Saga in Galicië: A Coruña, Ría de Camariñas en Ría de Muros

Iedereen zei nog zo na de oversteek van Biskaje: rust even lekker uit en slaap rustig bij. Dat advies hebben wij natuurlijk rustig links laten liggen. We zijn nu precies een week in Noord-Spanje en we kunnen er geen genoeg van krijgen!

Nadat we netjes waren afgemeerd in A Coruña en een kort dutje hadden gedaan, was het al half negen ’s avonds. Oei, we moesten nog avondeten. Maar dat was natuurlijk geen probleem. Bij de Spanjaarden begint het drinken van een Estralla Galicia of een wijntje en het eten van wat tapas juist dan. A Coruña bruist van het leven en de vriendelijke havenmeester had ons precies laten weten waar we lekker konden eten. Voor ons stond op het menu: octopus, inktvis, gebakken chorizo, runderlapjes met chips en een heerlijke salade. We vonden dat we dat wel hadden verdiend.

De volgende dag hebben we een mooie wandeling gemaakt langs de kust. Deze is hier rotsachtig met indrukwekkende kliffen, waar de Atlantische golven spectaculair op kapot slaan. Het was eventjes wennen aan het warmere klimaat en andere leefritme ten opzichte van Engeland, maar we hadden de smaak snel te pakken.

Juan Sebastián de Elcano kwam toevallig net de haven invaren toen wij net afgemeerd lagen. Dit Spaanse trainingsschip voor de marine werd met veel toeters en bellen ontvangen en de kade stond tijdens ons hele verblijf vol met toeschouwers. ’s Avonds werden er chique feestjes georganiseerd.

Dag drie stond in het teken van wat klusjes. Lianne wilde werken aan haar scriptie en ik zou op zoek gaan naar gas voor onze gasflessen aan boord. Dan was het plan om ’s middags nog even naar het strand te gaan om wat af te koelen. Maar we waren te voorbarig. Het beloofde niet zo makkelijk te gaan als we hadden gehoopt.

Lianne startte haar laptop op en wilde net gaan werken. We hadden twee cappucinos besteld om de motivatie er een beetje in te krijgen. Maar nog geen vijf minuten later ging de laptop opeens uit. Een aantal keren opnieuw opstarten bleek niet te helpen. Ik verwachtte dat er iets mis was met de harde schijf of Windows. Hoe dan ook, er zat niets anders op dan de laptop te repareren. Dus we dronken onze koffie op en gingen dan maar samen op zoek naar een nieuwe harde schijf en een fles gas.

Na wat rondvragen hadden we vlot achterhaald waar een computerwinkel was die ons zou kunnen helpen, dus de harde schijf was snel gekocht. Daar in de buurt zaten ook bootjeswinkels en ijzerhandels (ferretarias), waar we wat navraag hebben gedaan naar onze gasflessen. Helaas bleek dat nog niet zo eenvoudig. We werden van het ene handeltje naar de andere gestuurd en het verhaal was steeds duidelijk: we hebben wel Campigaz, maar kunnen jouw groene gasfles niet zomaar vullen met propaan.

Half onverrichte zaken keerden we dus terug naar de haven. Ik repareerde de laptop van Lianne, zij deed onderzoek naar ons gasprobleem. Het werd duidelijk dat vullen in Spanje niet gaat lukken. Het is hier allemaal streng gereguleerd. In Portugal zal dat misschien wel gaan. Dus leek de oplossing om een bus Campigaz te kopen. Maar dat was een probleem voor de dag van morgen.

De volgende ochtend ging Lianne dus weer op weg richting een openbare werkplaats en hervatte ik mijn zoektocht naar gas, met het idee om nu van systeem te wisselen. Ik had de gasslang meegenomen om te laten zien wat voor verbinding ik nodig had. Maar ook dit leek weer veel te optimistisch. Ik ben misschien wel tien verschillende zaken binnen geweest om te vragen of ze een bus Campigaz konden aansluiten op mijn gasslang. En meestal keerden ze elke keer erg behulpzaam hun winkels ondersteboven, de juiste connector werd niet gevonden. Onze oplossing is simpel. We wisselen tapas af met koude salades. Zo komen we Spanje wel door totdat we de gasflessen kunnen vullen in Portugal.

Vervolgens werd het weer tijd onze weg verder zuidwaarts te vervolgen. En met wat een plezier hebben we dat tot nu toe gedaan. De afstanden zijn geschikt voor dagtochten. Er staat bijna geen stroom. De hoge kliffen lachen je de hele dag toe. Het varen is hier paradijselijk. De enige kanttekening die we zouden kunnen maken is dat de wind momenteel wat veranderlijk is, maar daar kunnen we voor nu wel even mee leven.

We hebben twee nachtjes voor anker gelegen in de Ría de Camariñas en liggen nu in de Ría de Muros. Voor het eerst hebben we ons rubberbootje er bij gepakt, zodat we gemakkelijk naar de wal kunnen. Dat brengt weer een hele nieuwe lading pret met zich mee. Donderdag komen Emmy en Axel, studievrienden van Lianne, aan boord. We gaan dan vanuit Arousa de Rías verder verkennen. En ik verwacht dat deze nog heel wat moois voor ons in petto hebben.

Biskaje – de oversteek

Bij veel zeilers wekt de golf van Biskaje een gevoel van ontzag op. Het kan moeilijk vaarwater zijn vanwege snel veranderende weersomstandigheden en de overgang van diep naar ondiep water langs de kust. Het is voor velen de eerste kleine oceaanoversteek. En voor ons was dit natuurlijk niet anders. We waren daarom blij dat de omstandigheden zich gunstig leken te ontwikkelen. Een wind die van noordwest naar noordoost zou draaien zou relatief beperkte golfopbouw tot gevolg moeten hebben. We hebben de tuigage, de motor en alle andere belangrijke aspecten nog eens nagekeken en toen werd het tijd. We vertrokken.

Voordat we begonnen met wat filmpjes te maken hadden we al een mooi stuk erop zitten. Vanuit Falmouth hadden we een lekkere noordwester bries, waarmee we de eerste dag al meer dan 140 zeemijlen hebben kunnen varen. Het werd daarna wat rustiger en we werden regelmatig tegemoet gezwommen door groepen dolfijnen. Ik dacht regelmatig: “is dit het nou?”, maar ik durfde het niet hardop uit te spreken.

Op zondag kregen we via de Navtex het bericht dat er windkracht 8 voorspeld was voor een deel van ons vaargebied. We wisten vantevoren dat rond de kust van Spanje er wat meer wind zou zijn, dus hoewel het niet helemaal als verrassing kwam, maakte het de tocht wel iets spannender. De volgende dag hadden we daarbij nog eens via de Garmin een weerbericht binnen gehaald en de tocht leek inderdaad een pittig einde te gaan krijgen. We wisten dat het zwaarder zou gaan worden.

We gingen de nacht in met reef 2 en de genua, er stond zo’n 22 knopen wind. Toen de shift van Lianne erop zat, rond 03:30u ’s nachts, hadden we samen even de genua verwisseld voor de kotterfok, omdat de wind al aan begon te trekken naar 26 knopen. Van slapen kwam het niet echt meer van, de boot rolde heftig heen en weer. Toen Lianne rond 08:00u haar bed weer uit kwam, begon het al echt heftig te worden. Hoge golven en windvlagen tot 32 knopen. En toen moesten we nog 50 mijl naar A Coruña.

Uiteindelijk hebben we vlagen gehad van 36 knopen, windkracht 8. En de golven waren hoog genoeg om Saga flink uit koers te brengen. De eerste keer dat we te pakken werden genomen door een brekende golf werd ik serieus bang. Ik kon met het roer maar minimaal de koers aanhouden en Saga begon flink te rollen. Maar gelukkig is onze boot er niet zomaar eentje. Door de relatief smalle romp en het hoge ballastaandeel kon ik haar weer snel op koers krijgen. De volgende golven waren hierdoor al een stuk minder eng.

Het was afzien, maar we hebben het gehaald. De kans bestaat dat we bij de oversteek over de Atlantische Oceaan niet weer zo zwaar weer over ons heen krijgen. Maar mocht het toch zo zijn, dan is het goed om te weten dat Saga het kan hebben, en wijzelf blijkbaar ook.

Plymouth en Falmouth

Ondanks de schoonheid van Dartmouth begon onze drang om verder te gaan steeds groter te worden. We hadden besloten dat de vertrekhaven voor de oversteek van Biskaje Falmouth zou worden. Aan de ene kant omdat dit ons ook weer een mooi plaatsje leek, maar aan de andere kant omdat Falmouth al sinds jaar en dag wordt gebruikt als laatste haven voor de oversteek naar Spanje vanaf Engeland. Maar we hadden nog een tussenstop: Plymouth.

Plymouth is een van de grotere steden langs de Engelse zuidkust, een beetje zoals Portsmouth. Jachthavens in overvloed en een significant maritiem verleden. We hadden onze zinnen gezet op twee overnachtingen in de Plymouth Yacht Haven. Er was een flinke zuidwester wind voorspeld dus we wisten dat we een dagje zouden blijven liggen. Maar tot onze verbazing lag deze jachthaven vol! Geen probleem dachten we, de keuze is reuze… Maar niets bleek minder waar. Sutton Harbour lag vol en wist ons te vertellen dat King Point Marina ook vol lag. Dan maar Queen Ann’s Battery oproepen voor een plekje. Maar ook hier was er geen plek voor Saga. Net als ons waren alle Britten blijkbaar naar Portsmouth uitgeweken om de harde wind af te wachten. Dan maar Mayflower Marina bellen, dachten we. Daar kregen we te horen dat er even overlegd moest worden en dat we teruggebeld zouden worden. Omdat dit onze laatste optie was begonnen we al serieus te overwegen om voor anker te gaan liggen achter Drake’s Island – een eiland vernoemd naar Sir Francis Drake, die tussen 1577 en 1580 een reis rond de wereld heeft gemaakt met zijn Golden Hind. Het begon spannend te worden, want na een half uur hadden we nog steeds geen bericht terug gehad. Maar na een tijdje kregen we toch te horen dat er een plekje voor ons was, en ondanks dat we niet enorm beschut lagen tegen het weer waren we gezien de drukte niet ontevreden.

Net als Portsmouth wist Plymouth ons eigenlijk niet te charmeren. Het rijke maritieme verleden is natuurlijk een interessant aspect van de stad, maar verder is een grijze, commerciële bedoeling, waarschijnlijk typisch voor een Engelse stad van dat formaat. We waren dan ook blij toen het slechte weer over was en we onze reis verder konden vervolgen richting Falmouth.

De wind kwam uit het zuidwesten, bijna de koers die we ook moesten volgen om in Falmouth uit te komen, dus we moesten wat slagen maken om in Falmouth te komen (laveren). Gelukkig hadden we de stroom mee en voldoende wind, dus het is bij een comfortabele dagtocht gebleven. Eenmaal aangekomen in Falmouth waren we weer helemaal happy, dit was weer een schitterend stadje, waarbij we praktisch in het centrum lagen met Saga.

Nu was het eigenlijk vooral wachten totdat de omstandigheden gunstig zouden worden om de Golf van Biskaje over te steken. Dus na het ontbijt was het eerste wat we deden even het checken van het weer. Maar daarnaast hebben we heerlijk de tijd gehad om Falmouth door te wandelen met dreigende luchten op zee, een keertje fantastische fish en chips te eten en we hebben zelfs een optreden bijgewoond van lokale artiesten! Net zoals in Dartmouth hadden we hier misschien wel langer kunnen blijven. Maar ook hier konden we het weer niet naar onze hand zetten: een mogelijkheid om Biskaje over te steken leek zich aan te doen.

Van Eastbourne naar Dartmouth: de Engelse zuidkust

Tijdens onze voorbereidingen hebben we eigenlijk maar weinig aandacht geschonken aan de Engelse zuidkust. De Britten leken ons simpelweg wat sympatieker dan de Fransen. Maar wat is het hier mooi! In dit bericht lees je hoe we vanuit Eastbourne verder zijn gevaren naar Portsmouth, Yarmouth, Chapman’s Pool en Dartmouth. Deze keer met een korte video van onze tocht tussen Eastbourne en Portsmouth. We waren eerst van plan in een streep door te varen naar Dartmouth, maar onweer en onvoorspelbaar weer maakte dat we toch zijn uitgeweken naar Portsmouth. Gelukkig hadden we dat als optie voorbereid en het heeft ons niet teleurgesteld dat we niet in een keer naar Dartmouth zijn gevaren.

We kwamen pas laat aan in Portsmouth, maar de jachthavenrecepties zijn hier dikwijls 24u per dag geopend, omdat zeilers typisch optimaal gebruik proberen te maken van het tij, en daarom soms ’s nachts pas de haven binnen komen varen. Voor het formaat van Portsmouth (stedelijk gebied ongeveer 1,5 miljoen inwoners) was er eigenlijk relatief weinig te doen. Naast de SpinnakerTower en de historische scheepswerf, heeft het niet echt een oud stadscentrum of andere toeristische attracties. Maar we waren de stad niet ingegaan met als hoofddoel om de toerist uit te hangen. Lianne wilde graag de PhD-verdediging van een collega bijwonen. Dus we hebben een mooi café uitgezocht met WiFi voor Lianne en een uitgebreide selectie bier aan de tap voor mij.

De grote stad hebben we de afgelopen jaren wel genoeg gezien, dus we gingen snel door. Yarmouth, een klein plaatsje op het eiland Wight, stond op de planning. Naast dat we enigszins vroeg op moesten staan om goed gebruik te kunnen maken van de stroming was het een rustige tocht. We kwamen voor de lunch aan, betaalden snel de havenmeester en trokken vervolgens onze wandelschoenen aan. En wat een schitterende wandeling hebben we gemaakt over het eiland. Langs strandjes, krijtrotsen, heide en bos. Een van de hoogtepunten waren de ‘Needles’. Dit is een reeks scherpe krijtrotsen met op het puntje een vuurtoren. De Needles zijn vooral berucht vanwege het moeilijke vaarwater onder de zeilers. Omdat de diepgang vrij plotseling afneemt van 40 naar 20 meter en het water uit de hele Solent hier langs stroomt, moet je bij wat hardere winden en springtij erg goed oppassen. Jammer genoeg is het ook een enorme toeristische attractie. Er is een hele kermis opgezet op het puntje en mensen komen met bussen aan. Ik vroeg me af in welke mate zij de omgeving anders zagen dan wij.

Op de terugweg via Freshwater Bay zijn we nog even gestopt in een pub, de Red Lion, die ons was aangeraden door de buurman in de haven. We hadden al zo’n 15km gewandeld, dus we vonden dat een biertje welverdiend was. Het laatste stukje langs de river Yar was dus met ietsje zwaardere benen, maar wel met frisse moed.

Het enige nadeel van de Engelse zuidkust is dat het erg duur is. De haven in Yarmouth kostte bijvoorbeeld wel €60 voor een enkele nacht! Dus het werd tijd dat we weer eens op ons eigen anker zouden liggen. Het originele plan was Lulworth Cove, een mooi baaitje. Op de kaart stond wel aangegeven dat deze baai in militair oefengebied ligt. Met het akkefietje tussen ons en de Nederlandse mijnenveger op de route naar Engeland in het hoofd nemen we dat tegenwoordig toch wel wat serieuzer. En dat bleek niet overbodig. We werden al onderschept door een ‘safety vessel’, een speedboat met een grote rode vlag. Ik wist dat we op marifoon kanaal VHF 08 moesten uitluisteren, dus ik besloot ze maar op te roepen en te vragen of we anders naar Chapman’s Pool mochten varen. De Britten konden het wel waarderen dat ze de onderschepping konden staken en vertelden dat het geen probleem was dat we naar Chapman’s Pool zouden varen.

In de tussentijd hadden we de hele tijd een vislijn uitstaan om makrelen mee te vangen. We waren niet in de veronderstelling dat we iets hadden gevangen, maar voordat we het anker uit gingen gooien, leek het ons wel verstandig om de lijn binnen te halen. En tot onze verbazing zat er wel een makreel aan! Ik heb de vis maar snel een klap met de lierhendel gegeven, zodat we verder konden met het ankeren. Toen we eenmaal lagen kon Lianne niet wachten om de vis schoon te maken en het rookoventje erbij te pakken. Nog geen uur later was de vis gerookt en hebben we hem heerlijk zitten oppeuzelen. Verser dan dit wordt het niet, toch?

Lianne bleef aan boord om rustig een boekje te lezen. Ik kon de rust niet vinden in deze fascinerende omgeving en wilde de kliffen beklimmen. Met wandelschoenen boven mijn hoofd zwom ik naar de kant om weer een mooie wandeling te maken. Saga lag mooi in het baaitje. Ik hoorde in de verte de schoten van het Britse leger. Het uitzicht was fantastisch. Het enige minpunt was mijn zoute, net iets te strakke zwembroek, die het wandelen wat minder comfortabel maakte. ’s Avonds kwam er nog een zeehondje met zijn vangst in de baai spelen en kregen we een mooie zonsondergang cadeau. Wellicht zullen we nooit weten hoe mooi Lulworth Cove is, Chapman’s Pool was in ieder geval de moeite waard!

Jammer genoeg was de weersvoorspelling niet ideaal om hier te blijven liggen: er kwam een flinke Zuidwester aan. Dat maakte het voor ons hoog tijd om toch maar de route voort te zetten naar Dartmouth. We hadden bedacht dat we daar in de nacht heen zouden zeilen. Dat leek beter uit te komen met het weer en het scheelt uiteindelijk weer een nachtje havengeld. Het zeilen was niet echt comfortabel. De wind draaide eerder naar ZW en trok meer aan dan voorspeld. Al snel besloten we het eerste rif te zetten. Voor de nacht werd de genua ingewisseld voor de kotterfok. Ik dacht dat ik een slimme zet had gemaakt om over stuurboord te blijven varen: de stroom zou ons immers moeten helpen om het laatste stuk richting Dartmouth te laveren (zie het kaartje). Maar de stroom kwam niet zoals verwacht en laveren tegen wind en stroom was wel taai. Daardoor werd een tocht van 60 mijl een tocht van 80 mijl. In combinatie met de onrustige zee, waardoor we niet echt goed uit hebben kunnen rusten, kwamen we vermoeid in Dartmouth aan.

Toch konden we het natuurlijk niet laten om nog even rond te wandelen. En ook Dartmouth is weer prachtig. Het lijkt bijna of we met elke mijl verder van huis in mooier vaarwater terecht komen. Nu de Golf van Biskaje snel dichtbij begint te komen, houden we dagelijks goed het weer in de gaten. Ons plan is om nog iets verder westelijk te varen, naar Falmouth, en vanuit hier de oversteek te maken. Spannend? Zeker. Maar we kijken er ook naar uit.

De trossen zijn los

Het is eindelijk zover. We zijn vertrokken! De wind heeft ons nog niet verder gebracht dan Amsterdam, maar dat is eigenlijk niet zo erg. We kunnen hier rustig de laatste puntjes op de i zetten en wachten tot de wind zich vanuit het zuidwesten naar een gunstiger richting begeeft. In de tussentijd zal ik je op de hoogte brengen van wat er de afgelopen weken is gebeurd.

Afgelopen winter hebben we onze mast ondergebracht in Enkhuizen waar deze is nagekeken en voorzien van nieuwe verstaging. Dit is namelijk geen onderdeel waar we risico’s mee willen nemen. Lianne moest gewoon nog werken, dus ik had mijn broertje, Henk-Jan, gevraagd of hij op 23 mei al vroeg aanwezig kon zijn om te helpen en de boot terug te varen naar Kampen. Henk-Jan was natuurlijk op tijd, maar helaas werd het door wat miscommunicatie over de mastkraan pas na de lunch voordat de mast gezet kon worden.

Dus het werd spannend om op tijd in Kampen aan te komen. En tot overmaat van ramp was het weer ook niet echt geweldig. Toen de mast eenmaal stond en we de sluis uit waren, hadden we berekend dat we de opening van de Ketelbrug om 18:50 uur wel konden halen. De Eilandbrug door voor 20:30 uur zou dan ook wel lukken. Dus met flink wat gas erop voeren we het IJsselmeer op.

De vaart zat er goed in en we kwamen op het geplande tijdstip bij de Ketelbrug aan. Het slechte nieuws was echter dat we achter de Ketelbrug de luchten flink dicht zagen trekken. We waren goed en wel de brug door en het begon te regenen. Eerst zachtjes, daarna harder en uiteindeiljk kwam het met pijpenstelen de lucht uit. Op zich geen groot probleem. Ik had mijn regenkleding aan en Henk-Jan zat binnen broodjes met warmgerookte zalm klaar te maken. Maar toen het begon te onweren, werd het allemaal toch wel wat grimmiger. Lichtflitsen, direct gevolgd door een klap: het onweer was dichtbij. Gelukkig bleef sloeg het nergens in. Saga was, zeker weten, het hoogste punt met de vers geïnstalleerde aluminium bliksemgeleider van ongeveer 18m hoog.

Donkere luchten op het Ketelmeer

En toen begon het volgende hoofdstuk, of liever gezegd, werd het vorige hoofdstuk afgesloten. We gingen verhuizen uit Brussel. Dat zal we meevallen, dacht ik. We hadden namelijk een groot deel van onze inboedel verkocht aan de onderburen. Maar mijn inschattingsvermogen bleek maar weer eens ietsjes te optimistisch. Gelukkig hadden we toch de XL-verhuisbus gehuurd en hadden we zes extra handjes bij de verhuizing, want anders was er niets van terecht gekomen. Wat ik ook had onderschat is hoeveel nog mee zou gaan aan boord. Blijkbaar heb je toch best wel wat spullen nodig als je op een boot wilt gaan wonen.

Een bus vol met spullen voor aan boord.

Sinds 1 juni 2022 wonen we nu aan boord. En dat bevalt zo slecht nog niet. Elke dag raakt de boot ietsje meer opgeruimd en worden meer klusjes afgerond. Zo heb ik onder andere klosjes gemaakt om de mast te stabiliseren ter hoogte van het dek, een klusje waar mijn opa me nog goed advies in heeft kunnen geven. Op zaterdag 4 juni is er spontaan wat familie verzameld om ons uit te zwaaien en hebben we rond 12:00u de trossen losgegooid om echt te starten met de reis! Dat we het nog niet verder hebben geschopt dan Lelystad en Amsterdam maakt niet uit. We hebben geen haast en wachten wel tot de wind ons gunstig gezind is!

We hebben wat te vieren!

Het is gebeurd. Na maanden van voorbereiding, hulp van familie en vrienden en de nodige uitgaven was het moment eindelijk daar. Nee, we hebben het niet over onze bruiloft van 29 april… Saga ligt weer in het water!

Maar alle gekheid op een stokje, het is dus eigenlijk dubbel feest. Tussen al het kluswerk door hebben we een fantastische huwelijksdag gehad met onze familie en vrienden. Maar een huwelijksreis tijdens onze wittebroodsweken is voor ons niet weggelegd. Nee, het was nog even hard werken. Zeker voor Lianne, die nu echt met de laatste stappen van haar PhD bezig is.

En er moest natuurlijk nog gewerkt worden aan Saga. De laatste likjes verf zijn aangebracht (voor nu…) en het smeersysteem van de schroefas is nog nagekeken. De schroefas van Saga is nog vetgesmeerd, in tegenstelling tot de modernere watergesmeerde systemen. Toen we technisch advies hadden ingewonnen om een watergesmeerde schroefas te plaatsen werd ons afgeraden om dit te doen omdat er eigenlijk geen ruimte voor beschikbaar is. In plaats daarvan werd ons aangeraden om een handmatige vetpomp te installeren en de vetkoorden te vervangen. Natuurlijk dacht ik: hoe moeilijk kan dat zijn?

De eerste stap, het vervangen van de vetkoorden, viel reuze mee. Achteraf gezien was dit misschien niet eens nodig omdat ze er nog behoorlijk netjes uitzagen. Het aanpassen van het vetsysteem bleek echter een veel grotere opgave. Ten eerste wilde ik testen of de elektrische vetpomp nog voldoende vet wist te pompen. Met dit doel had ik de aanvoerslang losgekoppeld aan de schroefas. Door de pomp aan te zetten met de slang losgekoppeld kon ik zien hoeveel vet er naar de schroefas gepompt zou worden. En dit viel me behoorlijk tegen. Met het advies van de monteur en de tijdsdruk in mijn achterhoofd besloot ik een vetnippel te installeren op de toevoer naar de schroefas. Dus ik nam de toevoerslang en een schuifmaat mee naar huis zodat ik op mijn gemakje kon kijken wat voor onderdeeltje ik nodig zou hebben, en dan zou het allemaal zo gepiept zijn.

Maar ik had me niet meer kunnen vergissen. Toen ik het schroefdraad in detail begon te bestuderen werden de mysteries steeds groter. Ik had nog nooit gehoord van taps schroefdraad. De diameter richting de nippel was groter dan de diameter aan het begin van het schroefdraad. En de spoed, dit is de afstand tussen de groeven in het schroefdraad, leek ook geen logische maat te zijn. Ik was ten einde raad en trok zelfs mijn kwaliteiten als ingenieur in twijfel. Maar door een gouden tip van een collega kwam ik op een website terecht waar je enkele maten van je schroefdraad kan ingeven en deze geeft vervolgens alle mogelijke opties terug. Het resultaat: 1/4″ NPT. Een Amerikaanse standaard voor taps draad in pijpen. Specifiek geschikt voor hogedruk hydraulica. En in Rotterdam hadden ze een onderdeeltje met precies dit draad en een vetnippel!

Dus Saga was klaar, en op 14 mei ging ze te water. Ze stond ’s ochtends nog mooi te glimmen op de wal en een paar uurtjes later was ze een motorboot in de kanalen van Flevoland. We hebben maar van de gelegenheid gebruik gemaakt en zijn binnendoor van Lelystad naar Ketelhaven gevaren en vanuit daar door naar onze thuishaven in Kampen. Onze reis komt nu echt dichtbij.

Koop een boot…

… werk je dood. Het is een bekend gezegde waarmee iedere aspirant booteigenaar wordt gewaarschuwd. En hoewel ik van dichtbij heb gezien hoeveel tijd mijn ouders door de jaren heen in hun boten hebben gestopt, is het me toch tegengevallen om zelf die verantwoordelijkheid te dragen. Afgelopen week heb ik namelijk met zeer welkome hulp van mijn vader verder aan Saga gewerkt. Het werk is nog niet helemaal gedaan (dat is het eigenlijk nooit), maar de resultaten mogen er inmiddels wel zijn.

Wat krijg je dus terug voor zes dagen werk?

Om te beginnen hebben we een schoon onderwaterschip nodig. De antifouling die hierop wordt aangebracht is nogal giftig en zorgt voor sterk verminderde aangroei van planten en schelpdieren. Met vier lagen Primocon (die zilveren verf die in het vorige bericht te zien was) en twee lagen antifouling zouden we de komende twee jaar zonder problemen door moeten kunnen.

Daarnaast hebben we ook boven de waterlijn Saga onderhouden. De blauwe verf op de stalen rand is opnieuw aangebracht en rondom de kajuit hebben we nieuwe kit met een verse witte verflaag aangebracht om de waterdichtheid te garanderen. Hier en daar hebben we plekjes aangepakt die wat extra aandacht nodig hadden. Bovendien zijn we gestart met het verven van het hele dek. Dit biedt ons niet alleen extra grip, het ziet er ook nog eens heel mooi uit.

Het tapen, schuren, ontvetten en verven kost dus echt veel tijd in vergelijking met het plaatsen van zonnepanelen of het vervangen van het vetkoord in de schroefas. Maar om Saga goed in orde te houden is het een noodzakelijke onderneming en uiteindelijk zeker de moeite waard.

Start van de lente

Afgelopen weekend hebben we eindelijk weer de tijd kunnen nemen om aan Saga en onze reisplannen te werken. Het was namelijk een behoorlijk drukke tijd na de kerstvakantie. Ik ben voor vijf weken naar Noord-Zweden geweest om prototype voertuigen te testen en Lianne heeft hard aan haar laatste paper en thesis gewerkt. Daarnaast zijn we ook bezig geweest met het plannen van onze bruiloft, dus vrije tijd was wat ver te zoeken. Daarom hebben we een lang weekend uitgetrokken om weer een beetje vaart achter het onderhoud en onze voorbereidingen te zetten.

Ons weekend startte al op donderdag na de lunch. We hadden namelijk eindelijk bericht gekregen van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) dat we uitgenodigd waren voor het GMDSS-SRC examen. In ons vorige bericht hebben we verteld over de cursus die we hiervoor gedaan hadden in Nieuwpoort. We waren beiden overtuigd dat we hard genoeg hadden gestudeerd voor het examen, maar toch was het op het moment zelf wel weer spannend. Ik was als eerste klaar van de examengroep en met lichte nervositeit drukte ik op de knop om het examen af te sluiten. De printer begon gelijk mijn resultaten af te drukken en met hoge verwachtingen liep ik naar de medewerker van het BIPT toe. Jammer genoeg kon ik niet aan zijn gezicht aflezen of ik nou geslaagd was. En gezien de rest van de groep nog geconcentreerd examen aan het maken was, kon ik het ook niet ronduit vragen. Met dezelfde gebarentaal waarmee een Romeinse keizer het lot van een gladiator bepaald werd het duidelijk: ik was geslaagd! Nog geen vijf minuten later volgde Lianne uit de examenzaal met een brede glimlach. Het weekend was daarmee goed begonnen.

Met de mooie resultaten op zak zijn we tijdens het weekend langs de bootjeswinkel gegaan om veiligheidsmateriaal en onderhoudsproducten te kopen. Het belangrijkste wat je kunt doen voor je veiligheid is niet overboord vallen en niet zinken. Maar mocht een van beiden jammer genoeg toch gebeuren zijn we daar nu op voorbereid. Voor het overboord vallen hebben we goede reddingsvesten gekocht en deze uitgerust met een AIS-MOB noodbaken. Dit baken zendt een signaal met positie uit naar Saga in het geval dat Lianne of ik overboord valt. Zeker midden op de Oceaan is dit een belangrijke functionaliteit gezien er geen andere schepen in de buurt zijn en de eerste hulp van het schip zelf moet komen. Daarnaast hebben we een EPIRB aangeschaft. De EPIRB zendt via een speciaal satellietsysteem ook de positie en andere identificatiegegevens van het schip door aan de reddingsdiensten. Mochten we dus begonnen zijn met zinken nemen we de EPIRB en onze Garmin InReach mee in ons reddingsvlot en wachten we rustig af op redding.

Reddingsvest met geinstalleerde AIS-MOB

De eerste klus die ik heb aangepakt was het installeren van de zonnepanelen. Uiteindelijk heb ik gekozen voor een commerciele oplossing voor het frame omdat zelf lassen ook de nodige kosten met zich mee zou brengen en het resultaat een stuk zwaarder zou uitvallen. De panelen zijn nu in hoek verstelbaar en makkelijk de verwijderen. Hoe we precies een box in gaan varen zullen we nog maar moeten zien, het grootste voordeel is wel dat we nu veel langer voor anker kunnen blijven liggen.

Als tweede klus hebben we een lasnaad opgevuld bij de kiel. Deze lasnaad is onstaan doordat een vorige eigenaar een verstevigingsplaat op de kiel had gelast. Omdat deze plaat vooraan de kiel zit heeft het een negatieve invloed op de hydrodynamische vorm van de kiel. Met andere woorden, een negatieve invloed op snelheid en de maximale hoogte die je kunt lopen. Maar de lasnaad kon niet op tegen een pot glasvezelplamuur. Zowel het glasvezelplamuur als alle plekjes op de romp die wat extra aandacht nodig hebben zijn behandeld met Primocon, een soort grondverf.

Daarnaast hebben we nog wat andere kleine klusjes gedaan en is het onderhoud nu echt begonnen. Maar we zijn nog lang niet klaar. De komende weekenden zullen voor het grootste deel in het teken staan van Saga en andere voorbereidingen van onze reis.

Kerstvakantie als booteigenaar

Onze kerstvakantie startte al op vrijdag 17 december. Het beloofde een vakantie te worden van organiseren, klussen, eten en familie. Zelfs al varen de meeste mensen niet meer midden in de winter, er zijn nog genoeg ondewerpen waarmee je je als booteigenaar mee bezig kunt houden.

Van Jacobs LifeSaving in Strijen hadden we een telefoontje gekregen dat het reddingsvlot geinspecteerd was en klaar was om op te halen. Op vrijdag ben ik dus op en neer gereden om het vlot op te halen. Alles was in orde, maar we hebben het vlot wel laten aanvullen met noodrantsoenen en water. Tot mijn verassing kregen we de oude batterijen, zeeziektetabletten en noodvuurwerk mee. Voor het vuurwerk kwam het wel van pas dat oud en nieuw in zicht was. Dat is natuurlijk een mooi moment om eens te testen hoe dat werkt zonder over te komen als een hooligan.

De volgende dag stond alweer in het teken van reisvoorbereidingen. Lianne en ik waren ’s ochtends naar Nieuwpoort gereden om deel te nemen aan de cursus SRC-GMDSS (Short Range Certificate – Global Marine Distress & Safety System). Nota bene, we hebben een DSC marifoon aan boord waar je officieel wel dit certificaat voor nodig hebt. Het SRC-GMDSS certificaat staat gelijk aan Marcom B. De instructeur van de Vlaamse Vaarschool heeft ons gedurende 8 uur de nodige stof bijgebracht om mee te kunnen nemen aan het theorie examen. Gelukkig met een goeie dosis humor en wat praktische oefeningen, anders was het wel een lange zit geweest. Voor degene die nog eens in de buurt van Nieuwpoort zijn: de garnalenkroketten zijn daar echt geniaal.

Cursus volgen in de haven van Nieuwpoort

Uiteindelijk zijn we op maandag pas afgereisd naar Nederland om aan de boot te werken in Lelystad. Helaas was het te koud om te schilderen (zelfs in de verwarmde loods) dus zijn we vooral bezig geweest met de installatie van de zonnepanelen en het inventariseren van alle andere onderhoudsklussen die we nog willen uitvoeren. Als het straks weer wat warmer is in het voorjaar gaan we het dek wat aanpakken en natuurlijk een verse laag anti-fouling aanbrengen.

Naast het werken aan de boot heeft Lianne zich ten doel gesteld om het klein vaarbewijs 1+2 te halen. Dus tussen alle kerstdiners door moest ze elk moment benutten om zich bekend te maken met de stof. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, want vaarbewijs 1+2 vergt veel studietijd en oefening. Sterker nog, de avond voor het examen moesten les 7 en 8 nog helemaal doorgenomen worden. Gelukkig startte het examen in Goes pas om 12:00u en kon Lianne de autorit nog gebruiken om de laatste stof tot zich te nemen. En niet zonder resultaat: uiteindelijk is ze met vlag en wimpel geslaagd.

Hard studeren voor het vaarbewijs.

Op naar de winterstalling

Het einde van seizoen 2021 is aangebroken. Dit jaar laten we de mast van Saga achter bij Tuned Rigs & Ropes in Enkhuizen voor het vernieuwen van de verstaging. Zelf gaat Saga in Lelystad de verwarmde loods in, zodat we er zeker van zijn dat we alle werkzaamheden kunnen afmaken voor het vaarseizoen van 2022.