Helaas had Lonneke het goede weer meegenomen naar Nederland en zaten we de volgende dagen opgescheept met ongekend slecht weer voor september in Tenerife. Er werd gewaarschuwd voor zware regenbuien, overstromingen en windstoten. Gelukkig lag Saga goed in de haven van Santa Cruz en hebben we ons niet hoeven vervelen. Laura en Allen, onze zeilvrienden die we ontmoet hebben in Porto Santo, lagen namelijk ook in de haven. Toen Lonneke nog aan boord was waren we al een keertje uitgenodigd om bij hun aan boord een drankje te komen drinken. Allen toverde allerlei lekkere drankjes naar boven en ik liet me geen twee keer vragen of ik nog iets wilde proberen. Als tegenprestatie had Lianne een paar dagen later een lekkere zeevruchtenpasta gekookt, die zeer gewaardeerd werd. Uiteindelijk hebben we nog een laatste mooie wandeling gemaakt in Tenerife voordat we de trossen los gooiden om naar La Gomera te zeilen.
De zeiltocht naar La Gomera was niet echt vermakelijk. De weersvoorspelling gaf goed weer aan, maar met de ervaring van het zeilen tussen de eilanden tot nu toe wisten we dat we daar niet helemaal vanuit konden gaan. We begonnen met het tweede rif in het grootzeil en de genua op de boom aan een voordewindse koers. Net de haven uit was de wind zo’n 15 knopen. Maar hoe verder we naar het zuiden van Tenerife gingen, hoe sterker deze aantrok. Op een gegeven moment voeren we met 35 knopen wind en besloten we de genua in te rollen. De golven waren niet hoog, maar zorgden er wel voor dat Saga net vervelend aan het rollen was. Dit duurde echter niet lang. Toen we net de zuidelijke kaap bij Tenerife om waren viel de wind ineens weg. We kwamen achter de luwte van El Teide. En ondanks dat de voorspelling dit wel had aangegeven waren we alsnog verbaasd dat de wind langzaam uit de andere richting aan begon te trekken. Het laatste stuk naar La Gomera werd dus een aandewindse koers. En ook hier was de wind verre van stabiel. Eerst was het windstil, toen 10 knopen en uiteindelijk vlak voor La Gomera was het weer 25 knopen. Zo bleven we bezig met de zeilen aanpassen. Dat zeilen tussen de eilanden blijft nog wennen.
Toen we La Gomera binnen kwamen varen waren we gelijk onder de indruk van de schoonheid van het eiland. De steile bruine kliffen zijn bekleed met groen en langs de hoogste kliffen glijden de witte wolken naar beneden. Het stadje San Sebastián de La Gomera heeft een belangrijke rol gespeeld voor ontdekkingsreizigers en je merkt dat deze geschiedenis nog steeds een belangrijke rol speelt voor het plaatsje. Met tot slot de twee mooie stranden in de buurt van de haven maakt dat La Gomera een mooie eiland is om een tijdje te blijven.
Een Koopmans 40 met de naam Zeezot trok natuurlijk onze aandacht in de haven. Dit bleek de boot te zijn van Anne en Marcel, die al een jaartje langer dan ons op pad zijn. Waar zij ooit hetzelfde plan hadden als ons, zijn ze zo betoverd geraakt door La Gomera dat ze er zijn gebleven en momenteel zelfs een huis aan het kopen zijn. Via hun hebben we ook Herwig en Lut leren kennen, twee Belgen die zich uiteindelijk meer thuis voelden op La Gomera dan in België. Tijdens de cocktails bij Cuba Libre (hier kreeg je de goedkoopste cocktails van de stad, wist Herwig te vertellen), werd ons bijgebracht wat de mooiste plekjes van het eiland waren, waar je het mooist kon snorkelen, waar je het mooist kon wandelen en welke activiteiten op het schema stonden van het festival. Zo hebben we La Gomera echt een beetje kunnen leren kennen.
Na een dag vol keuzestress wat wel en wat niet mee te nemen op mijn reis naar Madeira en de Canarische eilanden aan boord van Saga, heb ik (Lonneke, moeder van Lianne) mij op 6 september op station Apeldoorn door Jurre laten afzetten om de laatste trein naar Schiphol te nemen. Ruim op tijd, om in alle rust met de vlucht van 7 uur te vertrekken naar Funchal op Madeira. Best wel spannend zo allemaal in mijn eentje. Maar ik heb er enorm veel zin in om deze bijzondere vakantie zo samen met Bernhard en Lianne aan boord van Saga door te brengen. Om 10.30 uur landde ik op Madeira en daar stonden de 2 enthousiaste wereldreizigers mij al zwaaiend op te wachten. Wat een heerlijk weerzien, Lianne heeft inmiddels een mooi kleurtje gekregen en Bernhard begint op een echte stoere Viking te lijken.
De eerste dag hebben we gebruikt om aan boord van Saga met een heerlijke brownie nog even stil te staan bij mijn 60e verjaardag, om vervolgens in de auto te stappen en mij alvast kennis te laten maken met het mooie Madeira. Her en der zijn we uitgestapt om van de mooie uitzichten te genieten. Langs de vele kronkelweggetjes staan overal de blauwe en witte Hortensia’s uitbundig te bloeien. Vervolgens hebben we een bezoekje gebracht aan de natuurlijke zwembaden in Porto Moniz. Deze dag hebben we afgesloten in het oude centrum van Funchal, waar Lianne en Bernhard genoten hebben van een maaltijd met diepzeevis (zwarte degenvis).
Dag 2
Vandaag staat een flinke wandeling op het programma. De wandeling PR1 Verada do Areeiro, deze gaat van Pico de Areeiro naar Pico Ruivo en wordt door ons heen en terug gelopen. Daar we de zonsopkomst op Pico de Areeiro wilden zien ging de wekker al om 06.15 uur. Na een rit in het donker over slingerende bergweggetjes waren we precies op tijd voor het prachtige schouwspel. Een mooie oranje gekleurde horizon boven een dik wolkendek dat in het dal hangt.
Vervolgens hebben we het beginpunt opgezocht van de hike en met frisse moed (letterlijk en figuurlijk) begonnen we aan de mooie, maar voor mij ook zware tocht, waarvan Bernhard even dacht dat ik het misschien niet zou halen. Maar ik laat mij natuurlijk niet kennen, en na vele prachtige valleien en ruige bergketens komt de top van Pico Ruivo in zicht alwaar wij het bergrestaurantje bezoeken voor een welverdiende koffie en verfrissing.
Bernhard besluit om er nog een kleine route aan toe te voegen voor hemzelf, Lianne en ik nemen dezelfde route terug na wel de autosleutels in ontvangst te nemen voor het geval Bernhard ergens zou stranden en wij niet in de auto konden. Halverwege de terugtocht krijgen we inderdaad een telefoontje dat hij in een dorpje is maar dat de route terug onbegaanbaar is en wij hem daar moeten ophalen als wij klaar zijn. Genoten, maar ook vermoeid geraakt, hebben we in totaal zo’n 14 kilometer afgelegd en 1200 hoogtemeters gemaakt. De spierpijn kondigt zich al snel aan.
Dag 3
Vandaag staat in het teken van de voorbereidingen voor ons vertrek van de volgende dag. Eerst hebben we de huurauto teruggebracht naar het leuke plaatsje Machico. Hier hebben we een heerlijke cappucino gedronken en een laatste pastel del nata gegeten. Ondertussen wordt de haven in Lanzarote besproken en een vaarschema gemaakt. Daarna boodschappen doen en met lokale bus (ook een beleving op zich) weer terug naar Quinta do Lorde, waar ook ons leuke haventje is. Quinta do Lorde is eigenlijk een heel lief klein vakantie resort met allemaal gekleurde huisjes, kleine straatjes, een kerkje, maar staat sinds Corona leeg. Na aankomst hebben we nog bij het strandje van de haven gesnorkeld en veel mooie visjes gezien. Vervolgens werd het avondeten bereid en de boot opgeruimd. De spierpijn is inmiddels alom aanwezig.
Dag 4,5 en 6
Om 12 uur gooien we de trossen los. Vaarwel Madeira en op naar Lanzarote. Ik vind het nog wel een beetje spannend. Het wordt een tocht van 2 dagen en 2 nachten. Er is gelukkig een matig windje en de zee is redelijk vlak. Na een half uurtje kunnen de zeilen gehesen worden en varen we gem 4,5 knp langs Ilhas Desertas waar de laatste groep met Monniksrobben woont en dus alleen met gids bezocht mag worden. Voorlangs zwemt een groepje dolfijnen, maar ze hebben geen interesse in ons. Jammer, de rest van de vakantie ook geen meer gezien.
Gelukkig heb ik totaal geen last van zeeziekte. Ook niet als ik binnen ben. De reis verloopt zeer rustig. We varen met de windvaan dus lekker chillen. Samen met Lianne heb ik de eerste nachtshift gedaan: beetje kletsen en veel knikkebollen en om de tien minuten kijken of koers nog oké is en er geen andere schepen in de buurt zijn. Vanwege mijn werk ben ik wel bekend met nachtdiensten, maar dit is vermoeiender. Om 3 uur neemt Bernhard de wacht over en blijft alles rustig. Van Lianne heb ik wat tips gekregen hoe ik beste kon gaan liggen in mijn kooi om te slapen. Door alle geluiden van het water en werken van de boot valt dat nog niet mee. De zondag verloopt rustig. Maandag ochtend komen rond half 7 de eerste eilandjes van Lanzarote in zicht. De vaart zit er lekker in. Maar dan ineens liggen we stil, totaal geen wind meer. We besluiten een stukje op de motor te varen. Paniek!!!! De vislijn was vergeten en deze slaat om de schroef. Wat nu? Bernhard gaat bewapend met touw, duikbril en mes te water en heeft het probleem binnen 5 minuten verholpen en kunnen we weer verder. Om 18 uur varen we de haven op Lanzarote binnen.
Dag 7 en 8
Na een goede nachtrust zijn we weer op pad gegaan om Lanzarote te verkennen. Wat een contrast met Madeira. Lanzarote bestaat uit een bizar maanlandschap met brokstukken gestold lava en vulkanen bedekt met fijn gruis. De begroeiing bestaat uit cactussen, Aloë Vera planten en zielige druivenranken. We hebben de Cueva de los Verdes bezocht. Dit is een 6 km lang gangenstelsel in de lava, te bereiken via een grot. Ook hebben we het nationaal park Timanfaya een bezoekje gebracht. Een gebied dat is ontstaan door talloze vulkaanuitbarstingen in de 18e eeuw en waar nauwelijks leven mogelijk is. Bij Los Hervideros beukt de oceaan op de ruige kust.
Dag 9 en 10
Donderdag 15 september werden de zeilen weer gehesen en gingen we op weg naar Gran Canaria. De wind was inmiddels flink aangetrokken waardoor we niet al te veel zeil voeren, anders komen we midden in de nacht aan op G.C. Alles gaat voorspoedig, we varen gem. 6 knopen en hebben, vind ik, behoorlijke golven van zo’n 2 meter hoog. Halverwege de nacht wordt het nog onstuimiger en moet er een shippinglane gepasseerd worden, dus extra opletten. Gelukkig werd ik niet zeeziek, ook niet binnen op de bank om een dutje te doen. Omkleden was er voor mij niet bij: totaal geen zeebenen met deze golven. Het binnen lopen in de haven was ook pittig vanwege vrachtschepen en ferries die ook tegelijk aankwamen. Om 8 uur meren we aan bij de steiger in Puerto las Palmas de Gran Canaria.
Dag 11
Voor vandaag staat er een wandeling op het programma naar Roque Nublo. Eerst een stuk rijden met de auto en onderweg zijn we gestopt in Santa Brigida, wat een lieflijk plaatsje is. Hier op het terras hebben we een kopje koffie gedronken met Churros. Op zijn allerbeste Spaans heeft Bernhard een aardig gesprekje gevoerd met Juan, een gepensioneerde professor geologie. Deze vertelde ons nog leuke bijzonderheden over het plaatsje. Na nog de lokale bakker te hebben bezocht voor heerlijke broodjes en deze voor de wandeling te hebben genuttigd, konden we dan eindelijk gaan lopen en genieten van de mooie uitzichten.
Dag 12 en 13
Na het ontbijt hebben we de auto gepakt en richting het binnenland van het eiland gereden via een mooie kloof, de Barranco de Guayadeque, en het mooie plaatsje Aguimes bezocht. In dit gebied zie je nog veel grotwoningen van de allereerste bewoners van het eiland. Daarna je raad het al, weer een wandeling gemaakt. Deze keer naar de Pico de las Nieves. Ook hier hadden we weer spectaculaire uitzichten. In de avond was er eindelijk tijd voor een spelletje Frank’s Zoo, Lianne wint. De volgende dag maken we een tour langs westkust met mooie valleien, ruige bergen en kustlijn. Uiteindelijk komen we aan in Las Maspalomas, een bijzonder gebied met zandduinen. Je waant je in de Sahara, alleen de kamelen ontbraken. Hier hebben we het strand opgezocht en een duik in de prachtige golven genomen.
Dag 14
We zijn op tijd opgestaan want om 7 uur vertrekken we uit de haven van Gran Canaria op weg naar Tenerife. Vanwege drukte in de haven met grote schepen die uit/binnen varen is de spanning voelbaar. Maar na een uurtje motoren kunnen we de zeilen hijsen en met een matig windje hebben we de overtocht in 13 uur afgelegd. Het was een relaxte tocht en Bernhard en Lianne hebben onderweg met de prachtige Sextant kunnen oefenen. Ze zaten er maar 15 mijl naast, niet slecht voor beginners.
Dag 15
Vandaag een rustige dag, heerlijk slenteren door Santa Cruz waar we in de haven liggen. Natuurlijk de Decathlon bezocht wat volgens mij de meest favoriete winkel van Bernhard is. In het oude centrum van de stad hebben we de overdekte Afrikaanse markt bezocht en ook nog spulletjes voor de boot gekocht, waaronder een 50 meter lange ankerketting.
Dag 16
Het einde van mijn vakantie aan boord van Saga komt in zicht. Vandaag zijn we weer op pad met de auto om vervolgens te genieten van het mooie Tenerife. Wederom heeft Bernhard een mooie wandeling uitgezocht aan de voet van de vulkaan El Teide. De El Teide is zo’n 3700 meter hoog en de op 3 na hoogste vulkaan op onze planeet. De laatste uitbarsting was 113 jaar geleden en de vulkaan is nog steeds actief. Dit landschap ziet er toch weer anders uit met meer kleur en ander gesteente. ’s Avonds hebben we ter afsluiting in het oude centrum heerlijk gegeten.
Dag 17
Vrijdag 23 september, om 7 uur heb ik voor de laatste keer voet aan wal gezet vanaf Saga (na 14 dagen ben ik hier steeds handiger in geworden) en op naar het vliegveld. Om 9 uur is het dan toch echt tijd om met een lach en een traan afscheid te nemen van onze prachtige kinderen, de “wereldreizigers”.
Lieve Lianne en Bernhard bedankt dat ik tijdens mijn vakantie bij jullie mocht aanmonsteren als zeilmaatje en deze voor mij bijzondere en mooie ervaring als zeezeiler met jullie en Saga mocht beleven. Het is een onvergetelijke reis geworden.
Dank jullie wel!!!
Verder wens ik jullie een behouden vaart en geniet met volle teugen van jullie grootse avontuur.
Met nog een laatste blik op de El Teide neem ik afscheid.
Uiteindelijk zijn we maar liefst 18 dagen op Porto Santo gebleven. Toen we eenmaal het eiland naar wens verkend hadden, konden we het tempo een beetje terugschroeven en wat meer tijd besteden aan lezen, zwemmen en, helaas voor Lianne, werken. Het leuke van de steiger voor passanten was dat we veel aanspraak hadden. Eerst met onze Noorse buurman aan stuurboord, die typisch rond 11:00u al vrolijk aan de Heineken zat, daarna met de twee Britse Spanjaarden aan bakboord, die toch wel benieuwd waren hoe wij ons op onze jonge leeftijd al zo’n schitterende tocht kunnen veroorloven. Toen zij vertrokken, kregen we Laura en Allen met hun Amel 54 langszij, waarmee we inmiddels een leuke band hebben opgebouwd. Een paar dagen later kwamen de Vlamingen Lennert en Marieke de haven van Porto Santo binnen, welke ons direct uitnodigden voor een fruitsalade en later voor een pintje. De laatste dagen hebben we ook nog Justin en zijn vader Chris leren kennen uit Engeland met hun Hallberg-Rassy 36. Ons sociale schema zat op een gegeven moment zo vol dat we Laura en Allen moesten teleurstellen omdat we al naar Lennert en Marieke gingen om samen met Justin nog wat te drinken, de dag voor vertrek naar Madeira. Hier had Justin het plan gesmeed om een wedstrijd te zeilen. Saga tegen Zoë, de Rassy 36. Op papier zouden we aan elkaar gewaagd moeten zijn. Ongeveer hetzelfde gewicht en dezelfde lengte waterlijn. Lianne en ik hadden op dat moment voldoende Dutch courage, dus we zagen dat wel zitten.
Zes uur later ging de wekker en de start was om 09:00u. De weersvoorspelling werd nog een laatste keer gecheckt, de tactiek, en überhaupt hoe je moet wedstrijdzeilen, werd besproken en het ontbijt werd rustig naar binnen gewerkt. Zoë voer tegelijkertijd met ons uit en Lennert had de wedstrijdleiding op zich genomen en gaf ons via de marifoon het 5-minuten sein. Ik had wel een timer op mijn horloge gezet, maar wist eigenlijk niet zo goed hoe ik die moest aflezen. In de tussentijd was ik teveel bezig met het uitbomen van de genua om het oversteken van de start te perfectioneren. Het resultaat was dat we met uitstekende zeilvoering de start overkwamen, maar wel zo’n 100 meter achter de Hallberg-Rassy. Ik nam het niet persoonlijk op. Justin en zijn vader zijn fervente wedstrijdzeilers die ooit 5e zijn geworden bij de race rond de Solent, dus zeker geen koekenbakkers. Dat we gestaag op ze inliepen versterkte het zelfvertrouwen. Het was zeker niet boven me om ze de wind uit de zeilen te varen, dus dat is precies wat we deden met de ruime koers richting Madeira. Ik kan het niet anders verwoorden dan dat we over ze heen denderden met de 8 tot 10 knopen wind die we tot onze beschikking hadden. Nadat we zo’n vijf minuten aan de leiding lagen, zetten Justin en Chris letterlijk alle zeilen bij. Het grootzeil over stuurboord, de fok over bakboord en de gennaker over stuurboord. Een schitterend gezicht. Als ze niet op ons in waren gelopen had ik misschien niet de moeite genomen om ook de gennaker erbij te zetten, maar ingehaald worden konden we niet laten gebeuren. Het werd daarom al snel duidelijk dat wij ook onze gennaker moesten gaan hijsen. En wat een schitterend gezicht was dat. Saga vol zeil, vijf knopen snelheid met 8 knopen wind en in de leiding, we waren zeer content.
Helaas zakte de wind aan het einde van de oversteek zodanig af dat Zoë de motor erbij moest zetten, en wij volgden hun initiatief een half uurtje later. Toen we nog enkel het grootzeil hadden staan, zagen we vlak onder de noordkust van Madeira het water opgespoten worden door walvissen. Met de verrekijker konden we hun rug met korte vin en kop boven water zien. Achteraf denken we dat het brydevinvissen waren. Ook werden we begroet door een Atlantische gevlekte dolfijn.
Met de indrukwekkende kliffen van Madeira dichtbij op de achtergrond konden we ons er niet druk om maken dat we niet meer konden zeilen. We hadden een mooie plek in marina Quinta do Lorde en onze avonturen op Madeira stonden op het punt van beginnen. We hadden Justin en Chris uitgenodigd voor eten en Lianne’s signature dish spaghetti carbonara viel zeker in smaak.
Lonneke, de moeder van Lianne, zou vier dagen later aankomen om haar vakantie bij ons aan boord door te brengen. Tegen die tijd zouden we een auto huren om het eiland rond te reizen. Maar in de tussentijd moesten we het doen met de bus en de benenwagen. Eerst hebben we dus de bus genomen naar het stadje Machico, vanaf waar we een wandeling zijn gestart terug naar de marina via het vissersdorp Canical. Het bleek een iets pittigere wandeling dan gedacht, maar de uitzichten waren schitterend. In Canical hebben we onszelf getrakteerd op een etentje bij een visrestaurantje waar we heerlijke tapas hebben gegeten. Het was ook wel nodig om weer even op adem te komen, want het was nog wel een stukje wandelen richting de haven.
De volgende dag besloten we rustig aan te doen, maar die belofte werd rond lunchtijd alweer verbroken omdat het mij wel vet leek om een nachtwandeling te doen richting het meest oostelijke puntje van Madeira. Het plan was om de zonsondergang te bekijken, maar als ik wat beter mijn best had gedaan, had ik wel kunnen weten dat die vanaf daar alsnog achter het eiland onder de horizon zou zakken. Ach, ook dat maakte niet uit, de kleuren van de lucht, de rotsen en de zee waren nog steeds adembenemend. Op de terugweg observeerde Lianne tot haar ongenoegen dat de ogen van alle spinnen haar hoofdlamp reflecteerde. Even stilstaan en naar de sterrenhemel kijken was er daarom niet bij, maar een schitterende sterrenhemel was het desalniettemin.
De volgende ochtend konden we de auto ophalen bij het havenkantoor en de volgende wandeling stond alweer gepland. Onderweg naar de wandeling gingen we blindelings af op de navigatie met onze Volkswagen Up. Maar plots werden de weggetjes wel erg smal en bovendien stijl. Ik reed af op een T-splitsing waar ik niet vol gas in z’n eerste versnelling doorheen durfde te rijden. Toen ik stopte om te kijken of er geen ander verkeer aankwam, kwam de Up niet meer van zijn plek. Oeps… Een buurtbewoner kwam met een brede grijns zijn huisje uit en bood ons aan de splitsing vrij te houden van verkeer. Wij zouden dan een aanloopje moeten nemen en het opnieuw moeten proberen. Maar ondanks mijn behendige voetenwerk kreeg ik de Up niet van zijn plek en begon de koppeling te ruiken naar verbrande spek. Ik liet me daarom nog maar verder van de heuvel afzakken en gelukkig kon ik uiteindelijk voldoende snelheid krijgen om de bocht door te halen, waar de man nog netjes de uitkijk hield. Ik vond het allemaal wel vermakelijk, maar Lianne heeft er een licht trauma aan overgehouden. Spannende weggetjes rijden door de bergen zal voor haar nooit meer hetzelfde zijn.
Maargoed, terug naar de wandeling. De wandeling van de 25 fontes stond gepland. In onze onwetendheid namen we aan dat het een wandeling zou zijn langs 25 watervallen, maar in de realiteit was het een enkele poel waarin min of meer 25 kleine watervalletjes stroomden. Gelukkig beperkte onze wandeling zich niet tot dit enkele punt, maar hadden we een ruime omweg genomen langs andere interessante punten. Onder andere langs een poel waarin een enkele grote waterval eindigde. Ik pakte mijn kans om een douche onder de waterval te nemen. Het was koud, en deed een beetje pijn, maar het was ook heel vet. Op dit moment was het al duidelijk: Madeira is een adembenemend mooi eiland. Vermoeid kwamen we terug, onder de aanname dat we het wat rustiger aan zouden doen als Lonneke zou arriveren en we wel weer wat rust zouden kunnen pakken. We hadden ons niet minder kunnen vergissen.
In alle eerlijkheid zagen we een klein beetje op tegen onze overtocht. De vorige keer dat we een overtocht van 4 dagen hadden gepland, kwamen we met flinke wind uit voor A Coruña. Ook nu was de weersverwachting niet exact perfect. Als we gemiddeld ietsje minder dan 5 knopen zouden halen, zouden we de laatste nacht en dag zo’n 25 knopen wind kunnen verwachten en wie weet zou het wel meer worden. Maar we durfden het wel aan en we gooiden de trossen los op zaterdag 13 augustus.
En wat bleek nou, we zaten ons om niets druk te maken. We vertrokken met een lekkere halfwindse bries van zo’n 15 tot 16 knopen. Net niet teveel om zeil te hoeven minderen, ruim voldoende om Saga op haar rompsnelheid (maximale snelheid) te krijgen. De snelheidsmeter zat dikwijls boven de 7 knopen, dus we maakten enorm goede voortgang. In de eerste 24 uur hadden we ongeveer 150 mijl afgelegd. En het kon bijna niet beter. De volgende dagen werd de wind ietsje minder, waardoor de snelheid iets omlaag ging, maar het comfort juist iets omhoog. Nog steeds kwam de snelheidsmeter zelden onder de 5 knopen, dus het begon erop te lijken dat we in Porto Santo aan zouden komen voordat de wind weer aan zou trekken.
Lianne kon lange nachtshifts maken waardoor ik goed kon slapen. Het koken ging probleemloos en het enige waar we over mochten klagen was dat we nog steeds geen tonijn hadden gevangen, ook al lag de lijn regelmatig uit – het wordt tijd dat we eens een ander aasvisje gaan proberen. De dolfijnen kwamen ons weer regelmatig bezoeken en voor we het wisten kwam Porto Santo in zicht. Land in zicht was een bijzonder gevoel. Eerst wisten we niet of we nou alle eilanden tegelijk zagen en of Porto Santo er nou maar een klein onderdeel van was, maar al snel werd het duidelijk dat alle zichtbare pieken tot Porto Santo behoorden. De eerste nacht moesten we even voor anker in de harde wind, maar dit was geen probleem. De volgende dag kregen we een mooi plekje toegewezen in de haven waar we de komende weken zullen blijven liggen.
In eerste instantie waren we helemaal niet van plan om lang in Porto Santo te blijven en zouden we vlot onze weg vervolgen naar Madeira Grande. Maar de relaxte eilandsfeer, de adembenemende natuur en de mogelijkheid voor Lianne om stappen te maken met haar thesis, maakt dit wel een hele aantrekkelijk plek om eventjes wat langer te blijven. Inmiddels hebben we alle hoge pieken van het eiland beklommen, hebben we voor een dag een motorscooter gehuurd waarmee we het eiland zijn rond gescheurd en hebben we elke dag toch wel een stuk gezwommen of gesnorkeld. Columbus heeft hier in de 15e eeuw een tijd gewoond en wij snappen wel waarom. Porto Santo is een paradijsje op aarde.
Voordat we op reis vertrokken, hebben we vaak gefantaseerd over spullen die we graag wilden hebben voor aan boord. Sommige spullen noodzakelijk, zoals een rubberboot om aan wal te komen. Andere puur voor ons plezier, zoals een Stand Up Paddle board (SUP) of kajak. Omdat we onszelf nog niet helemaal hadden kunnen overtuigen dat we een van deze écht wilden, hadden we ook nog maar niets gekocht. Sterker nog, wat zou voor ons beter geschikt zijn? Een SUP of een kajak? De oplossing kwam snel door het varen in de Algarve. De indrukwekkende kliffen trokken massa’s toeristen met kajaks, SUPs en rondvaartboten. Dat leek ons ook wel wat. Tel daarbij op dat het opblazen van de rubberboot op dek nog wel een klusje is terwijl het opblazen van een SUP of kajak een stuk simpeler is. Het probleem van de keuze zou pas in de Decathlon beslecht worden, maar daarvoor moesten we eerst Albufeira verlaten en koers zetten richting Portimão.
Dit was een kort, maar heerlijk zeiltochtje. Eenmaal netjes aangemeerd in de haven, vertrokken we naar de andere kant van de stad, waar de Decathlon is. We zijn, ben ik bang, een beetje verwend geraakt en we waren niet echt meer onder de indruk van Portimão na Lagos, Albufeira en Faro. Dat de tocht door een verlaten havengebied en industriegebied liep zal ook niet echt meegeholpen hebben. Maar eenmaal aangekomen in de Decathlon waren we als kinderen in een snoepwinkel! Deze Decathlon had nota bene meerdere stellingen gericht op watersport, maar dan voor goede prijzen. Ik denk dat we wel een uur voor het schap met SUPs en kajaks hebben gestaan. En ter plekke hebben we maar de knoop doorgehakt dat de kajak toch een betere optie voor ons zou zijn, omdat we hier met z’n tweetjes in kunnen, wat langere tochten mee kunnen maken en wat bagage mee kunnen nemen.
Trots als twee apen liepen we dus met onze nieuwe boot terug naar het centrum van Portimão. We hadden maar bedacht dat we ergens wat sardines gingen scoren om onze trek te kalmeren. Lianne had een mooi restaurantje gevonden waar ze ons gelukkig niet wegstuurden met onze peddels en grote rugtas waar de kajak inzat. Het eten, zoals je mag verwachten van Portugal, was weer subliem.
Maar we hadden geen intenties om nog langer in Portimão te blijven. We wilden naar Lagos om onze nieuwe kajak uit te proberen onder de mooie kliffen. Dus hebben we de koers weer gezet en wederom hadden we een heerlijk, maar nog korter zeiltochtje dan van Albufeira naar Portimão. Om onze uitgaven een beetje te compenseren hadden we besloten voor anker te gaan voor het grote strand van Lagos om vanuit daar onze kajaktocht te starten. En in tegenstelling tot onze eerdere ankerplaatsen ging hier niet alles volgens plan. Ten eerste zagen we drie gele boeien in het water liggen, waarvan het ons niet helemaal duidelijk was waarvoor ze dienden. Een half uurtje nadat we het anker uit hadden gegooid en de kajak inmiddels opgeblazen was werd het duidelijk: het is een parcours voor de huur jet-ski’s. Ondanks dat we er een meter of twintig vanaf lagen, was het voor de onwennige bestuurders een opgave om niet dicht bij Saga in de buurt te komen. Maargoed, wij hadden onze zinnen gezet op onze kajaktocht, en er was ook niet veel meer ruimte in de ankerplaats om ergens anders te gaan liggen. Dus we hadden het ankeralarm gezet en begonnen onze tocht. Het kajakken was natuurlijk geniaal. Totdat het tweede probleem zich aandeed en het ankeralarm afging! Zonder twijfel maakten we rechtsomkeer naar Saga en kwamen er gelijk achter hoe hard we met z’n tweeën in de kajak konden varen. De wind was flink aangetrokken dus we waren rap terug. Tot overmaat van ramp was Saga nu middenin het parcours beland. De boot van de jet skiverhuur wuifde ons vriendelijk toe met het verzoek Saga weer uit het parcours te varen, wat wij natuurlijk zo snel mogelijk deden. Gelukkig waren er een aantal plekjes vrijgekomen verderop in de ankerplaats dus we zorgden voor zoveel mogelijk afstand tussen ons en de jet-ski’s. En hoewel de wind verder niet afnam hebben we de nacht wel muurvast gelegen op het anker, misschien was het gewoon een beetje pech.
De volgende dag zijn we wel weer naar de marina van Lagos gevaren om ons voor te bereiden op de oversteek naar ons eerste Atlantische eiland: Porto Santo. Lianne is de mast in geklommen voor een controle, we hebben boodschappen ingeslagen en de route bestudeerd. Het werd tijd om het vaste land achter ons te laten.
Albufeira stond bij ons vooral bekend als vakantiebestemming voor jongerenvakanties, of liever gezegd: zuipvakanties. Het viel ons wat dat betreft alleszins mee dat de marina geen overlast ondervond van zwaar drinkende 16-jarigen. Ondanks het toeristische karakter van de haven en het komen en gaan van rondvaartboten vonden we het er toch redelijk vertoeven. Zelfs de twijfelachtige architectuur konden we ergens wel waarderen. Uiteindelijk zijn we een paar dagen in Albufeira blijven liggen. Niet per se omdat we het nou zo’n geweldige haven vonden, maar omdat Marja en Henk-Jan onderdelen mee hadden genomen vanuit Nederland en we hier gelijk maar mee aan de slag wilden.
Als je al wat meer berichten op deze site hebt gelezen ben je misschien wel bekend met ons grootste probleem: gas. In onze naïviteit hadden we wel gedacht dat we overal aan gas zouden kunnen komen. Maar waar we totaal niet op hadden gerekend is dat elk land zijn eigen systeem heeft en dat het helemaal niet eenvoudig, of zelfs legaal is om gasflessen te vullen. Het enige systeem waar je echt op kunt rekenen is Campigaz. Deze blauwe flessen zijn overal verkrijgbaar. Het nadeel is echter dat deze relatief duur zijn, en laten wij nou net van relatief goedkoop houden. Desalniettemin is regelmatig ‘s avonds buiten de boot eten relatief nog duurder, dus we hadden besloten om toch maar eens te zien of we niet over zouden kunnen stappen op een ander systeem, of desnoods het dure Campingaz. Vanuit Nederland hebben we dus een hele set aan verbindingsstukjes, bajonetkoppelingen en drukregelaars laten overvliegen om zo flexibel mogelijk te zijn voor lokale systemen, en desnoods Campigaz.
Dus de zoektocht naar gas kon weer beginnen in Albufeira.
Aan de overkant van de toeristische kade was een klein stukje jachtjesindustrie. Hier bevonden zich wat kleine scheepswinkels en reparatiecentra, en ik was op zoek naar een lokale ‘Cepsa’ gasfles. Van buitenaf was het niet echt duidelijk wat voor producten of diensten elk winkeltje aanbood, dus na een paar keer onverrichte zaken weer naar buiten te zijn gelopen, kwam ik op een gegeven moment bij een zaakje die wel wat ijzerwaren en touwwerk verkocht. Jammer genoeg had hij (natuurlijk) alleen maar Campingaz, maar ik was nog net even niet klaar om over te stappen op dit dure Franse gas. Na wat gepalaver kwam echter een nieuwe optie op tafel! Deze beste man wist namelijk wel ergens een adresje waar bijna alle types gasflessen beschikbaar waren! Dat is dan weer het voordeel van al dat toerisme uit Nederland. Het enige probleem was dat dit 20 km buiten Albufeira was. Maar zelfs daar had hij een oplossing voor. Een van zijn medewerkers zou de volgende ochtend wel met de auto daarheen kunnen rijden. Wat een service. Lang verhaal kort: de volgende dag hadden wij 10 kg verse propaan aan boord, eindelijk!
In de tussentijd had de motor alweer net ietsje meer dan 100 draaiuren gemaakt. Dus terwijl de gasflessen op safari waren hebben Lianne en ik de motor weer even opgefrist met verse olie en filters. Op dezelfde dag hebben we bovendien nog de blokken op de giek voor de reeflijnen vervangen om het kleiner maken van het zeil nog iets eenvoudiger te maken. Dat was dus een efficiënt dagje.
Zo blijf je bezig, maar als uiteindelijk alles is gelukt geeft dat wel een goed gevoel. We hoeven ons in ieder geval de komende weken niet meer te bekommeren over gas en de komende maanden niet over de motor. Maar wees niet bang dat we lui worden. Het volgende klusje zal zich ongetwijfeld spoedig weer aanmelden.
Vrijdagmorgen 5 augustus 02:30 ging de wekker. Hoewel het vroeg was, hadden we ontzettend veel zin in de dag. Papa bracht mij en mama naar Schiphol, waar we vervolgens geconfronteerd zouden worden met een overweldigend lange rij wachtende mensen. De rij die wij buiten zagen (waarvan we half lachend zeiden: “wow wat een bizar lange rij, je zal er maar in moeten staan”), bleek achteraf de rij te zijn waar wij zelf in kwamen te staan. Half gefrustreerd en licht gestrest (vooral mama natuurlijk) hadden wij de rij doorstaan om vervolgens nog even gecontroleerd te worden bij de douane. Omdat we allemaal rare slangen, katrollen en andere zeilattributen bij ons hadden, moesten we via de extra controle. Met nog 10 minuten resterend vanaf de douane naar ons vliegtuig, hebben wij met dank aan mama’s sprintcapaciteiten op haar niet-meer-hele-jonge leeftijd, op de valreep het vliegtuig gehaald. Toen wisten we dat het goed kwam. Op naar Bernhard & Lianne. Eenmaal aangekomen in Faro wist mama met haar open karakter een dame aan te spreken die buskaartjes verkocht, terwijl ik tevergeefs op het internet aan het zoeken was naar een soort openbaar vervoer app. Na een tocht van 2,5 uur door het best wel dorre Zuid-Portugal, kwamen we aan in een aanzienlijk mooier plaatsje: Lagos. Hier werden wij vol enthousiasme opgehaald door zeerob Bernhard en een inmiddels aardig bijgekleurde Lianne. Lagos was prachtig, blauw water, een komen en gaan van bootjes en een levendige sfeer. Daar eenmaal gesetteld zijn we gestart met een heerlijke lunch. We aten dingen als gegrilde sardientjes (welke typische geur je door heel Zuid Portugal ruikt), gepekelde kabeljauw (Bacelhau), Picaña van de grill en kokkels in olijfolie, knoflook en peterselie. Uiteraard hebben we een broodje als een spons doorweekt met olijfolie, totdat er geen olijfolie meer te bekennen was. Daarna hebben we lekker rustig aan gedaan en genoten van een mooi strand onder de rotswanden die langs de kust van Lagos strekken, met uitzicht op een kristalheldere Atlantische Oceaan. Na de strandsessie hebben Bernhard en ik nog een eind hard gelopen langs de kust van Lagos. Vermoeiend na zo’n dag, maar de schoonheid van de omgeving maakte het een prachtige ervaring. Na het hardlopen heb ik nog een salade gemaakt met meloen, olijven, feta, rode ui, komkommer en tomaat. Dit was een fijne lichte maaltijd na een warme dag waarop we zwaar geluncht hadden. Toen ging al snel het licht uit bij mama en mij. We waren natuurlijk uitgeput van de 2 uur slaap en toch wel vermoeiende reis.
Op dag twee gingen al vrij op tijd de trossen los. Ik had wat lekkernijen gehaald bij de Lidl, waaronder pastel de nata. Dit is een soort filo/bladerdeeg combinatie gevuld met gebrande custard. Op de een of andere manier hadden Bernhard & Lianne ook altijd een voorraad pastel de nata. Trossen los, op naar Faro. Een flinke tocht, maar we hadden gelukkig goede wind. Met de wind achter en de gennaker op ging het sportief en voorspoedig. We hadden tijdens het varen twee vislijnen uitgegooid met hoop op een dikke tonijn of wat makreel, maar tevergeefs. De makreellijn was gebroken (door uiteraard een gigantische vangst makreel) en de tonijn had specifiek die dag geen zin om te bijten. Het lag natuurlijk niet aan onze capaciteit als vissers. Aan mijn kant was de dag gevuld met vele dutjes en aan mijn moeders’ kant was de dag gevuld met heel veel tevreden en gelukkige gezichten. Mama was blij om haar zonen en haar soort van dochter weer te zien. En dan nog in zo’n omgeving. Fantastisch. Zeiltocht klaar, op zoek naar een overnachtingsplek. Dit werd ankeren. Onze ankerplek was een mooie baai tussen Faro en Ihla da Culatra. Hier lagen talloze jachten, wat een prachtig gezicht was ’s nachts. Alle ankerlichten, die de top van de masten van de geankerde boten verlichtten, gaven ’s nachts een magisch effect aan de baai. Wij waren vrij laat aangekomen in de baai en de zon was al achter de bergen, die achter Faro liggen, aan het zakken. Met veel honger hadden wij besloten om de rubberboot op te blazen en Ilha da Culatra te bezoeken om wat eten te scoren. De motor had wat issues, maar die waren snel verholpen. In groepjes van twee gingen wij op en neer van de boot naar het eiland. Eenmaal aangekomen was het een ware cultuurshock. Veel authentieker dan Lagos. Wij hadden het gevoel alsof wij in een soort Mexico aan waren gekomen. Mensen keken ons aan en wij waren aanzienlijk anders gekleed dan de lokale bevolking. Bernhard in zijn (semi natte, en dat hebben wij mogen weten, trui) en Lianne en mama in hun fleurige nederlandse outfit. Laten we maar niet beginnen over mijn rode broek, bootschoenen en overhemd. We waren net iets te laat om daar te gaan eten. We konden nergens naar binnen voor een hapje en hebben toen maar een paar eenvoudige snacks gekocht bij een paar vrouwtjes die zelf wat hadden gemaakt. Dit was niet bizar lekker, maar goed we hadden honger. Semi teleurgesteld door het niet vinden van een leuk restaurantje, zijn we teruggegaan naar de boot om daar nog wat te gaan eten. Dit maaltje werd bereid door mama en Lianne en bestond uit yoghurt met vers fruit, knakworsten met mayonaise, mosterd en ketchup. Dit ging er uitstekend in. Waarschijnlijk was er ook nog wel wat pastel de nata. Buik vol, (gelukkig van mij ook weer leeg) aan het einde van de avond zijn we voldaan gaan slapen om de derde dag af te trappen.
Op dag drie hebben wij de zeilen weer gehesen om naar Albufeira te vertrekken. Wederom, prachtig zeilweer. De perfecte zeildag misschien wel. Blauwe lucht, mooie golfslag en een straffe wind. Het geluk was van onze gezichten af te lezen. We realiseerden ons hoeveel mazzel wij wel niet hadden om daar te mogen zijn. De tocht naar Albufeira was een stuk korter dan de tocht van dag 2. Dat was ook wel prima. Eenmaal aangekomen in Albufeira hadden wij snel een mooi plekje gevonden in de Marina. Lianne regelde een taxi voor ons vertrek naar huis de volgende dag en in die tijd hadden Bernhard en ik een mooi restaurantje gevonden op een hoog punt aan de kust van Albufeira. Op vijf minuten lopen van de haven hadden wij een prachtige locatie gevonden met heerlijk eten. Octopus, focaccia, antipasti, spaghetti/risotto vongolé, sangria, witte wijn en prachtige mensen. De service was super en het uitzicht nog beter. Na onze buik vol te hebben gegeten, hebben wij nog een prachtige wandeling gemaakt langs de kust van Albufeira. De lucht was helder, we konden ver kijken en het maanlicht schitterde met zijn zilveren glans op de Atlantische Oceaan. Met een gevoel van bewondering en ons realiserend dat het avontuur bijna was afgelopen voor mama en mij hebben wij nog met volle teugen genoten van de laatste wandeling door Albufeira. De dag was voorbij. Mama en ik doken de kajuit in om onze rust te pakken en de volgende dag stond de taxi om 06:20 klaar om ons met minimaal twee keer de toegestane snelheid naar Faro te brengen. Waar het vliegveld wel goed georganiseerd was en wij een fijne reis, vol met fijne herinneringen, naar huis hebben volbracht, om vervolgens met hoogstaande service opgehaald te worden door papa.
Aanzienlijk aangedikt vertrokken we weer vanuit Lissabon. Het doel was om bij Tróia te gaan ankeren en maar eens te zien of die stranden inderdaad zo mooi zijn als dat we hadden gehoord. Eenmaal aangekomen waren we echter veel meer onder de indruk van de kliffen en bergen langs de zee dan van de lange witte stranden. Op de kaart dachten we een mooi plekje gevonden te hebben om te ankeren en daarmee maar eens wat te bezuinigen op onze havenkosten. De voorspelling was dat het rustig zou blijven en bovendien heeft ons anker tot nu toe nog altijd super gehouden, dus we zagen dat wel zitten. Ook al hadden we wel verwacht dat de wind wat meer zou opsteken dan dat de verwachting voorspelde, door de hoge kliffen en de noorderwind. Hoe dan ook was het alweer tijd voor een simpele salade (haha ja, het gasprobleem is nog steeds niet opgelost). Maar tijdens het eten begonnen we te merken dat de wind toch flink aan het aantrekken was. En bovendien kwam het getij niet helemaal overeen met onze informatie, wat hier specifiek wel vervelend was omdat er een situatie zou kunnen ontstaan waarbij we niet meer eenvoudig de ankerplaats uit zouden kunnen komen door zandbanken. Het was geen moeilijke beslissing om de knoop door te hakken en we zijn snel na het eten naar de marina van Tróia gevaren. En ook hier zorgden de kliffen voor pittige vlagen. Motorsailend op de kotterfok baande we ons een weg tegen de stroom in. Gelukkig was de marina nog bereikbaar via de telefoon en kregen we een plekje aangewezen.
Maar de ellende eindigt hier nog niet. Tróia bleek de duurste haven te zijn waar we tot nu toe zijn geweest! Toen de vriendelijke havenmeester vertelde dat we 69 euro moesten betalen vroeg ik verrast of dit niet per ongeluk voor twee nachten was. Helaas bevestigde ze dat het om een enkele nacht ging, maar ze erkende ook dat het een erg dure jachthaven is. De beslissing was snel genomen om onze weg maar verder te vervolgen richting Sines en niet nog een nachtje te spenderen in Tròia om de witte stranden te aanschouwen. En toen kregen we pas echt pech. We hadden het afvaren, zoals gewoonlijk, netjes voorbereid en lagen nog op een spring en een voorlijn. Ik gooide de spring los en Lianne controleerde de voorlijn. Alles leek te gaan volgens plan, totdat de punt opeens compleet oncontroleerbaar werd en we plots schuin lagen tussen de steiger en de motorboot aan stuurboord naast ons. Lianne probeerde met alle macht de motorboot af te houden maar de situatie verergerde alleen maar. Ik snapte niet wat er gebeurde. Zaten we nog vast aan de wal met een lijn? Een Portugees snelde ons te hulp terwijl de situatie aan het verergeren was. Op een gegeven moment zaten we zelfs met een zonnepaneel vast aan het anker van de motorboot aan bakboord! Met wat duw- en trekwerk zijn we toch de ligplaats uitgekomen. Wonder boven wonder zonder schade aan Saga of de motorboten, maar zeker wel schade aan ons ego. En toen werd het duidelijk. Omdat deze haven op geen enkele manier was afgeschermd voor de stroming, stond er een flinke onderstroom in de haven. Ondanks dat we rond dood tij zijn afgevaren is het wel deze stroming geweest die ons het leven zuur heeft gemaakt. Volgende keer nog beter opletten dus!
Dus wij voeren met onze chagrijnige hoofden de haven uit. De zeilen werden gehesen. De motor ging uit. De zee was kalm en met een halve wind van 9 knopen haalden we toch 5 knopen snelheid. En dit zeilde zo heerlijk dat het toch niet lang duurde voordat we ons goede humeur weer terug hadden. Met de kliffen achter ons en het eindeloze witte strand naast ons vervolgden we onze weg richting Sines.
De baai van Sines bleek een heerlijke ankerplaats te zijn. Ideaal om even wat geld aan marina’s te besparen en we konden bovendien mooi meegenieten van het Festival Músicas do Mondo. Het festival kwam onze slaap niet ten goede, maar het was wel gezellig om dit van een afstandje te volgen. Onze oordopjes kwamen desalniettemin goed van pas. Vanuit Sines zijn we naar de Algarve gevaren. Daar stond weer een leuke afspraak op de agenda: mijn moeder en broertje komen ons opzoeken!
Na een bezoek aan de kust bij Ericeira in een tiny house zijn Julia en ik afgezakt naar Lissabon voor een ontmoeting met de wereldreizigers. Op maandag 25 juli zijn wij vertrokken vanuit ons kleine huisje richting Lissabon. Na het één en ander aan whatsapp verkeer om de planningen op elkaar af te stemmen zijn Julia en ik ons bijpassend kleine autootje in gaan leveren en hebben ingecheckt bij het hotel. Na wat heen en weer pendelen met het Lissabons metrosysteem zijn we op zoek gegaan naar de coördinaten, die via de app zijn gedeeld om Lianne en Benno op te sporen in de oh zo grote stad, waar we ze in het stadspark Eduardo VII hebben ontmoet.
Hier hebben wij elkaar uiteraard uitgebreid begroet en even gedacht aan hoe speciaal zo’n moment eigenlijk is. Het is toch niet alledaags dat je na een flink aantal weken zo middenin een vreemde stad elkaar op weet te zoeken (dank aan de hedendaagse technologie anders was het een hoop meer gedoe geworden). Na wat bijgepraat te hebben over de ondernemingen van afgelopen dagen zijn we de stad ingegaan om een terrasje op te zoeken. Eenmaal beland op een pleintje hebben we het bezoek beklonken met een heerlijk verfrissende kan Sangria inclusief de welbekende Pastel de Nata. Uiteraard is voor ons een pasteitje met wat roomvulling slechts een tijdelijke opvulling voor een hongerige maag, dus is al gauw de koers verlegd naar een restaurant voor een echte Portugese maaltijd.
De volgende dag gingen we op pad met de door reisleider Bernhard gestelde doelstelling. “We gaan Lissabon in één dag uitspelen” werd er enthousiast geopperd. Zo begonnen wij aan een wandeltocht met alle belangrijke bezienswaardigheden op een rij: vanaf estátua do rei Dom Pedro IV op naar het Fort Castelo de Sao Jorge, de kathedraal van Lissabon, Arco da Rua Augusta en (gods zei dank met de trein) via het Klooster Mosteiro dos Jerónimos door naar de Kade met de torre de Belém. Gelukkig was hier ruimte op het terras om onze voeten wat rust te gunnen en uiteraard een welverdiende kan Sangria tot ons te nemen. Voor het eten had Lianne het initiatief genomen en bracht ze ons naar een geweldig klein eethuisje in een iets of wat schimmig buurtje waar we hebben kunnen genieten van authentieke Portugese Tasca’s (de Tappas van Portugal).
De tweede dag stond in het teken van zon, zee en zen zullen we maar zeggen. Julia en ik zijn vanaf ons hotel met de metro en trein afgereisd naar de marina, waar de globetrotters aangemeerd lagen. Na de opdracht te hebben gehad een aanvulling te doen op de boodschappen voor het avondeten, die overigens niet is voldaan (omdat we blijkbaar hetzelfde supermarktje hebben aangedaan als Kapitein en matroos waar ze de spullen in de eerste plaats al niet hadden kunnen vinden), zijn we verder gelopen naar de marina. Na geluncht te hebben, zijn wij met z’n vieren vertrokken richting één van de met zon (en mensen) overgoten stranden. Hier hebben wij nogmaals kunnen ervaren dat een oceaan zeker geen zee is en hoe koud het dan ook kan zijn, want zwemmen ging nog net. Heerlijk bijgebruind en licht gezandstraald door de harde wind die het zand soms deed stuiven, zijn we weer naar de boot vertrokken om van Bernhard zijn zelfgemaakte, met vodka verrijkte Sangria te genieten terwijl Lianne langzaamaan het avondeten ging voorbereiden. Toch wel knap zo om op één camping gaspitje (dankzij het ontbreken van de gasvoorziening van de boot zelf) een heerlijke eenpansmaaltijd te creëren. Aan gebrek aan creativiteit scheelt het in ieder geval zeker niet bij de bemanning van dit zeilschip. Na het verorberen van weer een kwalitatief hoogstaande maaltijd, eindigen we deze dag door te toosten met een heerlijk glaasje port dat speciaal voor ons werd ontkurkt.
De laatste dag deden we iets wat mij veel deed herinneren aan de vakanties die ik en Lianne hebben meegemaakt toen wij jong waren, namelijk een bezoek aan één van Europa’s grootste aquariums. Er was van alles te zien: van een mega tank waar het hele “oceaanium” omheen liep, gevuld met diverse soorten grote en kleine zeedieren, tot een koppel zee otters en zelfs een aantal pinguïns! Dit was natuurlijk erg indrukwekkend en leuk voor ons allen, tot het moment dat Bernhard (en ik zelf eigenlijk ook) toch wel een beetje genoeg had van alle prikkels om ons heen (met name het gekrijs van enkele kleinere bezoekers). Al met al een leuke ervaring die op terras werd beklonken met wat verfrissende versnaperingen en late lunch.
De dag was echter nog niet om en wij begaven ons door middel van de stadsbus richting een industrieel district (LX factory) dat was omgebouwd tot een soort van cultureel centrum met een nogal hoog Hipster gehalte. Erg gezellig was het zeker, na het bezoek aan een aantal boetiekjes en andere zaakjes, om neer te ploffen op een terras waar een bandje ons tot onze verassing kennis leerde maken met Portugees/Braziliaanse sounds. En na natuurlijk het nuttigen van een goede kan Sangria werd de reis weer hervat en de koers werd gezet na het laatste restaurantje van ons bezoek aan Lissabon. Ook hier werd weer genoten van een heerlijk diner en kwam er niet veel later helaas een einde aan ons bezoek aan Lianne en Bernhard en natuurlijk ook deze mooie, grote en toch vooral ook bruisende stad.
Lieve Lian en Benno, wij hebben genoten van de dagen die we hebben mogen doorbrengen samen met jullie en we wensen jullie verder uiteraard een behouden vaart. En hopelijk zien wij jullie volgend voorjaar eventueel op een tropische bestemming nogmaals!
Sommige dagen proberen we alles uit de dag te halen en met Emmy en Axel was dat zeker het geval. Maar de boog kan niet altijd gespannen staan. De volgende dagen hebben we nog rustig doorgebracht in Póvoa de Varzim. Ondanks dat dit geen hele chique jachthaven is, waren we erg tevreden over de faciliteiten. Zo hadden we een soort van ruimte met leenboeken en bureaus ter beschikking, waar Lianne kon werken aan haar thesis en buiten stond een barbecue. Omdat we nog steeds geen goede oplossing voor ons gas hebben kunnen vinden, konden we dus mooi gebruik maken van de barbecue voor onze avondmaaltijden. Toen we op de eerste avond bijna klaar waren met onze maaltijd kwam een groepje Portugezen hun spulletjes klaarzetten. En eerlijk gezegd lieten ze ons wel een beetje zien hoe dat nou echt moet: paprika’s rechtstreeks op de kolen, verse vis van de markt en een koelbox met koude biertjes. Ach, wij waren al lang blij met ons warme braadworstje in plaats van de salades van de afgelopen dagen. Bovendien raadde een van de Portugese mannen ons aan om naar Tróia te varen. Ze zouden daar de mooiste stranden van Portugal moeten hebben, ondanks dat het ten zuiden van Porto lag. Nota bene, het eerste wat de havenmeester ons duidelijk wilde maken toen we net de haven ingevaren waren is dat Porto eigenlijk de hoofdstad van Portugal is en dat alles ten zuiden van Porto eigenlijk al Marokko is. De Spanjaarden vond hij overigens wel vriendelijke mensen, zolang ze maar aan hun kant van de grens zaten. Kortom, er is dus wel zoiets als Noord- en Zuid Portugal.
Enfin, terug naar de barbecue, want ook de tweede avond resulteerde weer in een leuk etentje. We hadden namelijk afgesproken met twee andere Nederlanders die vlak naast ons in de haven kwamen liggen om weer te gaan barbecueën. Tot onze verbazing waren deze twee nog jonger dan ons en zijn ze tussen hun Bachelor- en Masteropleiding naar Galicië en Portugal komen varen.
We hadden wel wat langer in Póvoa de Varzim kunnen blijven liggen, maar er stond ook alweer iets anders leuks op ons te wachten. Jurre en Julia (het broetje van Lianne en zijn vriendin) kwamen namelijk naar Lisabon toe! We zijn daarom in één keer door naar Lisabon gevaren. Het grootste deel van de tocht was heerlijk zeilen en Lianne heeft tijdens haar nachtshift weer schitterende dingen gezien. Maar het laatste stukje was plots nog vrij heftig. Dit kwam om dat we als het ware een hoekje om moesten, van een koers naar het zuiden richting het oosten om bij Lisabon te komen. De noordenwind kan hier echter aan het einde van de dag flink aantrekken over de kliffen. Dit effect zorgde voor een vlagerige wind tussen de 10 en 35 knopen! Niet echt comfortabel dus. Gelukkig was het nog maar een klein stukje naar Oeiras, een haventje op 20 minuten met de trein naar het centrum van Lisabon.
De volgende dag kwamen Jurre en Julia ook naar Lisabon en troffen we elkaar bij het Park van Eduardo VII om de komende dagen samen de stad cultureel en culinair te verkennen.