Wij mochten enkele dagen doorbrengen als verstekeling op de Saga en hier ons verslag.
We hadden op het station namelijk afgesproken met Bernhard en Lianne. En daar liepen ze opeens, in een voor ons nog onbekende stad aan de Spaanse ria’s, die we de komende dagen gingen verkennen.
Aan boord was het erg gezellig en knus. We sliepen in de twee bedden die ook als bankjes naast de eettafel dienen. Ook kregen we kort uitleg over wat handig was aan boord en wat voor voorzorgsmaatregelen er zijn in geval van nood. Na bijpraten, een korte verkenningsronde van het plaatsje Arousa en heerlijke tapas (onder andere pulpo, ofwel octopus) gaan we weer aan boord voor ons eerste nachtje. Maar voordat we gaan slapen nog eerst een stukje eten van de Santiago-taart, die we uit de gelijknamige stad meegenomen hebben.
Een rumoerige nacht – de disco’s langs de jachthaven hebben we aan ons voorbij laten gaan. Na een kop koffie zijn we klaar voor vertrek vanaf Vilagarcia de Arousa. Er hangt echter een dichte mist en we willen meer dan 150 meter zicht hebben voordat we uitvaren. Gelukkig is het na anderhalf uur wachten enigszins opgeklaard en varen we, nog op de motor de haven uit. Terwijl om ons heen de mist langzaam opklaart, proberen Bernhard en Axel nog de radar werkend te krijgen. Maar dan opeens – Dolfijnen! – en in de verte zien we een groepje gewone dolfijnen, herkenbaar aan de lichtere streep aan hun zij, door het water gaan.
Na het optrekken van de mist en het aantrekken van de wind rollen we ook de fok uit. Nu kan de motor uit en we komen op snelheid naar onze volgende bestemming – de ria van Pontevedra, waar we in het Isla de Tambo gaan liggen. Vanaf hier zwemmen we naar het eiland, waar we kennis maken met een aardige kanoër. Omdat het toch wel een eind zwemmen is door het koude water, wil hij Emmy wel naar de boot brengen. Als dank voor deze gunst krijgt hij een Belgisch biertje mee. In de avond merken we op dat de knallen die we horen toe beginnen te nemen. Er is een boten-processie aan de gang voor de plaatselijke heilige en daar hoort het afvuren van lawinepijlen natuurlijk ook bij. Later op de avond is het helemaal feest, met een schitterende vuurwerkshow vanaf de stad Marin, die we bij mogen wonen.
In de ochtend worden we wakker en al gauw heeft Bernhard de eerste dolfijnen gespot. Ze komen dicht bij de boot en lijken een kijkje te willen nemen. Maar wij moeten het anker ophalen, we gaan door naar Baiona en hebben nog aardig wat zeemijlen voor de boeg. Na het opkruisen uit de Ria gaat het zeilen voorspoedig en gauw gooien we de grote-vissen lijn en de makreel-lijn uit -wie weet vangen we wel wat! We komen langs de Cies-eilanden en leren van Bernhard en Lianne de details van het zeilen. We mogen de helmstok vasthouden en dat blijkt nog niet zo makkelijk te zijn. Bij gebrek aan oriëntatiepunten wijkt de koers na een paar minuten al flink af, als je niet goed oplet.
Aan het einde van de dag varen we de haven in Baiona binnen. Dit is de plaats waar Columbus in 1493 voor het eerst aan land kwam en het nieuws vertelde over de ontdekking van – wat later bekend werd als – Amerika. Wij hebben een kortere reis achter de rug en gaan eerst voor anker om daarna een plekje te zoeken om met de rubberboot af te meren, wat nog niet zo makkelijk is. We verkennen de haven en het fort dat pontificaal voor de ingang van de haven ligt. Na een rustdag, waar we een mooie wandeling maken en een diner in het fort met uitzicht op de baai en de Cies eilanden.
Hierna maken we ons op voor de volgende reis – we gaan door naar een jachthaven ten noorden van Portugal in Povoa de Varzim. Na een groet van de haveneigenaar (“Het is hier veel beter dan in Spanje”) gaan we aan wal in deze mooie haven. Na een heerlijk diner met meloen, ham en pasta, gaan we de volgende dag Porto verkennen.
De metro brengt ons in een klein uurtje naar het centrum van de grote stad, en voor we het weten lopen we de Se in, de kathedraal die over Porto uitkijkt. Na een korte stop nemen we een lokale lunchhap, Francescina, een constructie die je beter met vier man kan eten. We hebben voorlopig geen honger. Maar, om de dorst te lessen gaan we wel achter de Port wijn aan. We lopen over de mooie metalen brug, die nog door een leerling van Eiffel is gemaakt en gaan door naar een port-proeverij, waar we leren dat port gemaakt wordt in vaten van meer dan 100 jaar oud. Ook komen we zingende studenten tegen van de biomedische faculteit, en hoewel het merendeel geneeskunde blijkt te studeren voelen Lianne, Axel en Emmy zich ermee verbonden. Dat komt misschien ook wel door de mooie Portugese liederen die ze zingen, of de mooie cape die Lianne en Emmy omkrijgen. Bij het uitzicht van de ondergaande zon over de Douro nemen we afscheid. Wij blijven nog een dagje in Porto, maar de Saga moet ook weer voorbereid worden op de reis naar het zuiden van Portugal.
Maar, toeval of niet – als we uitkijken over de oceaan na onze laatste dag in Porto zien we een paartje dolfijnen vertrekken in wat niet anders kan zijn dan de richting van de Saga. Bernhard en Lianne, bedankt dat we met jullie mee mochten zeilen – het was een onvergetelijke ervaring!