door deze bijzondere verschijning.

Jammer genoeg kwam er aan het heerlijke zeilen een einde en zagen we weer een hogedrukgebied aankomen. Deze keer was het echter minder eenvoudig om simpelweg de zeilen te strijken en te wachten op meer wind omdat de golven nog aanzienlijk waren en we een lagedrukgebied met veel wind aan zagen komen op onze weerberichten. Daarom besloten we maar de motor erbij te zetten en al motorzeilend toch voldoende voortgang te boeken om op tijd binnen te zijn op het eiland Flores. Het was wel een beetje puzzelen met het brandstofverbruik omdat we niet echt wisten hoeveel de motor zou gebruiken met het lage toerental. Daarom peilden we maar regelmatig hoeveel diesel er nog in de tank zat. Na een aantal keer durfden we wel met redelijke zekerheid te zeggen dat we het op het huidige tempo wel vol zouden halen tot aan Flores, maar we hoopten toch enorm op een klein beetje wind. Uiteindelijk werd onze hoop vervuld en konden we de laatste dagen met flinke wind doorzeilen tot aan Flores. Jammer genoeg kwam de wind precies uit de verkeerde richting en moesten we een lange slag laveren, maar ook hier kwamen onze berekeningen wel goed uit en hebben we bijna geen meter teveel gezeild. Escapade was al een paar dagen eerder aangekomen in de Azoren omdat zij een stuk sneller is dan Saga. Lennert hielp ons goed de haven in en we waren blij dat we de oversteek achter de rug hadden.

Al met al hebben we een bijzondere oversteek gehad vanwege het complete gebrek aan het Azoren hoog. Normaal gesproken kan onze koers namelijk helemaal niet zo gezeild worden. Daarnaast hebben we bijna alles hoog aan de wind gezeild, terwijl in een typisch jaar de wind uit alle richtingen komt. Aan de andere kant hebben we voornamelijk lichte wind gehad, wat wij helemaal niet erg vonden. Daarbij is 22 en een halve dag helemaal geen slechte score voor een oversteek van Sint Maarten naar Flores. Omdat de wind meestal niet helemaal uit de juiste richting kwam hebben we uiteindelijk 2317 mijl gevaren terwijl de kortste route 2090 mijl is. Tot slot was dit allemaal niet mogelijk geweest zonder de dagelijkse weerberichten van onze Iridium GO!, dus we zijn heel blij dat we deze uiteindelijk toch hebben aangeschaft in Sint Maarten.

Goed.

Nu is het hoog tijd om de Azoren te gaan verkennen!

Als bonus is hier nog een sfeerimpressie van onze oversteek:

Gezelligheid in Sint Maarten

De tocht van Saba naar Sint Maarten was niet zo ver en we hebben weer heerlijk gezeild. Sint Maarten bestaat uit een Nederlands deel in het zuiden en een Frans deel in het noorden (Saint Martin). Maar in tegenstelling tot België worden deze delen wel min of meer onafhankelijk bestuurd. We hadden begrepen dat de douaneprocedure aan het Nederlandse deel ingewikkelder en duurder was, en hoewel we wel een klein beetje nationalistisch zijn, houden we toch meer van onze eigen portemonnee, dus zijn we lekker naar Marigot Bay gevaren aan de Franse kant. Het laatste stuk richting de baai was tegen de wind in. Helemaal geen straf, want we hadden daglicht genoeg en een beetje laveren, daar zijn we niet vies van. Het ankeren ging super makkelijk en toen we ‘s avonds gingen koken zagen we dat de Satisfaction vlak naast ons was gaan liggen. Even verderop lag de Bojangles al voor anker. Dit beloofde één en al gezelligheid te worden.

Vincent van de Bojangles kwam gelijk even langs om te vragen of we nog iets nodig hadden. Hij ging zelf even zijn gasflessen ophalen bij de watersportwinkel. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om mee te liften, want bij diezelfde watersportzaak konden we de hele incheckprocedure doen. Om daar te komen moesten we een ophaalbrug onderdoor die naar de lagune binnenin Sint Maarten leidt. Deze ervaring deed wel weer een beetje denken aan varen in Nederland, super leuk dus! We dronken samen nog even een biertje nadat Vincent zijn flessen op had gehaald en ik had ingecheckt en keerden terug naar de baai. Onderweg vertelde Vincent me nog dat er de volgende dag een lezing zou zijn over de oversteek naar de Azoren en Europa. Daar had ik wel oren naar, dus onze volgende activiteit stond alweer gepland.

Het was zo’n 45 minuten varen met onze rubberboot vanaf de Franse baai naar de watersportzaak aan de Nederlandse kant, waar de lezing gehouden werd. Best wel leuk dus, zo’n stuk varen met de rubberboot. De lezing zelf was interessant, maar vertelde niet veel wat we nog niet wisten. Aan de andere kant deed het ons wel realiseren dat de oversteek terug lastiger zou gaan worden dan de oversteek van Kaapverdië naar Grenada. Goede informatie over het weer is eigenlijk onmisbaar om niet vast te komen zitten in een zone zonder wind, of misschien wel erger nog, verrast te worden door een storm op zee. Vlak na de lezing spraken we nog even met een van de presentatoren over manieren om weer binnen te halen aan boord. Een techniek waarbij je een kleine wereldontvanger op batterijen kon gebruiken samen met een smartphone of laptop leek mij wel super interessant. Maar zie zo’n klassieke radio maar eens te vinden op zo’n eiland… helaas is dat niet meer helemaal techniek van deze tijd. De lezing eindigde met het openen van drie reddingsvlotten. De eerste, een hele oude, werkte inderdaad niet goed meer en we zagen wat meer piraatachtige types in het publiek wel wat moeilijk kijken. Waarschijnlijk varen die nog rond met een reddingsvlot uit de jaren 70. Daarna werden twee relatief nieuwe vlotten opgeblazen: een kustvlot en een oceaanvlot. Het was wel gaaf om te zien hoe dat ging en wat de verschillen zijn. Wij zijn in ieder geval blij dat we met een mooi oceaanwaardig reddingsvlot rondvaren dat nog goedgekeurd is tot 2024. Adam en Kathryn van de Hannah Penn waren ook bij de lezing en we besloten met z’n vieren nog een biertje te drinken bij de Lagoonies bar om de hoek. Deze bar had gewoon een aanlegsteiger voor de rubberboten, ideaal. Na één biertje (echt waar) voeren we met de zonsondergang terug naar de Franse baai. Onderweg hebben we nog een andere rubberboot een stukje gesleept omdat hun motortje het niet meer deed, maar die kregen ze na een half uurtje weer aan de praat. We kwamen net na zonsondergang aan boord en doken maar snel ons bedje in.

De volgende dag kregen we van Dennis van de Satisfaction te horen dat er een auto was geregeld om het eiland rond te rijden. Deze luxe bolide had ruimte voor 8 personen en was van alle gemakken voorzien, waaronder elektrisch bediende schuifdeuren. Samen met Job, Nick, Hidde, Guus en Petra racete Dennis ons het hele eiland over. Onze eerste stop was het strandje waar de vliegtuigen vlak over vliegen om te landen. Grappig genoeg waren de toeristen die hier op afkwamen eigenlijk een grotere beleving dan de vliegtuigen die af en toe langs kwamen vliegen. De luide paarsverbrande Amerikanen met hun liter-cocktails stalen toch echt de show. Al met al vonden we het niet de moeite waard om hier nog veel langer te blijven dus we gingen weer op pad richting Philipsburg, de hoofdplaats van het Nederlandse deel. Omdat hier de grote cruiseschepen aanmeren waren er veel kleine toeristische winkels, maar we hadden ergens achteraf een prima restaurantje gevonden om lekker te lunchen.

Na de lunch zijn we naar een plek gereden waar de schade van een recente orkaan nog heel goed zichtbaar was. Een hele jachthaven met accommodatie was compleet verwoest en niet meer bruikbaar. Het was wel bijzonder om hier rond te lopen en geconfronteerd te worden met de schade na afloop van extreem natuurgeweld. Sowieso is dat wel iets waar we tijdens onze reis veel bewuster van zijn geworden: de natuur is ontzagwekkend en meedogenloos, ook al probeert men zich daar in het dagelijks leven zo min mogelijk van aan te trekken. We sloten de dag af met een wandeling langs een strand en een drankje in een strandtentje. Hier realiseerden we ons dat we maar verwend zijn geraakt met onze reis door de Carieb. Dit strand stond namelijk bekend als het mooiste strand van Sint Maarten, maar in vergelijking met de andere stranden die we de afgelopen maanden hadden gezien viel het maar wat tegen. Gelukkig verveelt goed gezelschap nooit.

Met het zelfde gezelschap vertrokken we de volgende dag weer om een mooie wandeling te maken naar het hoogste punt van het eiland. Omdat Dennis niet bang was om wat minder begaanbare weggetjes in te slaan met de grote auto, kwamen we eigenlijk super dicht bij het einde van de wandeling uit, dus we waren maar zo op de top. Iedereen had nog wel energie over, dus ik pakte mijn telefoon erbij om een route te improviseren. Lianne zag de bui al hangen. Het eerste stuk bestond uit een leuk pad door hoog gras. De uitzichten waren niet super spectaculair, maar we maakten prima voortgang. Ik had inmiddels bedacht dat we wel een rondje konden lopen via een dorpje in het dal. Het plan was om tot de elektriciteitsmasten door te lopen en via daar naar beneden te gaan. Maar het pad werd natuurlijk steeds slechter en Lianne waarschuwde iedereen dat het niet de eerste keer zou zijn dat we een doodlopend pad in zouden wandelen en dat we het hele stuk terug tegen de berg op zouden moeten lopen. Uiteindelijk was iedereen het er over eens dat we maar beter niet verder moesten wandelen.. Toen we terugkeerden naar de auto zagen we nog wel een groep apen! Ze zaten lekker in een mangoboom vruchten te eten.

Verder zijn we met de auto nog naar Fort Amsterdam in Philipsburg geweest, waar we hebben genoten van mooie uitzichten en grote leguanen, en naar een strandje waar we mooi zouden kunnen snorkelen, maar dat viel helaas tegen. Daarnaast hebben we van elk supermarktbezoek gebruik gemaakt om water mee te nemen naar de boot, alvast ter voorbereiding van onze oversteek terug naar Europa.

Daarna was het eindelijk tijd om even wat klusjes te doen aan de boot. Ik wilde graag het roerblad van onze windvaan en wat plekjes op het dek van Saga verven. De vetpot moest bijgevuld worden en we wilden de functionaliteit van onze noodbakens testen. Lianne is nog de mast in gegaan om alles te controleren en ik heb de zonnepanelen nog iets anders geprogrammeerd om meer opbrengst te behalen. Ook werd het hoog tijd dat ik de koelkast eens op 12V aan de praat zou krijgen. Tot nu toe gebruikten we daar altijd de omvormer voor, maar eigenlijk is dat super inefficiënt. Het probleem was alleen dat de stroomkabels in onze schakelkast te dun waren voor de hoge stroom die de koelkast kan trekken. Omdat ik de dag ervoor bij de Bojangles aan boord met Vincent heb gekeken naar zijn stroomvoorziening, had ik weer de juiste motivatie om zelf die klus aan te pakken. En uiteindelijk was het ook zo gepiept. De koelkast draait nu dus mooi direct op 12V en dat scheelt ruim 30% energieverbruik!

Maar de klusjes hielden daar nog niet op. We voeren bijna dagelijks met de rubberboot naar de kant om naar de supermarkt te gaan om wat inkopen te doen voor de oversteek. Aan de ene kant was dit een uitje op zichzelf, omdat deze supermarkt in vergelijking tot de rest van de Carieb een enorm assortiment had, maar uiteindelijk was het ook pure noodzaak. Regelmatig kwamen we andere Nederlanders tegen bij de grote bijbootsteiger, waar het soms verrassend moeilijk was om een plekje te vinden vanwege de drukte. Op een gegeven moment spraken Jacco en Jannie van de Maaike Saadet ons aan en vroegen of wij van de blauwe Koopmans waren. Van Vincent en Jojanneke hadden we al gehoord dat dit ook hele leuke mensen waren, dus we spraken snel af om een kopje koffie te komen drinken. En grappig genoeg zijn we daar de volgende dagen bijna dagelijks langs geweest voor een heerlijk kopje koffie en gezelligheid. We waren onder de indruk van hun verhalen. Ze zijn met hun boot naar Groenland geweest, en met hun vorige boot helemaal in Zuid-Amerika. En dan kennen zij weer mensen die nog veel extremere reizen hebben gemaakt. Wij luisterden altijd geboeid naar hun mooie verhalen, half dromend over nog verdere reizen dan waar we nu al mee bezig zijn.

Ook kwam inmiddels het weer al veel vaker aan de orde. Soms aan boord van de Bojangles, soms aan boord van de Maaike S. We zaten met z’n allen al een beetje te vlassen op een goed moment om Sint Maarten te verlaten richting Bermuda. Maar het bleek dit jaar nog niet zo makkelijk te worden. Het Azoren hoog, wat normaal gesproken het weer domineert, was dit jaar ver te zoeken. En een echt goed moment om te vertrekken deed zich nog niet voor. Lianne en ik begonnen steeds nerveuzer te worden over onze aanpak, en besloten dat we toch maar moesten investeren in een Iridium GO! Voor onze oversteek. Met dit apparaatje kun je namelijk e-mails versturen en gedetailleerde weerkaarten binnenhalen, zodat je onderweg in contact kan blijven met de buitenwereld en de route zorgvuldig kunt plannen. Maar dit apparaatje aanlopen was zo makkelijk nog niet. Bij de Île Marine, een bootjeswinkel, hadden ze er eentje te koop voor €1250. Dit zou een enorme deuk in ons budget slaan, dus ik probeerde eerst maar eens via de radio te vragen of iemand er eentje tweedehands te koop had. Elke ochtend om 07:30u was er namelijk het radionet van Sint Maarten, en één van de rubrieken was “Buy, Sell or Swap”. Helaas kon niemand ons blij maken en besloten we maar diep in de buidel te tasten bij de Île Marine. Des te meer omdat ze er nog maar ééntje op voorraad hadden, en het twee weken zou duren voordat de voorraad aangevuld zou worden. Maar het verhaal houdt hier nog niet op. Want van de Jacco en Jannie hadden we namelijk gehoord dat er een vlooienmarkt werd georganiseerd voor bootjesspullen aan de Nederlandse kant. En laat hier nou net een Fransman staan die een Iridium te koop had voor €500! Wij baalden natuurlijk als een stekker dat we niet net nog een dagje hadden gewacht, maar zagen dit ook wel als een mooie kans. Uiteindelijk stelde ik de verkoper, genaamd Jean Noël (John Christmas) voor dat ik hem sowieso wilde kopen en dat hij alvast €100 kreeg, maar dat ik nog even terug moest naar de boot (1,5 uur varen heen-en-weer) om meer cash op te halen. Lianne zou in de tussentijd aan wal blijven omdat de rubberboot sneller is met maar één persoon erin. Toen ik terugkwam was Jean net zo blij om mij te zien als ik hem. Hij had namelijk nog vijf andere mensen moeten teleurstellen omdat hij al de deal met mij had gemaakt. Dus toen waren wij de gelukkige eigenaar van 2 Iridium GO!’s. Op de terugweg kwamen we net voor sluitingstijd aan bij de Île Marine. We vroegen vriendelijk of we de reeds gekochte Iridium terug mochten brengen, en omdat we hem nog niet eens uit de plastic zak hadden gehaald was dit geen enkel probleem. Dat was voor ons wel een pak van het hart. Het geld moest nog even op zich laten wachten, maar uiteindelijk hebben we dat allemaal cash teruggekregen. Wij waren blij dat het toch nog zo goed is uitgepakt.

Vincent en Jojanneke zagen inmiddels hun kans schoon om richting Bermuda te varen. Wij zagen het nog niet helemaal zitten omdat er relatief weinig wind was en de kans op moteren heel groot was. Uiteindelijk heeft Vincent de juiste keuze gemaakt, want er was meer wind dan voorspeld en ze hadden een comfortabele tocht richting Bermuda. Maar wij zaten zeker niet bij de pakken neer, want Koningsdag stond voor de deur, en Joep van de J133 “Miesje” had bij een bar-restaurant geregeld dat we met een grote groep Nederlanders (en Vlamingen) een feestje zouden bouwen. Dit was zo’n succes dat een paar dagen later op dezelfde plek nog een vrijdagmiddagborrel werd georganiseerd. Super gezellig, want hier kwamen we weer mensen tegen die we sinds Kaapverdië niet meer hadden gezien.

In eerste instantie hadden we ons voorgenomen om eind april te vertrekken richting Bermuda. Maar het weer stond ons steeds net niet aan. En ergens maakten we keer op keer ook wel de juiste beslissing, want steeds als de voorspellingen net niet helemaal naar onze zin waren hoorden we van boten die toch vertrokken waren dat het ze niet was meegevallen. En ook hier konden we wel weer een positief aspect vinden, want omdat we niet op zee waren tijdens onze trouwdag (29 april, weet je nog?) konden we onszelf lekker trakteren op een avondje uit eten. En we zijn ook nog lang genoeg gebleven om het carnaval van Sint Maarten mee te maken. Hier hadden we in eerste instantie niet zoveel van verwacht omdat het carnaval van Martinique heel hoog staat aangeschreven, maar eigenlijk waren we van deze nog veel meer onder de indruk. De extravagante en schaarse outfits van de deelnemers, in combinatie met het feit dat de optocht op zichzelf echt super lang duurde, maakte het behoorlijk indrukwekkend.

Inmiddels zat Saga tjokvol met eten en drinken en waren wij wel uitgefeest. Het weer naar Bermuda zat nog steeds niet mee en we begonnen ons mentaal voor te bereiden op een directe oversteek naar de Azoren. Een aantal andere bevriende schepen, waaronder de Escapade, JestX, Miesje, Toubab en Halea hadden hetzelfde plan en 8 mei leek een prima moment om te vertrekken qua weer: de eerste paar dagen zou heerlijk zeilen worden en later zou er wat minder wind zijn, maar verder dan vier dagen kun je toch niet echt vooruit kijken. We haalden het anker op, gooiden nog voor de laatste keer de water- en dieseltanks vol en gingen de laatste nacht aan een ankerboei liggen. De grote oversteek terug lag letterlijk en figuurlijk voor de boeg.