Kampeervakantie op São Jorge

We wilden graag vanuit Horta naar Velas op São Jorge varen, maar de havenmeester van Velas raadde ons keer op keer af om te komen omdat de haven vol lag. Daarom hadden Lianne en ik het plannetje gemaakt om het eiland al backpackend te verkennen. Zeker omdat de wandelingen op São Jorge voornamelijk op een ander punt stoppen dan ze starten leek dat een goede optie. Dus we moesten weer vroeg uit de veren en met onze volledige bepakking liepen we weer naar de veerboot toe, wat inmiddels een bekende wandeling was vanuit de haven van Horta. Het weer was op dit moment nog grijs en regenachtig, maar daar zou volgens de voorspellingen snel verandering in komen.

Het enige probleem was dat we eigenlijk helemaal niet wisten waar we konden gaan kamperen. De informatie op het internet was heel beperkt. Dus onze eerste stop was het toeristenkantoortje van Velas. Hier kregen we een kaartje van het eiland en wat aanwijzingen over waar we waarschijnlijk wel ons tentje op konden zetten. Voor ons was dat voldoende, dus bij een bakkertje gingen we ons plannetje smeden onder het genot van koffie en cake. Het was nog wel even puzzelen met de dienstregeling van de bussen en de kampeerplaatsen, maar uiteindelijk had Lianne het puzzeltje opgelost. We zouden eerst een nachtje kamperen in Calheta, daarna twee nachtjes in Topo en tot slot één nachtje in Santo Cristo. Hiermee konden we alle wandelingen doen die we wilden en hoefden we geen taxi’s te nemen.

De volgende stap was om wat proviand in te slaan. Op de meeste plekken zou het namelijk niet zo makkelijk zijn om nog boodschapjes te doen. Het plan was om zoveel mogelijk bij bakkertjes, cafés en restaurants te eten om zo wat gewicht in onze backpacks te sparen. Daarom eindigden we alleen met wat noten en energierepen om tijdens de wandelingen op te eten. Vanuit de supermarkt zijn we richting de busstop gewandeld, maar het duurde nog wel eventjes voordat de bus zou vertrekken richting Calheta dus konden we mooi even ontspannen naast een natuurlijk zwembad.

We lieten ons in een nabijgelegen dorpje afzetten door de buschauffeur zodat we nog een mooi klein stukje konden wandelen richting de camping. We werden gelijk al getrakteerd op mooie uitzichten en het duurde niet lang voordat we bij de camping waren. Deze keurige camping had alles wat we nodig hadden: water, elektriciteit, warme douches, een natuurlijk zwembad en een kleine bar, waar we voor ons avondeten een pulled pork burger met een biertje hadden genomen. Er stonden maar twee andere tentjes op de camping en we hebben gezellig gekletst met de andere kampeerders.

De volgende dag konden we op ons gemakje naar Calheta wandelen om vanuit daar de bus richting Topo te pakken. Eenmaal daar aangekomen bestelden we een broodje met wat drinken. Toen we af gingen rekenen bestelden we nog een stuk pizza voor onderweg en vroegen we voor de zekerheid nog even of de bus inderdaad stopte waar we verwachtte. Dit bleek echter niet het geval te zijn! Een man vertelde ons dat we eerst nog een stuk de heuvel op moesten wandelen richting de grote weg. Wij stopten maar snel de pizza weg in onze backpacks en begonnen de heuvel op te hollen. We hadden namelijk geen zeeën van tijd meer. Gelukkig duurde het niet lang voordat we bovenop de heuvel waren en zagen we na een paar minuten een busje aankomen. We vroegen de buschauffeur of hij richting Topo ging en dit was gelukkig het geval. We lieten ons weer afzetten in een ander dorpje vanuit waar we weer een mooie wandeling op konden pakken.

De wandeling was heerlijk door het glooiende landschap. We hadden mooie uitzichten over de oceaan en de groene velden waar talloze koeien op stonden te grazen. Toen we eenmaal aankwamen in Topo was tot onze schrik het restaurantje waar we van plan waren om te gaan eten gesloten. Maar het was pas net 18:00u geweest, dus we hoopten dat het wel open zou zijn nadat we ons tentje op de minicamping hadden opgezet. Helaas was dat nog wel bijna twee kilometer wandelen en een heel stuk afdalen. Maar we hadden niet zo veel keuze. De camping zelf was schitterend. Het bestond uit vier terrassen waar kleine tentjes op passen en een beschutte plek waar gebarbecued kan worden. Ook was er stromend water, maar geen wc’s. Net iets verderop was ook weer een natuurlijk zwembad.

We hadden vlot de tent opgezet en begonnen weer aan onze wandeling terug omhoog. Maar tot onze spijt was het restaurantje nog steeds gesloten. Een vriendelijke man sprak ons in het Engels aan en liet ons weten dat het restaurantje dit weekend toevallig dicht was. Voor ons was dat natuurlijk geen goed nieuws. We vroegen of hij misschien nog een andere plek wist waar we wat eten zouden kunnen krijgen? Hij vertelde dat we wel eens in São Pedro konden gaan kijken bij het kerkje, daar waren namelijk festiviteiten gaande en hij verwachtte dat we daar wel een stukje pizza of een belegd broodje konden vinden. Voor ons was dat natuurlijk een prima oplossing, dus we gingen maar weer met de benenwagen die kant op.

Toen we aankwamen bij het kerkje waren er naast de vlaggetjes en de lichtjes weinig tekens van festiviteit. We zagen alleen twee oudere mannen achter een barretje staan en de pastoor was wat heen en weer aan het wandelen. We trokken maar de stoute schoenen aan en vroegen of er iemand was die Engels sprak. De pastoor werd er bij gehaald en we vroegen hem of hij misschien wist of we ergens in de buurt wat eten konden vinden. Hij vroeg of we al in het restaurantje bij het nabijgelegen dorp waren geweest en was verrast dat deze gesloten was. Hij moest even nadenken, maar als alternatief bood hij ons aan om te wachten tot na de mis en daarna zouden we wel wat eten kunnen krijgen. Dit leek ons een prima plan. Wij gingen op een muurtje zitten, maar het duurde niet lang voordat één van de mannetjes achter het barretje ons riep en gebaarde dat we wat van de kaas moesten proeven. Op São Jorge wordt heerlijke kaas gemaakt, dus we lieten deze kans niet aan ons voorbij gaan. Het werd trouwens niet gewaardeerd dat we één stukje pakten. We moesten er minimaal twee pakken. En deze gastvrijheid werd nog steker benadrukt toen ons gevraagd werd of we zin hadden in een flesje bier. Wij accepteerden dit aanbod met plezier, maar de twee mannen achter de bar trokken hun eigen portemonnee om hiervoor te betalen! Ik spoorde Lianne aan om hun juist wat geld te geven, maar de blik van de man gaf aan dat dit absoluut geen optie was, dus we bedankten hem vriendelijk en genoten van ons flesje bier. Even later kwam een vrouw die een tijdje in Canada had gewoond oliebollen bakken, die later verkocht zouden worden voor de kerkkas. We hadden een leuk gesprek met haar over São Jorge, haar tijd in Canada en onze reis. Toen het haar duidelijk werd dat we ook nog niet echt plannen hadden voor ons eten voor de volgende dag, bood ze aan om ons op de lijst voor de barbecue te zetten. We zouden dan voor de lunch langs kunnen komen en een halve kip met wat brood per persoon kunnen krijgen. Ook hier konden we natuurlijk geen nee tegen zeggen, dus we accepteerden hun aanbod graag.

Even later was de dienst afgelopen en kwam de pastoor ook naar de bar en gaf ons twee belegde broodjes. We vroegen wederom of we er niet iets voor konden betalen maar daar moest hij niets van horen. Toen we er achter kwamen dat alle andere mensen op het feest wel geld betaalden voelden we ons helemaal bezwaard en besloten we dan maar een donatie te doen aan de kerk. We gaven de pastoor 20 euro, en dat accepteerde hij vriendelijk. Als dank kregen we nog twee flesjes bier. We besloten nog eventjes te blijven hangen om te zien hoe de festiviteiten zich zouden ontwikkelen. Er was iemand continue bezig met een muziekinstallatie en het leek alsof er een band zou gaan spelen, maar dat duurde maar en dat duurde maar. Op een gegeven moment kwamen er een aantal kinderen langs met de oliebollen die de vrouw achter de bar had staan bakken. We konden ze voor een euro per stuk kopen. We kochten er gelijk twee en zaten op dat moment eigenlijk ook wel heerlijk vol met eten. De sfeer op het feest was wel alsof ze nog ergens naartoe aan het opbouwen waren, maar wij waren eigenlijk bekaf, dus keerden rustig terug naar ons tentje voor een heerlijk nachtje slapen.

Zondag was voor ons ook de rustdag. Het enige wat we op de planning hadden staan was de barbecue bij de kerk. Nadat we ‘s ochtends een duik hadden genomen in het natuurlijke zwembad liepen we weer de heuvel op richting het kerkje. We werden wederom warm ontvangen en kregen gelijk een plastic doos met twee halve kippen en een zak brood in onze handen gedrukt. We bedankten iedereen weer vriendelijk, aten ergens in de buurt de heerlijke kip op en besloten toch nog maar een klein wandelingetje in de buurt te maken. We plukten wat munt om thee van te zetten bij de tent en keerden terug naar de minicamping. Hier stookten we een klein vuurtje, dronken wat zelfgemaakte thee en doken weer op tijd ons bed in, want de bus zou de volgende ochtend al vroeg vertrekken.

De wekker ging en we pakten snel onze tent in. We waren op tijd bij de bushalte, maar we wisten eigenlijk niet 100 procent zeker dat de bus daar ook echt zou stoppen. Volgens het schema hadden we nog 20 minuten om naar de vertrekhalte van de bus te wandelen, wat we uiteindelijk besloten te doen. Maar halverwege zagen we opeens de bus al de heuvel oprijden. We probeerden de bus aan te houden, en ondanks dat de buschauffeur hier wat ongenoegen over uitte stopte hij toch voor ons en mochten we meerijden. We wilden eigenlijk naar Vimes rijden, aan het zuiden van het eiland, maar het bleek dat de bus daar niet helemaal naar toe ging. Uiteindelijk zette de buschauffeur ons af op Serra do Topo wat ons eigenlijk wel een stukje scheelde in de wandeling die we voor die dag hadden gepland. Vanaf hier startten we de geweldige wandeling richting Fajã da Caldeira de Santo Cristo. Dit is een bedevaart dorp waar ook veel gesurft wordt, maar wat bovendien erg moeilijk te bereiken is. Je kunt er alleen via de wandeling komen die wij hebben gemaakt, of via een quad vanaf de westkant.

Halverwege de wandeling maakten we een korte stop bij waterval waar ik even lekker van de kans gebruik heb gemaakt om onder de waterval te gaan zwemmen. Hierna werd de wandeling ook ietsje gemakkelijker en toen we eenmaal aankwamen in Santo Cristo was het eerste café al geopend voor een ontbijt van tosti’s en koffie. In eerste instantie hadden we ons tentje opgezet naast de kerk, omdat dat zo was uitgelegd door het toeristenkantoor in Velas, maar later kwamen we erachter dat dit niet helemaal de bedoeling was, en dat er zelfs een hele camping was tegen de bergwand aan. We verhuisden dus maar snel die kant op en nadat we onze tent voor de tweede keer hadden opgezet gingen we weer naar hetzelfde café voor lunch. We bezochten een klein museumpje over dit plaatsje en leerden hoe het dorp in de jaren 80 volledig was afgesloten van de buitenwereld na een aardbeving. Toen het eenmaal tijd was om op zoek te gaan naar avondeten bleek dat ook weer makkelijker gezegd dan gedaan. De restaurantjes waren eigenlijk alleen open voor ontbijt en lunch omdat ze het moeten hebben van de wandelaars. Gelukkig konden we nog een tosti krijgen met een stukje taart. We moesten het er maar mee doen. ‘s Avonds probeerden we nog de zonsondergang te zien, maar helaas zakte die net achter de rotsen weg. We doken weer op tijd ons bedje in om de volgende ochtend vol energie onze laatste wandeling te starten.

De laatste wandeling bracht ons van Santo Cristo naar Norte Pequeño. Halverwege, in Fajã dos Cubres, kwamen we weer in de bewoonde wereld aan en ontbeten we met broodjes varkensvlees, gebakken worst en heel veel koffie. We moesten nog een flink stukje klimmen naar Norte Pequeño dus alle calorieën waren welkom. Onderweg werden we nog getrakteerd op een aantal schitterende uitzichten en we waren ruim op tijd bij de bushalten. Er zou hier ook een café in de buurt zijn, maar je raadt het al, die was gesloten. Gelukkig was er wel een kraan met bronwater, dus we konden zoveel drinken als we wilden. De buschauffeur zette ons af vlak naast de veerboot dus het wandelen was gelukkig voor eventjes gedaan.

Voor ons was dit de eerste keer dat we met de backpack een tocht hebben gewandeld, maar na ons avontuur op Pico durfden we dit wel aan. En achteraf ging het wandelen ons prima af, maar we hadden er beter aan gedaan wat meer eten mee te nemen. Uiteindelijk weegt dat namelijk ook weer niet zoveel. In totaal hebben we gedurende vijf dagen 38.6km gewandeld en zijn we 1225 meter gestegen, waar we zeker niet ontevreden over zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *