Carriacou: voor anker in Tyrell Bay

Het werd tijd om het anker op te halen in Prickly Bay en koers te zetten naar Carriacou. Het was een rustige, zonnige dag. Los van het feit dat de wind niet in ons voordeel was, wilden we niet met veel zeil aan de mast varen omdat onze verstaging nog niet in orde was. Het beloofde dus een rustig tochtje te worden op het motortje. Het enige spannende aspect was de onderwatervulkaan, Kick ‘em Jenny, die op onze route lag. Op de kaarten staan twee zones aangegeven waar je in verband met vulkaan activiteit niet mag varen bij code rood en code oranje. In mijn zoektocht naar wat de huidige vulkaan activiteit was, vond ik alleen maar verhalen over gasbellen waar je boot in kan zinken en andere doemscenario’s. Uiteindelijk besloten we maar niet te dicht in de buurt te komen, maar er zal vast niet teveel aan de hand zijn geweest.

Eenmaal aangekomen op Carriacou lieten we ons anker weer zakken in Tyrell Bay. Het leuke van het ankeren hier is dat het water zo helder is dat je precies je anker en ketting kan volgen. Dit leek me wel een mooie kans om eens te zien hoe het anker nou eigenlijk aangrijpt, en daarmee onze ankervaardigheden te verbeteren. We zochten een mooi stukje zand uit tussen de koraalvelden, lieten het anker zakken met voldoende ketting, en met Lianne nog achter de helmstok sprong ik het water in met de snorkel. Ik instrueerde Lianne om de motor in z’n achteruit te zetten en zag het anker een stukje over het zand slepen voordat deze zich in begon te graven. Nadat Lianne Saga snel op had geruimd na het tochtje sprong ze ook het water in om ook even te snorkelen. We konden met eigen ogen zien dat de ketting eigenlijk niet aan het anker trekt, maar voor een groot deel simpel op de bodem ligt door zijn eigen gewicht. Hoe harder het waait, hoe meer de ketting omhoog wordt getild. En pas als het echt hard begint te waaien wordt er aan het anker getrokken. De volgende dagen doken we dikwijls nog eens naar het anker toe om tot ons genoegen te zien dat deze nog netjes op dezelfde plek lag.

Het leek ons leuk om eens de kajak te gebruiken om naar de wal te gaan in plaats van de rubberboot. Het voordeel is ook nog eens dat de kajak een stuk sneller is opgeblazen en makkelijker het strand op te trekken is, geen benzine gebruikt en we er zelf nog fitter van worden ook! We lagen redelijk ver achterin het ankerveld dus het was nog wel zo’n tien minuutjes kajakken tot het aanlegsteigertje. Vanuit hier startte we onze verkenningstocht van Carriacou. Tyrell Bay bestaat eigenlijk uit een langgerekt strand met een parallelle weg met verscheidene eetgelegenheden en winkeltjes. Op ons lijstje stond om bij de bootjeswinkel te informeren naar een vervanging van onze wantputting, die tijdens onze Atlantische oversteek was gesneuveld. Helaas konden ze ons hier niet direct mee helpen, maar we werden wel verwezen naar Mani, een metaalbewerker aan de andere kant van de baai. Toen we hem uiteindelijk vonden legden we ons probleem voor en het was maar de vraag of hij ons kon helpen. Uiteindelijk stuurde hij me weg met de onmogelijke opdracht om zelf het staal te vinden voor het onderdeel. Als dat lukte, dan kon hij ons wel helpen…

De volgende dag besloten we een blik te werpen op Sandy Island. We waren namelijk aan het overwegen hier een nachtje door te brengen vanwege goede verhalen over snorkelen met schildpadden en mooi koraal. Vanaf Tyrell Bay was het een klein eindje wandelen naar Paradise Beach, vanwaar we een schitterend uitzicht hadden op Sandy Island en in de verte Union Island. Sandy Island zag er heel cool uit, maar er lagen ook wel veel boten voor. Paradise Beach maakte overigensl zijn naam waar. Dit is echt een paradijselijk strand met mooie verstopte barretjes tussen de palmbomen. We besloten de lokale economie maar wat te stimuleren en bestelden een cocktail bij een van deze barretjes. Daar zaten we dan. Op een paradijselijk strand met een koude cocktail voor onze neus en onze blote voeten in het zand. Op dat moment drong het wel even tot ons door dat we toch wel met een hele speciale reis bezig zijn en we voelden ons gezegend. En een beetje aangeschoten.

Op de terugweg besloten we dat we geen zin hadden om aan boord te koken en het hoog tijd werd dat we weer eens aan de wal gingen eten. Het werd de Lambi Queen. We hadden hier goede verhalen over gelezen en ik was eigenlijk ook wel benieuwd naar de lambi, beter bekend als conch, wat een soort grote zeeslak is. We waren echter wat aan de vroege kant, want om zes uur ging de keuken pas open. We zagen het echter prima zitten om met een biertje erbij te wachten tot het etenstijd werd. Vanaf een andere tafel begon een Aziatisch Amerikaanse man een praatje met ons aan te gaan. Lianne gebaarde dat hij maar gewoon bij ons aan tafel moest komen zitten en hij stelde zich voor als Hung So. En dat was een goede zet, want dit was wel een interessant figuur! Voor zijn rust was hij maar eventjes verhuisd naar Carriacou want hij was iets te druk geweest met z’n carrière de afgelopen jaren. Tegelijkertijd had hij wel een boot gekocht in Grenada waarvoor hij een kapitein in dienst had die charterdiensten verzorgde met dat schip. Hij leek iedereen op het eiland te kennen, maar we kwamen er even later achter dat hij pas anderhalve week op het eiland woonde. Hij vertelde dat hij een tijd dienst had gedaan op Antarctica en af en toe met David Attenborough sprak bij de koffieautomaat. Normaal had ik dit wel een erg sterk verhaal gevonden, maar Hung had de foto’s als bewijs! Hij adviseerde ons nog om bij Tim’s Sunset Bar op Carriacou kreeft te gaan eten maar kon helaas niet blijven hangen bij de Lambi Queen omdat hij alweer andere plannen had. De lambi was overigens heerlijk. En toen we om de rekening vroegen kwam de klap op de vuurpijl: Hung had alles al voor ons betaald! Zoiets hebben we nog nooit meegemaakt.

De komende dagen bestonden uit wandelen, snorkelen en kajakken. In de bootjeswinkel had ik een onderdeel gevonden wat misschien wel dienst zou kunnen doen als wantputting als Mani deze zou kunnen bewerken. Voor 20 euro durfde ik het risico wel te nemen en nam het onderdeel mee. Mani dacht wel dat het zou lukken. Hij had alleen wat tijd nodig. Ik probeerde een duidelijke afspraak te maken over kosten en deadline, maar zo gaan dingen hier natuurlijk niet. In de tussentijd had ik mijn oom ook al ingeschakeld en die liet er geen gras over groeien: op maandag waren ze al af. Super fijn natuurlijk, want nu hadden we de optie om ze op te laten sturen naar Sint Lucia, zodat we vanaf daar in ieder geval weer verder konden zeilen. Met Mani moesten we maar zien of dat ergens terecht zou komen…

We hadden gepland om op vrijdag te vertrekken naar Union Island. Omdat dit onderdeel is van Sint Vincent & Grenadines moesten we daarvoor uitchecken in Carriacou, wat nog onderdeel is van Grenada. Maar hiervoor moesten we natuurlijk nog een bezoekje brengen aan Tim’s Sunset Bar. Lianne regelde dat we met een bootje opgehaald zouden worden vanuit Hillsborough, want het kleine strandje waar de bar zich aan bevind is anders moeilijk te bereiken. We gingen voor het volledige pakket: kreeft en cocktails. En wat was dit ook weer een mooie ervaring. De omgeving was adembenemend mooi, de cocktails smaakten goed en de kreeft van de barbecue was enorm lekker. We werden weer afgezet met de boot in Hillsborough, maar ik stond erop dat het niet de moeite waard was om een taxi te bestellen om ons terug te brengen naar Tyrell Bay. We hadden bovendien nog maar weinig cash over. Toch was 6km in het holst van de nacht nog wel een uitdaging, want door de cocktails waren onze navigatiecapaciteiten niet meer helemaal uitmuntend. Toen er een local al fluitend met een machete achter ons aan begon te lopen, en voor zijn lol in elektriciteitspalen begon te hakken, voelden we ons toch wel iets minder op ons gemak. Gelukkig had hij het niet op ons gemunt en sloeg hij ergens anders af. Toen we eenmaal bij de kajak aankwamen waren we al weer een stuk helderder en peddelden we met een kleine omweg terug naar Saga (komt dit bekend voor?)

Op vrijdagochtend liepen we naar de werkplaats van Mani toe met lichte hoop dat hij het onderdeeltje afgemaakt zou hebben en dat we die dag zouden kunnen vertrekken. Helaas kreeg ik geen duidelijke ja of nee te horen. Hij zei dat er iets tussen was gekomen maar dat hij er misschien zaterdagochtend wel tijd voor zou hebben. Wij hadden al alle documenten mee om uit te klaren, maar zaten nu met het dilemma om toch nog een dagje te blijven wachten. Uiteindelijk besloten we het er toch maar op te gokken dat Mani ergens tijd zou vinden, want het is toch een stuk leuker om te zeilen dan om te motoren. Toen we de volgende ochtend voor poging twee gingen lag tot ons genoegen een bijna voltooid onderdeel klaar! Hij hoefde alleen nog maar een plaatje op maat te slijpen. In de tussentijd maakte wij mooi van de gelegenheid gebruik om uit te klaren bij de Douane. We installeerden gelijk het onderdeel en alles paste gelukkig perfect. Vlak hierna haalden we het anker op en zette we koers naar Union Island.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *