Terug naar huis

Voor de zekerheid waren we de dag ervoor nog even langs de havenmeester gelopen om te vragen of de waterdiepte voldoende zou zijn om ‘s ochtends vroeg net na eb uit te varen. Hij verzekerde ons dat het wel zou lukken en mijn eigen berekeningen zeiden dat gelukkig ook. We voeren voor zonsopkomst de haven van Eyemouth uit met het gevoel nu écht op de terugreis te zijn. Een vissersboot voer vlak achter ons de haven uit en keerde noordwaarts waar wij verder naar het zuiden gingen.

We hadden een redelijk windje en konden nog aardig zeilen. Maar het begon wel erg koud te worden aan boord. Onder ons zeilpak droegen we beiden een thermobroek en joggingbroek en zoveel mogelijk laagjes aan thermoshirts en fleecetruien als comfortabel was. Het hoogtepunt van deze tocht was het Bamburgh Castle, waar we vlak langsvoeren. Lianne heeft namelijk alle afleveringen van The Last Kingdom gezien, waarin dit kasteel in belangrijke rol speelt.

We kwamen voor zonsondergang aan in Newcastle Upon Tyne aan en werden opgevangen door onze vrienden van de Rockhopper, die daar al een tijdje verbleven. Het havenpersoneel was wederom bijzonder vriendelijk en ze hadden zelfs de moeite genomen om de Nederlandse en Amerikaanse vlag te hijsen voor hun buitenlandse gasten.

De volgende dag stond alweer in het teken van onze reis naar Nederland met de ferry. Het hele idee dat we met een andere boot terug gingen varen dan met onze eigen boot stond me een beetje tegen, maar aan de andere kant heb ik het altijd al een leuk idee gevonden om met de ferry naar Engeland te varen, dus ik had er eigenlijk vooral zin in. Qua planning kwam het goed uit om nog even in het restaurant van de haven te lunchen en we trakteerden onszelf op een heerlijke bak mosseltjes. Hierna haalden we onze rugtassen op aan boord en konden we zo de ferry oplopen, want die vertrekt praktisch naast de jachthaven. De ferry overtrof al onze verwachtingen. Onze hut was ruim en had zelfs een wc en douche, wat wij grappig genoeg niet vanzelfsprekend achten op een boot. Daarnaast was er overal entertainment in de verschillende kroegen en uitgaansgelegenheden en er was zelfs een grote tax free winkel aan boord. Het eten was bovendien boven verwachting goed, wat tot gevolg had dat ik eigenlijk teveel had gegeten voor een goede nachtrust.

Onze tijd in Nederland was uiteindelijk kort maar krachtig, want Lianne heeft de baan in Groningen gekregen. Maar we wilden snel weer terug naar Saga en vooral snel met Saga terug naar Nederland. We keken overigens wel uit naar de terugreis. Er was storm voorspeld en onze vrienden van de Rockhopper hadden vanwege het slechte weer in Newcastle besloten om de mini cruise van de ferry te doen, en zaten dus bij ons aan boord op de terugreis. Qua storm was er windkracht 8 tot 9 voorspeld, en wij waren wel benieuwd hoe de grote veerboot daar mee om zou gaan. Maar de kapitein was ook niet op zijn achterhoofd gevallen en voer, tot onze teleurstelling, grotendeels om de storm heen. Alleen het laatste stuk, tijdens het ontbijtbuffet, hadden we serieuze golfopbouw en we vroegen ons af of er gewoon minder mensen aan boord waren of dat iedereen ziek in hun hut zat, want het buffet was minder goed bezocht dan op de heenreis. Wij merkten er verder niet zoveel van. Ei, worst, spek, gebakken paddestoelen… ons ontbijt ging er zonder problemen in. Wel was het indrukwekkend om te zien hoe de golven al kapot sloegen op de golfbrekers voor de haven. En het ergste moest nog komen. Gelukkig waren we daarvoor aan boord van Saga en konden we een oogje in het zeil houden.

De volgende dag barstte de storm echt los. De windmeter gaf regelmatig windstoten van meer dan windkracht 8 aan en aan de kust was het nog erger. In de loop van de dag was zelfs het dak van één van de vuurtorens eraf gewaaid. We deden een poging om vanaf de jachthaven naar de kust te wandelen om de zee te bekijken, maar het was vooral steenkoud en naar weer. Eenmaal bij de kust aangekomen konden we niet eens echt goed de zee zien. Het was alleen maar een grote witte waas van opstuivend water, en het was moeilijk om recht tegen de wind in te kijken. Later hoorden we dat er golven van 30m tot 40m waren geregistreerd. Eerlijk gezegd gaf ons dit allemaal niet zo’n lekker gevoel, want over diezelfde zee moesten wij nog terugvaren naar Nederland. En het ergste was dat de voorspellingen niet veel hoop gaven op verbetering. Want om de twee dagen zagen we wel een storm overtrekken van variërende sterkte.

Nadat de storm was gaan liggen was de golfopbouw nog zodanig dat er geen scheepvaart zeewaarts mocht gaan. Wij maakten van de gelegenheid gebruik om Newcastle te bezoeken. De combinatie van imposante Victoriaanse architectuur en een bevolking die een Adidas trainingspak als haute couture beschouwd maakte op ons een interessante indruk. Bovendien was het enorm druk in de stad vanwege de voetbalwedstrijd tussen Newcastle en Crystal Palace. Eerlijk gezegd was de drukte een beetje moeilijk voor ons te behappen na dit een lange tijd niet meegemaakt te hebben. Aan de andere kant was het wel heel gaaf om de liederen en kreten vanuit het stadion tot ver te horen.

Uiteindelijk draaide de wind en konden we verder varen naar Scarborough. De zee was echter nog zo onrustig dat de havenmeester niet zeker wist of we al zeewaarts mochten, maar toen we ‘s ochtends de verkeerscentrale opriepen via de radio kregen we te horen dat we op eigen risico naar buiten mochten gaan. Met enige twijfel haalden we onze bevroren huik van het grootzeil af en gooiden we de trossen los. Als het te wild was konden we natuurlijk altijd terugvaren naar de haven. Maar het bleek allemaal reuze mee te vallen. De golven waren inderdaad nog hoog, maar met het gebrek aan harde wind waren ze afgevlakt en langgerekt, wat voor ons kleine bootje absoluut geen gevaar vormde. Deze tocht was gelukkig ietsje minder koud dan de vorige maar helaas stond er ook wat minder wind, waardoor we meer op de motor moesten varen.

We kwamen net voor het donker aan in Scarborough, wat deze tijd van het jaar rond zes uur betekent. Ik overtuigde Lianne om bij een Indiër te gaan eten, want zin in koken hadden we allebei niet na de tocht. Door wat gebrekkige communicatie kregen we een gigantische naan geserveerd, maar het eten was verder heerlijk. Scarborough was verder een opvallende plek om veel van dezelfde redenen als dat Newcastle dat was. De meeste Britse bezoekers waren topzwaar en de architectuur is erg mooi, maar in niet zo’n goede staat van onderhoud. Al met al gaf het een gevoel van vergane glorie. Desondanks was de fish and chips van topkwaliteit en hebben we een leuke wandeling gemaakt naar de kasteelruïne. Maar we wisten wel dat we hier niet lang wilden blijven. Omdat we vanaf hier eventueel rechtstreeks naar Nederland zouden kunnen varen was het noodzakelijk om de dieseltank weer bij te vullen. Jammer genoeg was het dichtstbijzijnde benzinestation meer dan 2km lopen, en met 60L aan diesel in vier jerrycans was dat niet te doen met de benenwagen. Uiteindelijk mocht ik van de havenmeester een karretje van de haven meenemen om op dit avontuur te gaan en ik was blij dat het karretje degelijk was gebouwd. We waren klaar om te vertrekken.

Toen zich de kans voor deed om rechtstreeks naar Nederland te varen grepen we deze dus maar met twee handen aan. Het zou geen relaxte tocht worden. De Noordzee is druk met scheepvaart, windmolenparken en boorplatforms en bovendien was de weersvoorspelling variabele wind en af en toe een bui, maar tenminste geen storm voor de komende 48 uur. Daarnaast had Lianne een licht gevalletje van Corona meegenomen uit Nederland dus ze was niet helemaal fit. Desondanks keken we er erg naar uit om gewoon weer in Nederland te zijn en dat was uiteindelijk de beslissende factor om te vertrekken.

We hebben nog nooit zo weinig contact met elkaar gehad tijdens een tocht. Er was altijd één van ons binnen in Saga, en de ander onder de buiskap buiten. We hadden de dieselkachel continue aan staan om de boel warm en droog te houden. Toen de wind wegviel ging het motortje aan en die ging niet meer uit tot we bij IJmuiden waren. We deden er ongeveer 30 uur over en kwamen midden in de nacht aan in IJmuiden. Maar wat waren we blij toen we in de haven lagen. Ons rondje om de Atlantische Oceaan kwam daar tot zijn conclusie. Jammer genoeg waren we te moe om er echt goed bij stil te kunnen staan.

Omdat de haven van IJmuiden niet super gezellig is, zeker in de herfst, wilden we de volgende dag gelijk doorvaren naar Amsterdam. Lonneke en mijn ouders kwamen gezellig naar ons toe en voeren dit stukje met ons mee. Onze aankomst werd gevierd met een biefstuk van Loetje en wij besloten nog even wat langer in Amsterdam te blijven om vrienden te bezoeken, inschrijving in Nederland te regelen en enkele musea te bezoeken. Na Amsterdam hebben we nog een korte tussenstop gemaakt in Lelystad en sinds gisteren liggen we weer in onze thuishaven in Kampen.

Solliciteren in Schotland

Na het vertrek van mijn moeder konden we het iets rustiger aan doen op het Caledonisch kanaal. We besloten een dagje te blijven liggen in Fort Augustus om onze kansen om het monster van Loch Ness te zien te vergroten, maar vooral ook om een mooie wandeling te maken in de Highlands. Het eerste gedeelte van de wandeling bracht ons naar een mooie waterval. Het was opvallend dat we totaal geen andere mensen tegenkwamen, terwijl het in Fort Augustus barstte van de toeristen. En dat vonden we helemaal prima.

Vlak na de waterval kwamen we op een splitsing. Hier moesten we kiezen tussen de route terug of een flinke omweg. Ik was lekker vaag over de lengte van de omweg in de hoop dat het indrukwekkende landschap Lianne over de streep zou trekken er voor te gaan. Uiteindelijk kwam de teller op 26km wat zelfs voor mij wel een pittige kluif was. Maar het compleet lege landschap met kaalbegroeide bergen maakte het de moeite absoluut waard.

Onze volgende stop was het gehuchtje Dochgarroch aan de andere kant van Loch Ness. Tot onze teleurstelling zijn we het monster niet tegengekomen, maar onze dieptemeter gaf ergens halverwege wel een rare waarde aan, dus wie weet zwom Nessie wel onder ons door. Enfin, Dochgarroch is een bijzonder plaatsje gezien het feit dat er dagelijks bussen vol toeristen stoppen, terwijl er niet meer te zien is dan een sluis, een café en een viertal woningen. Toen ik de sluiswachter vroeg waarom er hier zoveel toeristen kwamen moest ze bekennen dat ze ook werkelijk geen idee had. Ze dacht misschien dat de bussen stopten om de toeristen de twee Schotse hooglanders te laten aanschouwen die de uitbaters van het café op een klein grasveldje hadden gezet. We moesten er hartelijk om lachen.

Maar ook Lianne en ik zijn niet immuun voor de charmes van een koe. Toen de avond viel, het café gesloten was en er geen toeristen meer te bekennen waren, zijn we met wat oude appeltjes naar de hooglanders toe gelopen. Ik had verwacht dat ze vlot in de gaten zouden hebben dat wij snacks kwamen brengen, maar niets bleek minder waar. Om wat aandacht te krijgen gooide ik een appeltje richting de koe. Ondanks dat de appel in de buurt landde, kregen we niet meer dan een verbaasde blik onze kant op geworpen. De tweede appel gooide ik nog dichter bij en dit bleek een succes. De koe had ineens in de gaten wat er allemaal speelde en kwam onze kant op sjokken. De twee appeltjes die we nog bij ons hadden werden dankbaar opgegeten.

Het laatste stukje naar Inverness was niet lang, maar we mochten wel weer een trap sluizen naar beneden, wat zonder de hulp van mijn moeder toch iets spannender was. Gelukkig hadden we inmiddels al de ervaring opgedaan om het soepel te laten verlopen. Inverness is een grote stad voor Schotse begrippen. Groot genoeg zelfs voor een vliegveld. En dat kwam ons goed uit. Want Lianne was de afgelopen dagen druk bezig geweest met solliciteren voor de functie Klinisch Chemicus (KC) in opleiding. En het ziekenhuis van Rotterdam liet als eerste weten dat ze vanuit een groot aantal sollicitanten geselecteerd was voor een gesprek. Na wat wikken en wegen om dit gesprek online te doen of persoonlijk langs te gaan in Rotterdam werd besloten dat een kort reisje naar Nederland de beste optie was. Ze zat er nota bene al een hele tijd aan te denken om KC te worden en het blijkt een gewilde positie te zijn. Ik werd weer alleen achtergelaten aan boord. Deze keer zonder zeilvrienden in de buurt. Het gesprek ging goed, maar helaas was er nog een net iets betere kandidaat.

Eenmaal terug in Inverness besloten we om nog een wandeling te gaan maken voordat we door zouden varen naar Peterhead. We konden namelijk makkelijk met de trein naar Aviemore vanuit waar we de tweede hoogste berg van Schotland konden beklimmen: de Ben Macdui. Uiteraard was er geen uitzicht bovenop de top, en het was steenkoud, maar wederom stelde Schotland niet teleur met schitterende uitzichten en ongerepte natuur.

De volgende stap vanuit Inverness op weg terug naar huis was een nachttochtje naar Peterhead. Deze grote vissershaven doet denken aan Scheveningen of Urk. Bovendien worden hier de grootste criminelen van Schotland achter de tralies gezet. Naast de fish en chips was dus het gevangenismuseum de grootste attractie van het anderzijds ongezellige Peterhead. Het was interessant om een kijkje te nemen in het leven van de gevangenen en over de historische significantie van de gevangenis te leren. Deze gevangenis is destijds nota bene gebouwd om de gevangenen te laten werken in een steengroeve voor de bouw van de golfbrekers van de haven. In Peterhead leerden we Ida kennen, en even later ook Reinhart en Mindy. Zij kwamen van de Orkney-eilanden en waren ook op weg naar het zuiden van Engeland. Voor de tocht naar Eyemouth vertrokken we gezamenlijk met drie boten uit Peterhead.

Eyemouth is misschien wel onze favoriete haven van de Engels/Schotse oostkust. Het havenpersoneel was ontzettend vriendelijk en er zwommen een aantal nieuwsgierige grote grijze zeehonden in de haven in de hoop wat vis toegeworpen te krijgen. Lianne had inmiddels weer een positieve reactie gekregen op haar sollicitatie in Leiden, maar op korte termijn terug naar Nederland was niet praktisch, dus mocht ze van het havenpersoneel gebruik maken van het kantoor van de directeur, die toevallig even op vakantie was. Toen ze niet veel later ook positief bericht kreeg van Groningen mocht ze er zelfs een tweede keer gebruik van maken! Het mag inmiddels wel duidelijk zijn dat Lianne heel graag de baan wilde en meerdere ijzers in het vuur had. De klik met Leiden was helaas niet zo aanwezig. Maar daarom misschien die met Groningen wel des te meer! En als we eerlijk zijn leek Groningen ons van tevoren ook al een veel leukere plaats om naar toe te verhuizen, dus dat kwam mooi uit. Groningen was zo enthousiast dat ze vlak na de sollicitatie opbelden om te vragen of Lianne langs zou kunnen komen, en na wat puzzelen leek het ons een mooie optie om vanuit Newcastle Upon Tyne de veerboot naar IJmuiden te pakken, want het weer liet het ons niet toe om rechtstreeks met Saga terug te varen.

Tussen al het solliciteren door hebben we nog met veel plezier de omgeving van Eyemouth verkend. Ten noorden lag het mooie plaatsje St. Abbs, waar een aantal scenes van de Avengers film is opgenomen. Ten zuiden hebben we een mooie wandeling gemaakt rondom het golfpark langs indrukwekkende kliffen. Tot slot hebben we een kort bezoekje gebracht aan Edinburgh met de trein. Hier hebben we vooral veel tijd doorgebracht in het natuurhistorisch museum, want het weer zat niet echt mee. En voor we het wisten stonden we alweer op het punt om Schotland te verlaten, richting Newcastle en de veerboot die ons weer op Nederlands grondgebied zou brengen.