Carnaval in Martinique

Martinique stond al een tijdje op onze agenda omdat we gelezen hadden dat hier altijd een groot carnavalsfeest is. Daarom zette we vanaf Sint Lucia koers naar de grote baai van Sainte Anne op Martinique. Toen we aankwamen in de baai waren we onder de indruk van het grote aantal boten dat hier voor anker lag, zoiets hadden we nog niet eerder gezien. Later kwamen we erachter dat de baai zelfs nog veel verder door liep tot aan Le Marin en dat overal boten lagen. Wij kozen voor een rustig plekje wat verder achter in het ankerveld, met lekker veel ketting uit, want we zouden veel tijd gaan besteden aan de wal.

Het inchecken ging hier echt super simpel. De uitbater van een klein restaurantje stelde een computer beschikbaar met een Frans inklaringssysteem en alles was zo gepiept. Toen we vroegen of we daar een broodje konden bestellen bleek dat echter niet mogelijk te zijn, het was te druk en we hadden niet van tevoren gereserveerd. Ons werd verteld dat als we een broodje wilde bestellen om mee te nemen, dat we dan voor half elf langs moesten komen. Maar tot ons ongenoegen lukte het keer op keer niet omdat het te druk was. Lianne’s ongeamuseerde blik zal de eigenaar ongetwijfeld duidelijk hebben gemaakt dat we het maar een gek concept vonden.

De eerste uitstap op Martinique was een wandeling die startte aan onze baai. In Sint Lucia had een Engelse vrouw me namelijk verteld dat het hier mooi wandelen is. En ze had niet overdreven. Het was een lange wandeling langs mooie stranden en idyllische baaitjes, maar ook bijzondere natuur. Het was ook wel een verademing weer eens te wandelen zonder grote hoogteverschillen. Toen we op een gegeven moment langs een palmboom liepen leek het me een goed idee om een kokosnoot te pakken, net zoals onze gids tijdens het paardrijden op St. Lucia had gedaan. Het klimmen ging me op zich goed af, en het duurde niet lang voordat ik de kokosnoot los had getrokken van de boom. Maar het gebrek aan een goed kapmes speelde me wel parten. De kokosnoot was namelijk niet zo onder de indruk van mijn Zwitserse zakmes en helaas moesten we deze missie afbreken. Gelukkig hadden we genoeg water bij ons, dus we hadden de kokosnoot niet echt nodig voor onze hydratatie. Toen we terugkwamen in het dorpje vonden we dat we het wel hadden verdiend om uit eten te gaan. En voor het eerst sinds lange tijd zagen we weer rundvlees op het menu staan! Het zal jullie niet verbazen dat de entrecote met frietjes er goed in ging.

In de tussentijd was het ons gelukt om een auto te huren voor een paar dagen. Vanwege het carnaval was dit namelijk nog niet zo eenvoudig. Het was echt een oud barrel, maar we hebben er goed gebruik van weten te maken. Omdat het vanaf Saga naar de wal nog een behoorlijk stuk varen was en onze rubberboot niet zo goed beschermt tegen de golfjes kwamen we eigenlijk altijd nat aan op de wal. Gezien de staat van de auto voelden we ons niet bezwaard om onze kleren over het dashboard en de bekleding te drogen te hangen. Best wel handig dus. De eerste dag zijn we een groot deel van het eiland rondgereden en hebben we stokbrood met brie geluncht aan een afgelegen strandje waar de lokale bevolking met hun families aan het barbecueën was. Martinique onderscheidt zich behoorlijk van de eilanden waar we tot dan toe waren geweest door beter ontwikkelde infrastructuur en intensievere landbouw. De stadjes en dorpjes hebben echte industriegebieden en waar de natuur het toestaat is er wel bebouwing. Jammer genoeg doet dit afbraak aan de omgeving, waar duidelijk weinig rekening mee gehouden wordt. In ons overvolle Nederland wordt er wat dat betreft wel beter omgegaan met de openbare orde.

De volgende dag brak eindelijk het carnaval los, maar om de auto enkel te gebruiken om heen en weer te rijden naar de hoofdplaats Fort de France vonden we maar zonde. Dus we gingen eerst naar Pointe du Diamant om daar een bergje te beklimmen. Voor deze inspanning werden we beloond met een schitterend uitzicht over het zuiden van Martinique, met helemaal in de verte de baai van Sainte Anne. We konden Saga niet zien, maar stelden ons wel voor dat ze er netjes lag en er geen Fransen op vijf meter afstand waren geankerd.

Goed. Met lichtzware benen van de wandeling kwamen wij aan in Fort de France. Sommige inwoners waren zo slim geweest om in hekken en pylonen te investeren om parkeerplaatsen af te zetten en voor een bedragje van 2 tot 5 euro de automobilisten toegang te geven voor de ‘bewaakte’ parkeerplaatsen. Zo gaan die dingen hier natuurlijk en wij maakten daar dankbaar gebruik van. De weg wees zichzelf en het duurde niet lang voordat we de fanfare hoorde en de uitgedoste parades voorbij zagen komen. Nu moet ik bekennen dat ik in Nederland eigenlijk nooit carnaval heb meegemaakt dus een gepaste vergelijking kan ik niet maken. Maar het was wel heel gaaf om te zien hoeveel moeite deze mensen hadden gestoken in hun outfit en praalwagens. Wat ik echter het mooiste vond waren de groepen met dansers en percussiebands. De bands speelden opzwepende muziek en de dansers bewogen hier volledig synchroon enorm energiek op. Wie mij wel eens heeft zien dansen weet dat ik ook een poging tot iets vergelijkbaars doe, maar ik kon hier wat dat betreft nog wel wat van leren.

Uiteraard waren we niet de enige Nederlanders op Martinique, want wie houdt er nou niet van een goed feestje? We wisten dat Tomas en Lindy van de Extress ook in Fort de France waren en we leerden hun opstapper Bob kennen toen we elkaar tegenkwamen naast de parade. Vlaming Bob was dan weer een vriend van Lennert en Marieke van de Escapade, de Belgische boot met wie we al min of meer opvaren sinds Porto Santo. En net als wij had Bob zin in een goed feestje. Dus toen we naar de bar gingen om cocktails te halen vroeg hij of we alvast een biertje konden krijgen tijdens het maken van de cocktails. Helaas voor Lianne was zij ook Bob want zij moest nog rijden, dus terwijl de avond vorderde moest zij toezien hoe Tomas, Lindy, Bob en ik steeds gezelliger werden en steeds minder goed op begonnen te letten. Toen er eten gehaald moest worden bij restaurant de gouden bogen (McDonalds) was ze Bob en mij even kwijt, want wij gingen proberen of er niet een sneller weg te vinden was in plaats van in de rij staan. Uiteraard was dit van ons een onsuccesvolle missie. Toen we er eindelijk aan toekwamen om te gaan zitten met onze burgers was Bob weer kwijt. Hij had een blijkbaar een manier gevonden om gebruik te maken van de chaos in de McD en maakte het personeel wijs dat hij zijn bestelling nog niet had gekregen (terwijl dat wel zo was) om vervolgens meer eten te krijgen. Natuurlijk was hij niet te min om zijn buit met de rest te delen.

Het carnaval was inmiddels afgelopen, dus wij gingen op zoek naar een afterparty. Helaas waren alle clubs en bars waar het feest verder ging volgeboekt en konden we er niet bij zonder van tevoren kaartjes te hebben gekocht. Na een uurtje rondslenteren en hier en daar mee te feesten op straatfeestjes hebben we nog geprobeerd bij een rooftop party binnen te komen. Hier waren we nog wel welkom voor 20 euro per persoon. Dit leek ons wat gortig en Lindy gooide al haar charmes in de strijd om wat van het bedrag af te krijgen, maar helaas zonder succes. Op dit moment vonden we het eigenlijk ook wel welletjes en keerden wij terug naar de auto. Het feestje ging overigens nog wel verder op de Extress, maar helaas zonder ons.

Lianne was de volgende dag net zo fris en fruitig als normaal, in tegenstelling tot ikzelf. Desalniettemin verzamelde ik de moed bij elkaar om er weer op uit te gaan en nog meer het binnenland van Martinique te verkennen. Het hoogtepunt van deze dag was een korte canyoningactiviteit waar we met een gids een kloof inliepen om op het einde bij een waterval uit te komen. Het frisse bergwater deed me goed en ik voelde me eigenlijk alweer helemaal de oude. Deze dag sloegen we het carnaval even over want we begrepen dat vooral de volgende dag het hoogtepunt zou zijn: de duivelsparade. Toen we terugkwamen bij de rubberboot zagen we echter tot onze schrik dat deze schade had opgelopen. De avond ervoor vertelde Lianne nota bene nog triomfantelijk aan de andere zeilers dat wij nooit problemen hadden gehad met de rubberboot. We denken dat een onvoorzichtige Fransoos vol gas op onze boot is ingevaren en daarmee de rubberboot onder de pier heeft geduwd. Het was namelijk wel druk aan de pier met alle bijbootjes van de grote hoeveelheid boten die in de baai voor anker lagen. Gelukkig is de rubberboot niet lek gegaan, maar een roeispaan was helemaal verbogen en het buitenboordmotortje had wat krassen opgelopen. Anders was het nog wel een probleem geweest om terug aan boord te komen.

Om helemaal in thema naar de duivelsparade te gaan hadden we wat inkopen gedaan bij de Decathlon. De dresscode was namelijk rood of zwart. We kropen met onze outfits de rubberboot in om weer naar de wal te gaan. Maar na zo’n vijf minuten varen werkte de schroef van de buitenboordmotor opeens niet meer goed! De wind blies ons weer terug naar Saga dus we hoefden ons geen zorgen te maken dat we de zee op werden geblazen, maar ik maakte me wel zorgen om de buitenboordmotor. Ons motortje werkt namelijk met een centrifugaalkoppeling en het schijnt dat deze wel eens kuren kan geven. Met deze kennis begonnen we maar gelijk om het hele motortje uit elkaar te halen en eens te zien of we het probleem konden vinden. Na een uurtje sleutelen kwamen we eindelijk bij de koppeling uit, maar die leek eigenlijk nog wel in prima staat. Pas op dat moment kwam ik erachter dat de breekpek in de schroef was gebroken. Op zichzelf was dit heel raar, want we waren gewoon aan het varen, maar misschien dat het wat te maken heeft gehad met de schade van de vorige avond. In de wetenschap dat we het probleem gevonden hadden begonnen we de buitenboordmotor weer in elkaar te zetten. Op een bewegende boot bleek dit echter nog wel een uitdaging. Meerdere malen viel er een moertje omdat ik hem niet op een moeilijk toegankelijke bout gedraaid kreeg. Het ergste was dat er een moertje was verdwenen tussen de koelribben van de cilinder waar het ons zeker een half uur had geduurd om hem weer terug te vinden. We begonnen ons al af te vragen of we het carnaval überhaupt nog zouden redden, maar uiteindelijk ging het terugbouwen toch nog vlot genoeg en waren we net op tijd in Fort de France voor de start van de parade.

Aan de ene kant was de duivelsparade inderdaad indrukwekkender dan de parade van twee dagen eerder, maar het zat hem vooral in de kostuums en praalwagens. Want aan de andere kant vond ik wel dat je kon merken dat er al een paar dagen feest gevierd werd, want de energie was er wel een beetje uit. We sloten ons aan bij een aantal andere Nederlandse zeilers en wisselden het aanschouwen van de parade af met de gebruikelijke gesprekken over zeilen en bootjes. De volgende dag brachten we de auto terug en gingen we kijken of we een nieuwe schroef konden vinden voor de buitenboordmotor, want het afbreken van de breekpen had hier wat schade bij gemaakt. Helaas konden we deze niet vinden en tot overmaat van ramp was Le Marin zo’n triest plaatsje dat we er eigenlijk zo snel mogelijk weg wilden. We pakten de eerste de beste bus richting Sainte Anne en kregen bericht dat de Escapade ook richting de ankerplaats zou komen. Lianne had voor ons vieren lekker aan boord gekookt en we konden terugkijken op een interessante tijd op Martinique. Dominica lonkte namelijk met haar natuurlijk schoon en we waren wel weer even klaar met de Fransen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *