Onze kerstvakantie startte al op vrijdag 17 december. Het beloofde een vakantie te worden van organiseren, klussen, eten en familie. Zelfs al varen de meeste mensen niet meer midden in de winter, er zijn nog genoeg ondewerpen waarmee je je als booteigenaar mee bezig kunt houden.
Van Jacobs LifeSaving in Strijen hadden we een telefoontje gekregen dat het reddingsvlot geinspecteerd was en klaar was om op te halen. Op vrijdag ben ik dus op en neer gereden om het vlot op te halen. Alles was in orde, maar we hebben het vlot wel laten aanvullen met noodrantsoenen en water. Tot mijn verassing kregen we de oude batterijen, zeeziektetabletten en noodvuurwerk mee. Voor het vuurwerk kwam het wel van pas dat oud en nieuw in zicht was. Dat is natuurlijk een mooi moment om eens te testen hoe dat werkt zonder over te komen als een hooligan.
De volgende dag stond alweer in het teken van reisvoorbereidingen. Lianne en ik waren ’s ochtends naar Nieuwpoort gereden om deel te nemen aan de cursus SRC-GMDSS (Short Range Certificate – Global Marine Distress & Safety System). Nota bene, we hebben een DSC marifoon aan boord waar je officieel wel dit certificaat voor nodig hebt. Het SRC-GMDSS certificaat staat gelijk aan Marcom B. De instructeur van de Vlaamse Vaarschool heeft ons gedurende 8 uur de nodige stof bijgebracht om mee te kunnen nemen aan het theorie examen. Gelukkig met een goeie dosis humor en wat praktische oefeningen, anders was het wel een lange zit geweest. Voor degene die nog eens in de buurt van Nieuwpoort zijn: de garnalenkroketten zijn daar echt geniaal.
Cursus volgen in de haven van Nieuwpoort
Uiteindelijk zijn we op maandag pas afgereisd naar Nederland om aan de boot te werken in Lelystad. Helaas was het te koud om te schilderen (zelfs in de verwarmde loods) dus zijn we vooral bezig geweest met de installatie van de zonnepanelen en het inventariseren van alle andere onderhoudsklussen die we nog willen uitvoeren. Als het straks weer wat warmer is in het voorjaar gaan we het dek wat aanpakken en natuurlijk een verse laag anti-fouling aanbrengen.
Ontwerp voor onderdeel van het frame.
Saga in de loods
Naast het werken aan de boot heeft Lianne zich ten doel gesteld om het klein vaarbewijs 1+2 te halen. Dus tussen alle kerstdiners door moest ze elk moment benutten om zich bekend te maken met de stof. Dit was echter makkelijker gezegd dan gedaan, want vaarbewijs 1+2 vergt veel studietijd en oefening. Sterker nog, de avond voor het examen moesten les 7 en 8 nog helemaal doorgenomen worden. Gelukkig startte het examen in Goes pas om 12:00u en kon Lianne de autorit nog gebruiken om de laatste stof tot zich te nemen. En niet zonder resultaat: uiteindelijk is ze met vlag en wimpel geslaagd.
Het einde van seizoen 2021 is aangebroken. Dit jaar laten we de mast van Saga achter bij Tuned Rigs & Ropes in Enkhuizen voor het vernieuwen van de verstaging. Zelf gaat Saga in Lelystad de verwarmde loods in, zodat we er zeker van zijn dat we alle werkzaamheden kunnen afmaken voor het vaarseizoen van 2022.
Varen zit in het bloed van de familie Westerhof. Toen het IJsselmeer nog de Zuiderzee was, voer mijn opa al naar de eilanden Schokland en Urk vanuit Kampen. Dat deze passie voor zeilen is doorgegeven aan de kinderen en kleinkinderen blijkt wel uit het formaat van onze vloot: tijdens de Westerhofdag op 5 september 2021 bezat de familie Westerhof maar liefst 5 zeilboten, waarvan Saga natuurlijk de mooiste is 🙂
Het concept was simpel: lekker een stukje varen van Kampen naar Schokkerhaven en daar gezellig picknicken. En gezien de Westerhofjes haast nog meer kunnen genieten van lekker eten dan van zeilen, waren er heerlijke hapjes in overvloed.
Zonder dat we officieel een race gevaren hebben, heeft oom Hans natuurlijk de zeilwedstrijd gewonnen. De prijs voor het lekkerste hapje is gegaan naar Henk-Jan met zijn buffelburrata en Marloes heeft de troostprijs verdiend omdat ze een stukje gesleept moest worden. Al met al was het dus een super geslaagde familiedag!
In IJmuiden aangekomen leggen we de boot vast en gaan we op zoek naar wat te eten. We zijn erg moe van onze trip en er is helaas niet veel in de buurt te bekennen. Uiteindelijk stappen we een louche (zoals de Belgen dat zo mooi kunnen uitdrukken, het betekent shady in het Engels) snackbar in die alleen maar patat met mayo en een beperkt assortiment snacks heeft, op zich geen probleem natuurlijk. Nadat we onze patat krijgen, waarbij de mayo iets te stijf staat en de kroket iets te krokant (=uitgedroogd) is en de frikandel ook te wensen overlaat, zijn we allang blij dat we de volgende dag er niet ziek van zijn geworden. We vertrekken die ochtend met goede moed richting Amsterdam met daarachter het vertrouwde IJsselmeer. In het Noordzeekanaal worden we opgeroepen via de marifoon met de vraag of we ons schip stil kunnen leggen en worden we uiteindelijk even tegengehouden door een boot van de Port of Amsterdam. Er moest een zeeschip een van de havens wordt uitgesleept. Het blijft altijd indrukwekkend om deze grote schepen (deze kwam uit Nassau, Bahama’s) van dichtbij te zien. Nadat we langs Amsterdam Centraal zijn gevaren en we kort het bruisende Amsterdam met de vele sloepjes en veerboten achter ons hebben gelaten, komen we uiteindelijk weer bij het IJsselmeer. Met een mooi windje in de rug varen we langs Pampus richting de haven van Muiden, waar ook prinses Beatrix haar boot heeft liggen. Met een prachtig uitzicht op het Muiderslot zijn we dan ook erg gecharmeerd van dit haventje. Na heerlijk gegeten te hebben in het centrum van Muiden vertrekken we de volgende dag richting Lelystad waar een nieuwe gasfles op ons staat te wachten. We hadden ons laatste gas al verbruikt tijdens onze tocht richting IJmuiden. Met een nieuwe gasfles hebben we een heerlijk maaltijdje kunnen koken voor Henk-Jan, die ons met zijn mooie nieuwe motor is komen opzoeken. Vanuit Lelystad gaan we vervolgens de volgende dag richting Stavoren, waar we het anker uitgooien en daarbij helaas ons bijbootje lekprikken met onze windvaaninstallatie. Na een spoedreparatie kunnen we gelukkig nog wel van boord voor boodschapjes en om onze vrienden Feije en Laura op te halen. Er weinig wind dus dobberen we richting Workum, waar we weer voor anker gaan zodat we lekker kunnen zwemmen. Na veel wijn en lekker eten genieten we van de zonsondergang en kruipen dan ons bedje in. We zetten Laura en Feije weer af in Stavoren en varen zelf door naar Urk zodat we alweer dichterbij huis zijn. In de haven van Urk staan we verbijsterd van de drukte, maar ook van het scheepje dat tegen de wal aan schuurt omdat er iets mis is met de motor (?). We kunnen gelukkig nog net een plaatsje vinden en duiken nog weer eens Urk in met zijn aparte maar prettige visserssfeer (of hoe je het ook kan noemen). Vanuit Urk varen we onze laatste tocht van onze zeer geslaagde vakantie richting Kampen waarbij we ons verbazen (ook al hadden we wel wat verwacht) van de enorme sterke stroming van soms wel 2,5 knopen door de hevige regenval in de Benelux. We kijken terug op een geweldige vakantie, waarin we veel hebben geleerd, maar ook enorm hebben genoten van het zeilen en het avontuur. We kunnen dan ook wel stellen dat dit ons zeker niet heeft afgeschrokken en dat dit naar meer smaakt!!
Na 30 uur zeilen en onze langste tocht tot nu toe krijgen we Helgoland eindelijk in zicht. Met de machtige rode rotskust en lange Anna (rotspunt) is het toch een bijzonder gezicht om op af te varen. Na wat moeilijke communicatie met de havenmeester weten we dan toch de tankplaats te vinden om (gierige Hollanders die we zijn) gelijk onze tank aan te vullen met belastingvrije diesel. Met volle tanks varen we opnieuw de haven in om een plekje te vinden naast een mooie Vindö. Zo actief als we nog zijn na onze eerste nachttocht verkennen we ’s avonds gelijk het eiland en gaan we al snel op jacht naar de zonsondergang die, net zoals de stank van de Jan van Genten, adembenemend is. We ontdekken al snel dat het eiland klein maar erg bijzonder is. Je kan enorm dichtbij de gigantische Jan van Genten komen die veel herrie maken en stinken, maar ook de zeehondjes en robben zijn niet bang van een paar mensen en liggen heerlijk te chillen op het strand (leuke feitje: dit doen ze voor de aanmaak van Vitamine D). Naast de dieren zijn de rode rotspartijen die uit het waterschieten even indrukwekkend als prachtig en is het een leuke wandeling om een rondje om het eiland te lopen.
Met een rondje te hebben gevaren om Helgoland is het tijd om verder te gaan en vertrekken we richting het Duitse Waddeneiland Norderney (of Nordny zoals ik vrijwel zeg). De tocht verloopt (te) rustig en we moesten helaas wat motoren. We kwamen redelijk vroeg aan tijdens opkomend tij. Dit betekende dat we het toch wel spannend vonden om via het Dovetief binnen te varen, maar met nog een dikke 70 cm water onder de kiel varen we uiteindelijk toch veilig het diepere water en de haven tegemoet. De volgende ochtend wacht ons een COVID test zodat we ook daadwerkelijk op het eiland en in de haven mogen verblijven. De test is gelukkig negatief en we kunnen het eiland met zijn mooie duinen en ontelbare konijntjes verkennen. De tweede dag gaan we lekker chillen met een lekkere frisse maar gelukkig niet al te koude duik in de zee. We besluiten die dag daarna te vertrekken maar de weergoden zitten ons niet mee. Tijdens onze eerste poging om het eiland te verlaten komen we terecht in een dikke mist. Zo dicht dat de tonnen vlak voor onze boot uit de mist opduiken en we minder dan 50m ver zien. Na meerdere websites te hebben geraadpleegd besluiten we dan om terug te varen naar de haven. Hier zullen we door een zomerstorm dan nog een paar daagjes moeten blijven liggen tot onze spijt. Ondertussen vermaken we ons met Duitse biertjes drinken en taart eten. Ook niet verkeerd.
Nadat de storm is gaan liggen wagen we ons door het krappe geultje met hoge golven waarbij onze magen gelukkig niet al te veel omdraaien. De koers wordt gezet richting IJmuiden/Amsterdam: zo’n 160 mijl en 30 tot 35 uur varen. Tijdens de nacht wordt Benno meer heen en weer geschud dan dat hij kan slapen. Uiteindelijk neemt hij om half drie ’s nachts het roer van mij over, waarbij hij nog net de Melkweg kan bewonderen voordat de zon begint op te komen. De tocht verloopt voorspoedig maar helaas zit de haven van Amsterdam volgens de havenmeester zo vol dat we blijven hangen in IJmuiden. Â
Het lijkt erop dat de grijze meimaand volledig wordt gecompenseerd met een zonovergoten juni en daar proberen wij natuurlijk de vruchten van te plukken. Ook de afgelopen weekenden zijn we weer vanuit Brussel naar Kampen gereisd om elk zonnestraaltje mee te pikken en Saga nog beter te leren kennen. We hebben voor het eerst geankerd, gegennakerd en met de Aries windvaan gezeild!
Met de genaker op het Ketelmeer
De gennaker van mijn ouders werd op hun Dehler 35 CWS bijna niet gebruikt, dus mogen wij deze in bruikleen hebben. Omdat onze afmetingen van de tuigage niet zoveel verschilt met die van hun, hadden we goede hoop dat het geen probleem zou zijn om de gennaker op onze boot te varen en dat bleek inderdaad het geval. Van de afgelopen drie weekenden hebben we hem al twee keer aan de mast gehad. Het is toch wel handig om net even een knoopje erbij te varen als er maar weinig wind staat.
In hetzelfde weekend hebben we ook voor het eerst het anker uitgegooid in het Keteloog. Dit is een mooi beschut eiland in het Ketelmeer, waar veel vogels hun gezang laten horen. Omdat we geen centimeter bewogen hadden op het anker, hebben we het ankeren twee weekenden later nog eens uitgeprobeerd met wat meer wind onder Urk. ’s Nachts trok de wind nog wat aan en werden Lianne en ik opeens wakker vanwege een hard geluid. We stonden allebei om ongeveer 03:00 uur opeens naast ons bed om toch maar eens te kijken of we niet ergens tegenaan gedreven waren. Waarschijnlijk was het slechts het straktrekken van de ankerketting dat het luide kabaal tot gevolg had, want we lagen de volgende ochtend nog steeds netjes op dezelfde plek volgens de GPS.
Geen verkeerd uitzicht om wakker te worden.
Naast de rustige dagen, waar de gennaker een uitkomst was, hebben we ook wel veel wind gehad. Een mooie halfwindse koers met 14-20 knopen wind was een uitgelezen kans om eens wat ervaring op te doen met onze windvaan. Toen we eenmaal het blad van de Aries in het water hadden gekregen, was de vaan zo gemonteerd en de lijntjes zo bevestigd. We hadden maar een beetje tuning van de stand van de vaan nodig en we lagen netjes op koers. Geniaal werk, zo helemaal zonder stroom op koers blijven.
Met de windvaan naar Enkhuizen
Verder hebben we Saga een weekje naar Enkhuizen gebracht voor controle van de mast en de verstaging bij TUNED Rigs & Ropes. We kregen te horen wat we ongeveer verwachtten: het is niet slecht, maar wel aan de oude kant. Nog maar even hard sparen, dan kunnen die mannen het voor ons in de winter helemaal in orde gaan maken.
Als je dan op weg vanuit Enkhuizen naar je winderige ankerplek voor Urk mag genieten van luchten zoals deze, dan wens je eigenlijk dat je dagen en nachten achter elkaar mag doorzeilen. Het blijft fascinerend dat we dat op onze planning hebben staan.
Het mag geen geheim zijn dat we niet van het meest geniale voorjaar genieten in 2021, maar dat laat ons er niet van weerhouden zo veel mogelijk naar de boot te gaan. Waar we wellicht wat minder ervaring opdoen in het zeilen, doen we des te meer ervaring op in de technische klusjes aan boord. Een van de klusjes die we onder handen hebben genomen is het verven van de bilge. Door wat oppervlakkige roest begon de verf wat los te komen, en dat smoor je het liefst in de kiem met wat Owatrol en bilgeverf:
Oud
Nieuw
Daarnaast hebben we afgelopen weekend nog een veel leukere klus geklaard: het hernoemen van de boot! En dat werd inmiddels wel tijd, want we hadden de nieuwe naam al bedacht voordat we haar kochten in november 2020. Maar om dan het juiste lettertype te kiezen en uit te zoeken hoe je een nieuwe naam programmeert in de AIS en… enfin, Albatros werd Vivre, en Vivre heet nu Saga, dus wij zijn beretrots dat het nog net iets meer echt onze boot is!
Als heilige hollandse boontjes houden we ons natuurlijk keurig aan de regels – en de regels staan ons sinds de afgelopen weken toe om weer voor 48 uur lang in ons kikkerlandje te vertoeven! Natuurlijk hebben we geen enkel weekend onbenut gelaten om naar de boot te gaan, waar mogelijk familie te zien, maar boven alles om ons klaar te maken voor het nieuwe zeilseizoen.
Maar voordat we jullie meenemen op onze laatste zeilmijltjes, is het de moeite waard om de hoogtepunten van de winter toe te lichten. Zo hebben we zelfs nog een boot gekocht! Want de beste manier om aan de kust te komen als je voor anker ligt in de Spaanse Ria’s of aan een koraalrif in de Bahama’s, is met een bijboot. Wat speurwerk op marktplaats heeft een mooie Talamex rubberboot en Honda buitenboordmotor opgeleverd. We hebben de motor een klein beurtje gegeven en het eerste tochtje met de rubberboot is inmiddels een feit.
Een van onze andere aankopen is de Garmin InReach mini. Dit kleine apparaatje stelt ons straks in staat om beknopte weerberichten te ontvangen, smsjes heen en weer te sturen en een noodsignaal uit te sturen. Op het moment dat we buiten het bereik van onze marifoon zijn, zal dit dus het hoofdmiddel voor communicatie zijn. Als alles volgens plan gaat, dan hopen we hem uit te kunnen testen tijdens onze zeiltocht in onze zomervakantie naar Zuid-Noorwegen.
Voor ons navigatiesysteem gebruiken we een Raspberry Pi met SignalK om AIS targets te zien op de waterdichte tablet. Naast de AIS data lezen we ook de dieptemeter, log en GPS antenne uit via NMEA0183 naar USB. Als toevoeging hierop leek het me wel handig om de temperatuur en luchtdruk op te slaan. Een goede zeeman neemt namelijk regelmatig de luchtdruk op in zijn log om slecht weer aan te zien komen. Ben ik een betere zeeman door dit te automatiseren?
Naast het bijhouden van een log moet de schipper en bemanning ook alle andere vaardigheden beheersen, zoals het splitsen van lijnen. Het maken en installeren van nieuwe lazy-jacks was daarvoor een goede oefening.
En als je dan alle klusjes kan combineren met het varen van een prachtig schip, dan maakt het toch dat er geen mooiere hobby bestaat dan zeilen. Ook al is het 8 graden Celsius halverwege mei, ook al komt de wind uit alle windrichtingen binnen het uur en mag je er maar 48 uur lang van genieten, er kan niets op tegen een zonsondergang boven het water en het samen zeilen op de zeilboot van je dromen.
De afgelopen weken hebben we een interessante tweestrijd beleefd. Aan de ene kant hoopten we dat het hard genoeg zou vriezen zodat er geschaatst kon worden. Aan de andere kant leek ons die kou toch niet optimaal voor de boot.
Toch konden we onszelf gerust stellen met het feit dat we overal antivries in hebben gedaan, de motor helemaal winterklaar hebben gemaakt, het dekzeil netjes strak staat, maar bovenal dat mijn ouders en familie regelmatig een oogje in het zeil houden.
Dat we zelf niet de grens over mogen om te gaan kijken is natuurlijk vervelend. We hadden niet verwacht dat het zo ver zou komen. Misschien is het zilveren randje om deze winterbui wel dat we daardoor nog meer plezier zullen hebben op het moment dat we straks weer mogen zeilen. En een ding weten we zeker, volgend jaar gaat de boot lekker een verwarmde loods in!
Toen ik Henk-Jan (mijn broertje) vroeg of hij me wilde helpen om de boot om te varen vanuit Workum naar Kampen hoefde hij daar niet lang over na te denken. Zelfs al moest hij daarvoor met de trein van Den Bosch naar Workum, hij had gewoon besloten niet na te denken over de ellende die dat met zich mee zou brengen.
We moesten en zouden nog even het zoute water opzoeken. Hoewel het alweer halverwege november was, hadden we geluk met het weer en was het nog relatief zacht voor de tijd van het jaar. Na wat gerekend te hebben met de zonsopkomst, zonsondergang en de stroming, hadden we besloten dat we om 13:00u door de Lorentzsluizen bij Kornwerderzand moesten om niet al te laat aan te komen in Oudeschild en toch profijt te hebben van de stroming. Vanuit Workum naar Kornwerderzand konden we eigenlijk erg mooi zeilen en we keken allebei erg uit naar het varen op de Waddenzee. Een ‘first’ voor Henk-Jan.
Wie Henk-Jan kent weet dat hij er altijd voor zal zorgen dat er wat lekkers te eten is. De combinatie tussen chocoladekoekjes met suiker en de bus slagroom had hij dan ook snel gelegd. Voor we het wisten hadden we een hele rol koekjes en een heel bus slagroom opgegeten met z’n tweetjes. Geen wonder dat Henk-Jan daarna even een dutje wilde doen.
Maar wat zag ik toen!? EEN ZEEHOND. “Henk, kijk, een zeehond!” zei ik. Henk-Jan keek nog eens goed en barstte toen in lachen uit. “Ben, jongen, dat is een meeuw…” Helaas pindakaas, de eerste zeehond spotten was niet aan mij besteed. Sterker nog, het werd al snel duidelijk dat ik het niet goed gezien had. Het leidde tot een ‘running gag’ waarbij Henk-Jan iedere keer riep dat hij een zeehond zag bij elke meeuw die langsdobberde. Tot overmaat van ramp had Henk-Jan de primeur voor de eerste zeehond. En ook de tweede, en eigenlijk alle zeehonden die daarna volgden.
De wind zwakte af en de stroom was wat minder sterk mee dan we gehoopt hadden. Er zat niets anders op om ter hoogte van het Scheurrak het motortje te starten, om zo nog enigszins op tijd in Texel aan te komen. Geen zeilen aan de mast, maar wel hele mooie luchten.
Toen we de haven van Texel binnen kwamen varen, was het al bijna donker. Ik was verbaasd dat de havendienst geen gehoor gaf op mijn marifoonoproep, maar later bleek dat er dan ook maar twee andere boten in de Waddenhaven afgemeerd lagen. Henk-Jan had in de tussentijd opgezocht dat we nog maar heel weinig tijd hadden om wat eten voor ’s avonds te scoren. Direct nadat we hadden afgemeerd, was hij daarom van de steiger af gesprongen om snel naar de visboer te lopen en wat Texelse biertjes te scoren bij de supermarkt. Bestaat er iets beters dan verse vis en Texels Skuumkoppe na een lange dag zeilen?
De volgende ochtend moesten we om ongeveer 10:30u weer afvaren. Op de een of andere manier viel mijn oog op de voltmeter en ik kon het niet laten eens te kijken hoeveel spanning op de startaccu stond. “Huh, 4 volt? Dat kan niet kloppen…” dacht ik. Maar helaas, waarschijnlijk waren de paar dagen die we van de walstroom af waren net teveel om een mogelijk net te oude accu in leven te houden. Gelukkig is er misschien geen betere plek om je accu te moeten vervangen dan op Texel. Zelfs met een loodzware accu (er zit echt lood in accu’s) was de CIV shop op loopafstand. Ook daar werd mij vermoeden bevestigd. De startaccu was morsdood, dus een nieuwe accu mocht mee terug.
Uiteraard startte de motor zonder enig probleem en konden we op weg terug naar Kornwerderzand. Het was een mooie aandewindse koers terug naar Kornwerderzand en uiteindelijk hebben we maar een paar slagjes moeten maken. Het zeilen was het probleem niet. Nee, de mist die opeens opstak was voor ons wel wat spannend. Twee jonge mannen laten vlotjes goed zeemanschap varen voor zucht naar avontuur. Waar we eigenlijk een ankertje uit hadden moeten gooien buiten de vaargeul, omarmden wij het avontuur en luisterden we met ontzag naar de zware metalen geluiden van de werkschepen verschuild achter de vochtige mistdeken. AIS en jachtradar zijn in dit soort gevallen toch een uitkomst. Het was voor mij in ieder geval een mooie vuurdoop om met deze apparatuur te leren werken en veilig aan te komen bij de sluis van Kornwerderzand.
Eenmaal aangekomen bij de sluis hadden we de pech dat de sluiswachter ons niet door kon laten vanwege de dikke mist. Het was onveilig om met dit beperkte zicht de brug te openen en de komende uren zou het niet beter worden. Na kort overleg met de andere schepen voor de sluis hadden Henk-Jan en ik maar vastgesteld dat we waarschijnlijk zouden moeten overnachten aan de zoute kant van de sluis.
Na een portie macaroni die eigenlijk meer kaas bevatte dan macaroni (was stiekem goed te doen!) zagen we toch schepen vertrekken. Na kort overleg hebben we toch besloten dan ook maar gebruik te maken van de schut. Wie weet of het de volgende morgen beter zou zijn? In het donker en nog steeds in de dikke mist zijn we toen van Kornwerderzand naar Makkum gevaren. Een spannende, maar gelukkig korte tocht.
En toen was alweer de laatste dag met Henk-Jan aan boord aangebroken. En een goedgevulde dag was het zeker! Vanuit Makkum zijn we in een rechte lijn naar Enkhuizen gevaren om daar de dieseltank alvast af te toppen voor de winter. Maar nog belangrijker, in Enkhuizen zou Maartje opstappen, het vriendinnetje van Henk-Jan. Gezien de Covid-19 omstandigheden was dit gek genoeg de eerste keer voor mij dat ik Maartje ontmoette, dus het was een leuke ervaring om dit te doen op onze kersverse zeilboot. De tocht naar de Ketelbrug en terug naar Kampen was gevuld met goede gesprekken en het was leuk om Maartje te leren kennen. Als kers op de avonturenappeltaart mochten we achter een zwaar transport richting de scheepswerf van Peters door de Eilandbrug gaan. We keken onze ogen uit hoe deze ijzeren gigant door de brugopening werd geperst door sleep- en duwboten. Eenmaal aangekomen moesten Henk-Jan en Maartje helaas al snel weer terug naar Den Bosch. Ook vanuit Kampen is dit geen leuke OV-reis, maar gelukkig lag onze boot nu mooi aan de steiger met het uitzicht op Kampen.