De speciale gemeentes van Nederland: Sint Eustatius en Saba

Van het prachtige strand van Barbuda vertrokken we bij zonsopkomst richting Sint Eust­­atius (Statia) om weer eens voet te zetten op Nederlandse bodem. We hadden de wind pal achter en besloten met een uitgeboomde fok en kotterfok (d.m.v. een low friction ring en de giek) weg te varen. De golven kwamen rustig achterop en de wind blies ons heerlijk richting Statia met een gemiddelde snelheid van ongeveer 5 knopen. Een verademing na alle tochten die we aan de wind met golven hadden. Deze opstelling deed het zo goed dat we eigenlijk stiekem een beetje baalde. Hadden we dit maar op onze oversteek naar de Carieb gehad, dan was het waarschijnlijk een stuk soepeler gegaan. Maargoed achteraf is altijd makkelijk zeggen. Van een afstand zagen we Statia uiteindelijk indrukwekkend omhoog steken, weer wat anders dan de platte eilanden hiervoor!

We hadden van tevoren al wat inside informatie gekregen van de Escapade waar het wel goed liggen was, dus zijn we achter hun en een Duits stel aangeschoven in de baai. Helaas kwamen er wel golven de baai in dus een extra anker uitleggen was zeker nodig, zodat we Saga precies met de boeg op de golven konden zetten. Gelukkig kwam Lennert ons snel helpen met zijn bijboot waarop Benno samen met het anker in hun bijboot sprong om het anker zo goed mogelijk te positioneren. Na 5 minuutjes lagen we perfect op de deining wat onze nachtrust zeker goed deed. De volgende dag zijn we rustig naar de douane en immigratie gegaan. Toch wel bijzonder als je weer de bekende Nederlandse uniformen en officiële documenten ziet. Nadat we bij de enorm vriendelijke medewerkers hadden ingeklaard, zijn we via het oude slavenpad omhoog gelopen richting het pittoreske Oranjestad, met schattige kleine huisjes waar wij als lange Hollanders redelijk moeten bukken om binnen te gaan en een prachtig fort wat ons een beetje deed denken aan Enkhuizen. Vanaf het fort konden we Saga van boven aanschouwen in het kristalheldere blauwe water van de baai. We liepen wat verder door het stadje toen wat lokalen mannen vroegen of we iets zochten, wat niet echt het geval was. Maar ik vroeg even voor de zekerheid of er ook een supermarkt open was. Dit was in principe niet het geval, omdat het zondag was maar één van de winkels die gerund werd door een chinees deed wel illegaal (op zondag mogen de winkels daar niet open zijn en de politie controleerde regelmatig) drank verkopen via de achterdeur, dus die kon ons misschien wel even via achter de winkel binnenlaten lieten ze weten. We moesten een paar straten door en als we allemaal mannen ergens zagen hangen met koud bier, waren we op de goede plek. Aangezien we nog wel wat voorraden hadden, lieten we dit aanbod even schieten maar we vonden het toch wel weer grappig. Zeker omdat we wisten dat die avond ervoor een aantal dagen in de avond feest zou zijn vanwege Pasen.

Die avond zijn we eerst samen met de Escapade het feestterrein afgelopen. Dit was eigenlijk een lange weg met meerdere feesttenten erlangs, elk met hun eigen muziek en soms zelfs liveband waarbij je trommelvliezen bij de ene tent nog meer schade opliepen dan bij de andere. Een interessant feit: er wonen ongeveer 2000 mensen op Statia en we hebben wel 10 verschillende bands zien optreden tijdens de feestdagen. Na wat bier (Amstel) en junglejuice (soort kokosachtige rumpunch), die beide erg goed smaakte, te hebben gescoord zochten we een wat rustigere en beschutte plek op langs het strand zodat we elkaar tenminste konden verstaan. Na weer te hebben bijgekletst maar ook onze toekomstplannen te hebben besproken was, het voor de Escapade alweer tijd om door te gaan naar het volgende eiland die avond. We hadden nog geen afscheid genomen en de Caluna ofwel Petra en Guus doken op en het was wisseling van gezelschap in plaats van de wacht. Later die avond kwamen we ook nog de Rebel Rebel (Rolf en André) tegen en hadden we een leuke groep, waarbij de voetjes van de vloer werden gedanst tot vreugde van de zangeres van de band die af en toe gezellig mee danste en ook enigszins verbazing van de andere lokale bevolking.

Die avond hadden we afgesproken om de volgende ochtend een wandeling te gaan maken naar de oude vulkaan en krater. Het tempo zat er goed in ondanks de jungle juice van de vorige avond. Binnen 2 uur keken we dan ook uit op de krater, die een soort microklimaat veroorzaakt waardoor de krater helemaal begroeid was met veel planten, een beetje jungle-achtig. We besloten om naar beneden af te dalen wat nog wel een beetje avontuurlijk was maar desalniettemin de moeite waard! We wandelden langs grote bomen met lange lianen en hoorde af en toe geruis van een hermietkreeft die op de vlucht sloeg of vluchtte in zijn schelp. Weer bovenop de vulkaan werden de koekjes en chips uitgedeeld om onze reserves weer even aan te vullen voordat we op de terugweg een restaurantje probeerden te scoren.

Voordat we naar de boot gingen zijn we langs de lokale duikshop gegaan met de vraag of we misschien op Statia bij hun konden duiken. Ik had namelijk van mijn collega’s en mijn vriendinnengroep de Pipetjes geld gekregen om te gaan duiken en deze kans om het proberen lieten we natuurlijk niet schieten! Dit was geen probleem dus we maakte gelijk een afspraak met Marieke, de Nederlandse eigenares van de duikwinkel. We zouden over 2 dagen terugkomen voor onze PADI Discovery Dive! We hadden dus nog een dag te ‘’doden’’. Die hebben we besteed aan het plaatselijke museum wat ons de volledige geschiedenis van Statia vertelde. Hier hadden we een interessant gesprek met een van de werknemers over hoe ze tegen Nederland aankeken, wat (gelukkig) redelijk positief was. Vanuit daar zijn we op jacht gegaan naar ‘’Nederlandse delicatessen’’. Jaja de frikandel, en zo waar vonden we die bij de chinees (die verkopen echt alles). Het was een dermate groot pak, 20 stuks, dat we zowel lunch als avondeten hadden voor de komende 2 dagen.. Eenmaal terug op de boot en de frikandellen in onze mik, hebben we weer een heerlijke verfrissende duik naast de boot genomen. Er waren veel schildpadden in de baai en er lag links van ons een heerlijk stukje zeegrasveld dat door de schildpadden werd begraasd. Deze beesten blijven geweldig om te bestuderen en mee te zwemmen van een afstandje, ze zweven zo relaxed door het water dat je er gelijk van ontspant als je naar ze kijkt. Ook hier hebben we weer grote pijlstaartroggen gezien die ook over de bodem zweven of zich hebben ingegraven, wachtend op een onoplettende prooi. Helaas merkten we wel dat de golven toenamen, waardoor het slapen toch wat minder was. Dus een beetje moe maar ook vol enthousiasme stonden we op om richting het duiken te gaan. Onze instructrice Caro gaf ons eerst een korte les over de compressie van lucht tijdens het duiken, de verschillende gebaren, de apparatuur en ga zo maar door. Daarna was het tijd om de verschillende spullen aan de tank vast te maken en om alles aan te doen. Na nog wat uitleg over de verschillende oefeningen die we moesten uitvoeren, liepen we het water in zodat we richting de oude stadsmuur konden duiken. Eenmaal op de bodem gingen we de verschillende oefeningen doen, zoals het mondstuk laten wegdrijven, weer terugpakken en doorspuiten. Soms was het wat lastig want door de golfslag werden we af en toe wel wat op en neer geslingerd terwijl we toch een stuk onder water waren. Voordat we het wisten hadden we alles gedaan en konden we verder zwemmen langs de stadsmuur die was begroeid door koraal. Soms was het wat lastig om niet ertegenaan te zwemmen door diezelfde golfslag maar dat maakte het juist uitdagend! Ook waren we een beetje aan het spelen met onze diepte door soms wat meer uit te ademen waardoor je wat meer zinkt of juist veel in te ademen waardoor je wat meer omhoog komt. We kwamen een aantal mooie vissen tegen waaronder de morene-aal die gevaarlijk zijn bek open had toen we hem aanstaarde in zijn holletje. Na de muur te hebben gezien gaf Cora aan dat we weer omhoog gingen. Helaas konden we niet veel langer duiken omdat de golven steeds krachtiger werden en het moeilijk zou worden om de zee weer uit te komen met onze spullen. Desondanks had Cora een gigantische lach op haar gezicht want ze was enorm trots dat we het zo goed deden en ze vertelde dat ze zelf ook enorm had genoten van de duik aangezien alles zo soepel en vlot verliep. Gelukkig kwamen we allen zonder te rollen het water uit en was dit duikavontuur voorbij, of toch niet? Caro raadde ons aan om zeker een keer de OpenWater PADI duikcursus te gaan doen en dat we deze waarschijnlijk sneller dan normaal zouden kunnen afronden! Dat gaf ons natuurlijk een boost dus wie weet dat we dit nog gaan vervolgen als we een juiste plek en de tijd kunnen vinden! Met de adrenaline en enthousiasme in ons lijf gingen we van de duikschool naar de douane om uit te klaren want we vonden het ook wel tijd om te gaan, helemaal met die golven die steeds heftiger werden.

Dezelfde dag zijn we vertrokken naar het volgende Nederlandse eiland Saba! Ook een erg ruig eiland in de verte waarbij het water heel snel diep wordt, of in ieder geval op de meeste plekken waardoor het ankeren wel lastig kan zijn. Gelukkig had de Rebel Rebel ons wat info gegeven zodat we vertrouwen hadden dat het wel goed zou komen. We kwamen net voor het donker aan en nog geen half uurtje later kwamen Rolf en André terug van hun ontdekkingstocht van Saba. We hoorde enorm goede verhalen dus we konden niet wachten tot de volgende ochtend. Die ochtend stonden we vroeg op om in te klaren en vanuit daar het eiland te ontdekken. We konden helaas niet bij onze ankerplaats aan wal aangezien er hoge golven waren en deze beukte op grote rotsen of een rots strand. Wel erg jammer want er liep een stenentrap die mij een beetje deed denken aan de Chinese muur helemaal naar boven. Vandaar dat de baai waarin we lagen ook Ladder Bay werd genoemd. Dit betekende dat we helemaal naar het zuiden van het eiland moesten met onze rubberboot. Dit vonden we best wel spannend aangezien we maar een klein bootje hebben met een kleine motor. Voor de zekerheid namen we dus ook maar de handmarifoon en ons satelliet apparaatje mee, want als de motor zou uitvallen zouden we met de stroming en wind snel de volle zee opdrijven waar we waarschijnlijk niet tegenin zouden kunnen peddelen. Dus met onze backups voeren we zo’n 2 mijl naar het kleine haventje van Saba. Eenmaal de hoek om bij het zuidelijke puntje kregen we toch redelijk hoge golven van een meter ongeveer, het was spectaculair. Gelukkig hield de motor het vol en voeren we de haven binnen en legden we aan bij de bijbootsteiger.

Hier werden we hartelijk ontvangen door een Nederlandse man bij de immigratie. Ook de douane was erg vriendelijk en binnen no-time stonden we weer buiten. We wilden graag een wandeling maken naar het hoogste punt van Saba, wat dus ook het hoogste punt van Nederland is sinds Saba een speciale gemeente werd van Nederland in 2010. De haven ligt redelijk afgelegen onderaan het eiland dus we moesten een redelijk stuk afleggen, zowel in hoogte als in afstand. Toen we tijdens onze klim een auto aan zagen komen die ons naar boven zou kunnen nemen, staken we enthousiast onze duim op en er werd gelijk gestopt. We vertelden in het Engels dat we naar het stadje erboven wilden en vroegen of we een lift daarnaartoe konden krijgen. Ja hoor, geen enkel probleem kregen we terug in het Nederlands. Eenmaal aan de praat vroeg Wim wat we precies gingen doen en we vertelden dat we de Mount Scenery Trail wilden doen. Hij bood ons aan om ons naar Windward te rijden, want daar moest hij zelf ook heen en daar konden we het beste het pad oppakken. Dit lieten wij ons natuurlijk geen 2 keer zeggen en stemde in. Wim bleek al 20 jaar op het eiland met zijn vrouw te wonen. Zij hebben daar een hotel en een restaurant in het dropje Windward. Hij liet ons weten dat er ook een goede Nederlandse bakker was en een supermarkt waar we wat te eten en drinken konden halen. Na afscheid te hebben genomen van Wim keken we onze ogen uit bij de bakker. Overal lagen heerlijke (Nederlandse) lekkernijen. We kochten 2 gevulde koeken, 2 saucijzenbroodjes en 2 broodjes met zelfgemaakte eiersalade voor onderweg. We liepen Windward uit, wat trouwens een enorm schattig pittoresk dorpje is met allemaal witte kleine huisjes, en begonnen aan de klim omhoog. Heel veel trappen en stappen later kwamen we eindelijk aan op het hoogste punt van Nederland! Helaas waren er veel wolken dus weinig uitzicht maar de uitzichtpunten onderweg en de vegetatie hadden hiervoor al gecompenseerd. Na heerlijk geluncht te hebben gingen we via Bud’s Mountaintrail naar beneden, terug naar de haven. Onderweg hoorden we de hagedisjes ritselen door de droge bladeren waardoor ik soms nog wel eens wordt opgeschrikt. Totdat ik mij helemaal kapot schrok want ineens schiet er een slang van een meter weg. Aangezien we zoveel enge verhalen hadden gehoord in St. Lucia deed ik het toch wel een beetje in mijn broek van angst, maargoed we konden niet anders dan verder lopen. Na 10 minuten was ik wel weer ontspannen totdat ik bijna weer op de volgende slang stapte. Benno werd geacht de rest van de wandeling maar voor te wandelen totdat we aankwamen bij het volgende dorpje. Er waren geen slangen meer die zich opwarmden in de zon.. Daar haalde we wat boodschappen en hebben we nog eventjes zitten kletsen met de aardige locals daar voordat we onze tocht richting de haven voortzetten. Na de havenmeester en het natuurpark met een enorm leuke en lieve vrouw te hebben betaald, konden we ons avontuur terug in de bijboot naar Saga beginnen. Gelukkig waren de golven wat minder en waren we ook zo aan boord. Wel begon de wind en de golven ’s avonds toe te nemen, wat voor ons betekende dat we dit idyllische eiland weer moesten verlaten. We hopen hier in de toekomst zeker weer eens te komen, want het is een klein paradijsje.

Eén antwoord op “De speciale gemeentes van Nederland: Sint Eustatius en Saba”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *